search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
882 | WEEK 14-15 04 APRIL 2018


PERSONEELSTEKORTEN EN GROTERE DRUK OP LIGPLAATSEN Florerende riviercruisevaart geeſt ook ongemakken


49


Riviercruisers bij het Centraal Station van Amsterdam.


ROTTERDAM De uitstekend draaiende rivier- cruisevaart in Nederland en ver daarbuiten beleeſt het ene topjaar na het andere. Dat beeld wordt weerspiegeld door de klinken- de groeicijfers bij onze oosterburen, terwijl er ook in eigen land heuglijke ontwikkelin- gen zijn. Zoals een betere spreiding van pas- sagiersschepen over de Amsterdamse re- gio, met inbegrip van het IJsselmeer én het bereik van de historische stadjes in heel Noord-Holland.


MARK VAN DIJK


Het succes van de ‘witte vloot’ vertaalt zich echter ook in personeelstekorten voor de re- ders. Dat zegt Peter Wagemakers, mede-ei- genaar van cruiserederij Trans River Line en tevens voorzitter van de Ledengroep Personenvervoer van het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart (CBRB). Uit con- tacten met de overige leden van de branche- organisatie weet Wagemakers dat de proble- men sectorbreed spelen.


De secretaris van de ledengroep, Freya Diepeveen, bevestigt dat: “Niet alleen de ri- viercruiserederijen kampen met personeels- tekorten, de hele binnenvaartsector. Soms wordt er veel geld neergelegd om een comple- te nautische bemanning aan boord te hebben en houden”. De Ledengroep Personenvervoer omvat behalve de Nederlandse riviercruise- vaartrederijen ook tientallen bedrijven in de dag-passagiersvaart en diverse veerdiensten. En ieder vist in dezelfde personeelsvijver.


Wagemakers stelt dat tachtig procent loyaal is, maar dat de rest gevoelig blijſt voor aan- biedingen door marktwerking: “Voor een paar centen stappen ze soms over”. In dat verband is de voorzitter blij dat het Oost-Europese ar- beidsareaal erbij is gekomen: “Buitenlandse werknemers zijn ook nog eens vaak beter ge- motiveerd. Recent hebben wij een beman- ningslid uit de hoteldienst omgeschoold tot kapitein en heb ik twee barkeepers die zich tot matroos hebben laten omscholen. Gedurende de zomermaanden werken ze aan boord en in de winter bezoeken zij een binnenvaartschool in Bratislava. Maar het is onbekend of dat ook in de toekomst voldoende compensatie zal blijven bieden. Op de Donau lukt dat wel, want daar varen wij ook minder”. Het algeme- ne beeld is vooral positief. Wagemakers: “Het gaat goed met de branche”.


Compromis Eveneens tevreden is dan de oud-secre- taris van de CBRB-ledengroep, Maira van Helvoirt. Zij is nu secretaris van de zo- genoemde EBU (European Barge Union) Fahrgastschifffahrtskommission. Op dat inter- nationale CESNI-niveau is vorige maand een


Het verschil in wet- en regelgeving tussen de Europese landen in het stroomgebied van de grote rivieren speelt ook op het vlak van de ar- beidsomstandigheden en sociale zekerheid voor het varend en bedienend personeel. Van Helvoirt: “De meeste Nederlandse schepen zijn vanwege het gunstiger belastingklimaat omgevlagd naar Zwitserland, maar er blijſt overal een woud aan overige regelgeving be- staan. Je denkt als rederij dat je alles goed ge- regeld hebt, maar in een ander land kan dat zomaar helemaal anders liggen”. Ze noemt de controles door onder meer Aquapol dan ook terecht: “Het overgrote deel doet stinkend zijn best, maar er zitten ook cowboys in de sector. Daar moet de zweep overheen.”


Ligplaatsen Daarnaast verdient het beeld van de verdrin- gende passagiersschepen die langs de Rijn de ligplaatsen van de vrachtvaart zou inpik- ken, volgens Wagemakers enige bijstelling. De voorzitter van de ledengroep: “Natuurlijk is er meer behoeſte aan ligplaatsen door de groei van de cruisevaart. Maar het verwijt aan ons adres klopt niet helemaal. Er is namelijk geen vrachtschip dat in een drukke toeristische plaats gaat liggen”, beweert Wagemakers, wiens bedrijf Trans River Line drie schepen (alle onder Nederlandse vlag) heeſt op de crui- sevaart over de Rijn en de Donau en daar- naast twee hotelschepen exploiteert.


