search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
normen hebben tuinders natuurlijk niet zo veel.” Andersom is in het eerste voorstel de hele fa- milie Bacillus niet opgenomen, omdat soorten in die familie al een toelating als gewasbe- schermingsmiddel hebben. “Maar we kennen allemaal de bacillus thuringiensis als een mid- del dat niet voor niks in de biologische teelt is toegelaten en diverse bacillus soorten die uit- stekende biostimulerend effect laten zien.”


Directe werking Ook Pius Floris van Plant Health Cure (PHC) ziet in het nationaal overleg veel overeenstemming, maar Europees nog wel wat hindernissen en mogelijke vertraging. Waar hij en zijn bedrijf ab- soluut niet op zit te wachten is dat Brussel in de verordening ook nog ruimte zal gaan inbouwen voor eisen rond de werking van elke afzonderlij- ke biostimulant. “In de Europese regelgeving voor gewasbeschermingsmiddelen is dat wel opgenomen. Maar de werking van biostimulan- ten is veel afhankelijker van de omstandighe- den.” Het is volgens Floris tekenend voor het productdenken waarin boeren en tuinders zijn opgevoed dat een middel een directe nauw omschreven werking moet hebben. “Wij werken niet met producten, maar met pro- gramma’s om planten weer hun natuurlijk ver-


Definities


Gewasbeschermingsmiddelen Gewasbeschermingsmiddelen, zowel che- misch als ‘groen’, beschermen planten tegen ziekten en plagen en hebben daarvoor een toelatingsnummer van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb).


Biologische middelen


Gewasbeschermingsmiddelen die door de EU zijn toegestaan in de biologische teelt. Dit zijn middelen van natuurlijke herkomst.


Laagrisicostoffen Dit zijn stoffen die voldoen aan de criteria voor laagrisico zoals die door de EU zijn vast- gesteld. Het kunnen stoffen uit de natuur zijn, maar ze kunnen ook gesynthetiseerd zijn en kunnen als werkzame stof zitten in gewasbe- schermingsmiddelen, maar ook in biostimu- lanten.


Basisstoffen Er is een Europese lijst van basisstoffen die voor een ander doel op de markt zijn, maar ook een gewasbeschermende werking heb- ben. Bijvoorbeeld bier tegen slakken: daarmee hoeft bier niet per se een toelating van het Ctgb te hebben, maar de manier waarop het tegen slakken wordt ingezet moet wel goed- gekeurd zijn.


RUB-middelen Middelen van de lijst Regeling Uitzondering Bestrijdingsmiddelen. Deze lijst is een restant uit de periode langer dan dertig jaar geleden van middelen, die nu op de lijst van basisstof- fen of de lijst van laagrisicostoffen thuishoren. Het Ctgb heeft een procedure vastgesteld voor het uitfaseren van de stoffen op de RUB-lijst. Als bedrijven hun RUB-middel bij het Ctgb hebben gemeld voor toelating of goedkeuring – zoals onlangs uienolie is goedgekeurd – dan


mogen ze dit voorlopig nog op de markt blij- ven brengen.


Biostimulanten De voorlopige Europese definitie luidt als volgt: Een biostimulant is een bemestingsproduct met CE-markering dat de voedingsprocessen van een plant stimuleert onafhankelijk van het gehalte aan nutriënten van het product. Dat laatste geeft aan dat de biostimulant niet zelf de plant voedt. Werking als biostimulant kan zijn: – Verbetering van de efficiëntie van het ge- bruik door de plant van voedingsstoffen verbe- teren. – Vergroting van de tolerantie van de plant voor a-biotische stress, zoals droogte, ver- zilting. –Verbetering van de algehele kwaliteit van de plant. Werkt een biostimulant ook of hoofdzakelijk tegen bijvoorbeeld aaltjes of schimmels (biotische stress) dan moet ze wor- den beschouwd als gewasbeschermingsmiddel en behoeft het een toelating door het Ctgb.


▶GROENTEN & FRUIT | 31 augustus 2018 11


Op aardbeienveld bij plantenkwekerij Kapteins te Den Bosch maakt medewerker Jan de Reijer de trekker klaar voor een rondje met een biostimulant van PHC.


mogen om zichzelf te verdedigen tegen ziekten en plagen terug te geven”, aldus Floris. Daarbij bepalen allerlei plaats- en tijdgebonden om- standigheden welke maatregelen en middelen het beste werken. Bewijzen dat een bepaalde biostimulant gegarandeerd in alle omstandig- heden aan het verdedigend vermogen van de plant bijdraagt is volgens Floris ondoenlijk en ook niet zinnig. Wat wel voor alle partijen zinnig


is, is de eis dat de samenstelling van een biosti- mulant op de verpakking moet komen. Het komt volgens Floris nog al te vaak voor dat ver- kopers geheimzinnig doen over wat erin hun middeltjes zit of het zelf niet eens weten. Bij de eis dat er op moet staan wat erin zit pleit hij voor zoveel mogelijk detail. “Namen van bacte- riën vermelden zonder stamnummers, dat zegt niks. Daar heeft niemand wat aan.”


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48