This page contains a Flash digital edition of a book.
praktijk 29


versitair aangestuurde opleiding, die is ontstaan op initiatief van de hoogleraren Marco Cune, Gert Meijer en Daniël Wismeijer. Tandartsen die erkend willen worden als prosthodontist – de Engelse benaming voor een restauratief-prothetische tandarts – moeten na de opleiding in Nederland een onafankelijk examen afleggen bij The Royal College of Surgeons (RCS) in Edinburgh. Slaagt men hiervoor dan kan zonder extra examen een EPA-erkenning worden aangevraagd. In Nt 13/2013 is aan deze differentiatie een artikel gewijd.


Meerwaarde Naast de restauratief tandarts bestaan er in Nederland nog elf andere tandheelkundige differentiaties (zie kader Tandheelkundige differentiaties). Een rondgang langs wetenschappelijke verenigingen leert dat er meerdere redenen zijn om een differentiatie in te stel- len en deze te registreren: het zorgt voor erkenning door de eigen beroepsgroep en voor herkenbaarheid voor verwijzers en patiënten. Verder ziet men de registratie als een soort kwaliteits- keurmerk. Zo vindt de NVOI de belangrijkste meer- waarde van haar register dat de implantoloog die hierin is opgenomen zo laat zien dat hij een serieus traject heeſt doorlopen waarbij aan kwantiteits- en kwaliteits- criteria is voldaan. Daarnaast kan vermelding in het register gebruikt worden om verwijzers en patiënten te informeren over welke implantologen er zijn, aldus de NVOI. De NVGPT ziet als meerwaarde van haar drie registers Tandarts MFP, Tandarts Gnatholoog en RCS- prosthodontist dat alle stakeholders in de tandtechniek zich er zo van kunnen vergewissen dat de erkende tandartsen extra inspanningen hebben geleverd om zich te bekwamen op hun deelgebied. Bij de Neder- landse Vereniging voor Gerodontologie (NVGd) vindt men dat de differentiatie Tandarts Geriatrie zorgt voor herkenning van kwaliteit. Steeds meer ‘gewone’ mond- zorgverleners gaan werken met ouderen in zorgcentra. De vraag is of zij hier wel voldoende kennis en vaardig- heden voor hebben. Opname in het register voor Tand- artsen Geriatrie laat zien dat de betreffende tandarts de basiscompetenties bezit om verantwoorde mondzorg te kunnen verlenen aan de (kwetsbare) oudere, aldus de NVGd. De Vereniging tot Bevordering der Tandheelkun- dige Gezondheid voor Gehandicapten (VBTGG) meent dat een erkenning als Tandarts-Gehandicaptenzorg en Tandarts-Angstbegeleiding – die hiervoor een drieja- rige opleiding hebben moeten volgen - een positieve uitstraling heeſt naar het veld, de patiënten, instellin- gen en zorgverzekeraars.


Wat is een differentiatie?


Er is sprake van een differentiatie als een tandarts zich verdiept of toelegt op één bepaald aspect van zijn vak, bijvoorbeeld gnathologie, kindertandheel- kunde of implantologie. In Nederland zijn er - voor zover het Nt heeft kunnen achterhalen – twaalf diffe- rentiaties die worden erkend door tandheelkundig wetenschappelijke verenigingen. Zij voeren registers waarin tandartsen die voldoen aan bepaalde eisen zich kunnen laten inschrijven waardoor ze erkend worden. Het gaat om privaatrechtelijke registers, die geen wettelijke titelbescherming opleveren. Om verwarring te voorkomen vermelden gedifferenti- eerde tandartsen vaak achter hun naam of zij in het register van een wetenschappelijke vereniging zijn opgenomen, bijvoorbeeld ‘tandarts pedodonto- loog, erkend door de NVvK’ of ‘tandarts-implanto- loog, erkend door de NVOI’.


Tandartsengids KNMT Een wetenschappelijke vereniging kan bij de KNMT een verzoek indienen om haar register van gediffe- rentieerde tandartsen te laten opnemen in de Tand- artsengids. De KNMT stelt een aantal eisen waaraan moet worden voldaan wil het verzoek worden gehonoreerd. Onder meer moet de opleiding voor de differentiatie voor de tandarts minimaal duizend uur bedragen en maximaal vijf halve dagen per week gedurende drie jaar omvatten. Ook stelt de KNMT eisen aan de wijze waarop de herregistratie en de grootouderconstructie is geregeld. Daarnaast moet de differentiatie al enkele jaren bestaan en als zoda- nig door de beroepsgroep worden geaccepteerd.


NVVRT: Nederlands Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde NVvP: Nederlandse Vereniging voor Parodontologie NVvE: Nederlandse Vereniging voor Endodontologie NVvK: Nederlandse Vereniging voor kindertand- heelkunde NVGPT: Nederlandse Vereniging voor Gnathologie en Prothetische Tandheelkunde NVOI: Nederlandse Vereniging voor Orale Implantologie NVGd: Nederlandse Vereniging voor Gerodontologie VBTGG: Vereniging tot Bevordering der Tandheel- kundige Gezondheid Gehandicapten NVTS: Nederlandse Vereniging voor Tandheelkundige Slaapgeneeskunde


NEDERLANDS TANDARTSENBLAD > 10 juli 2015 NEDERLANDS TANDARTSENBLAD > 10 juli 2015


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40