“Wij betalen een liggeld dat kan variëren van honderd tot wel duizend euro per overnach- ting. En daar komen vaak nog reserverings- kosten bij, de walstroom voor driemaal het gebruikelijke tarief en daardoor een flinke energierekening. En recent ontvingen wij het bericht dat de gemeente Amsterdam toeris- tenbelasting wil gaan heffen van acht euro per nacht, alsof de kosten al niet te hoog zijn. Dat kan samen oplopen tot enkele dui- zenden euro’s per nacht. Dat hakt erin, maar wij wijken niet uit. Wél investeren sommi- ge grote rederijen daarom in nieuwe eigen ligplaatsen”.


Zwarte Zee De directeur van Trans River Line ver- telt enthousiast over het ontstaan van de


belangrijk compromis bereikt over de veilig- heidseisen aan boord van riviercruiseschepen. Bij het verplichtstellen van een tweede onaf- hankelijke voortstuwing in geval van nieuw- bouw is voor de bestaande vloot een unifor- me overgangsregeling afgesproken, waarbij kan worden volstaan met aanvullende brand- beveiliging en extra lenspompen. Van Helvoirt “Dat kan gelukkig tegen aanzienlijk lagere kosten”. De versoepelde regelgeving voor be- staande schepen gaat per 2020 in en zal naar verwachting op 10 april worden goedgekeurd.


riviercruisevaart: “We kennen het fenomeen eigenlijk pas sinds de negentiende eeuw, toen vooral Engelse welgestelden meerdaag- se tochtjes gingen maken over de Rijn, tussen Keulen en Mainz”. Het rondvaartbedrijf Köln- Düsseldorfer zou daar een monopoliepositie mee hebben verworven, die pas in de jaren tachtig van de vorige eeuw werd doorbroken door de opkomst van andere rederijen. De ingebruikname van het Main-Donaukanaal opende 25 jaar geleden een enorm vaar- gebied, dat zich helemaal uitstrekt van de Noordzee tot aan de Zwarte Zee.


“De grote ‘boom’ is eigenlijk pas tussen 2005 en 2010 gekomen”, vertelt Wagemakers. En dat op verschillende niveaus van luxe en smaak, want elke doelgroep vereist nu een- maal een eigen benadering. Zo worden er schepen gebouwd en omgebouwd die spe- cifiek gericht zijn op de Chinese toeristen- markt. En er wordt flink in de Europese ri- viercruisesector geïnvesteerd vanuit andere werelddelen, zoals Amerika en Australië/ Nieuw-Zeeland. Inmiddels varen er in totaal ongeveer 370 riviercruiseschepen in de zo- mermaanden over de Rijn en Donau.


Te zuinig


De Nederlandse markt is ontstaan in de ja- ren vijſtig van de vorige eeuw, toen rederijen als Feenstra en de Stichting Water Transport passagiers gingen vervoeren met omgebouw- de vrachtschepen. Naar de huidige maatsta- ven zou je die schepen ‘spartaans’ kunnen noemen, met slaapzalen in plaatst van hut- ten. Na de zomermaanden vervoerden zij dan weer vracht. Die situatie ligt ver achter ons en de schepen voldoen nu ook aan alle comfort wensen.


De gezamenlijke Nederlandse rederijen en hun circa 20 schepen zijn vooral actief op de Engelse en Nederlandse toeristen- markt. “Niet de grootste markt”, zo ver- meldt Wagemakers. Ter indicatie schat hij de nieuwbouwprijs van een passagiersschip op 25 miljoen euro. “Nederlanders zijn eigenlijk te zuinig voor een riviercruise. Het is een be- houdende markt met vrij veel concurrentie”.


De Hollandse thuismarkt heeſt ook nog eens last van de zee-cruisevaart, sinds deze sche- pen steeds vaker vanuit Nederland vertrek- ken voor prijzen die vergelijkbaar zijn met een riviercruise. Wagemakers: “Gelukkig zie je deze passagiers later alsnog een rivier- cruise maken, omdat het massale van een groot zeeschip niet iedereen aanspreekt. Er bestaat een enorme potentie op de ri- vieren en vooral aan de bovenkant van de markt is veel capaciteit bijgekomen. Voor de Nederlandse rederijen is het nog altijd hard werken om alle schepen gevuld te krijgen”.


Freya Diepeveen, secretaris van de CBRB- Ledengroep Personenvervoer.


Foto ACP


Peter Wagemakers van Trans River Line is te- vens voorzitter van de CBRB-Ledengroep Personenvervoer.


Maira van Helvoirt, secretaris van de EBU Fahrgastschifffahrtskommission.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80