ZATERDAG 18 SEPTEMBER 2010
klapstoel 15 Reisboek ‘Methetautoracenbegonmijntweedejeugd’
gon, dat ik mijn hartvolgde. Veel veertigers hebben een hart van steen, die durven bijvoorbeeld niet meerverliefd teworden. Ikwel.”
BroekinWaterland
“Daar woon ik nu. Hetopéén na mooistedorp vanNederland. Vol- gens eenNCRV-programma. Wat het mooistedorp is,weet ik niet, maar wijwaren toch mooi tweede. Hetisook eenrijkeluisdorp,waar ik bij de groentejuwelier voor zeseuro een bolmozzarella koop,die je in Amsterdam echt nergens kunt ko- pen.”
Dereünie
“Mijn grootstetelevisiesucces. Daarvoor hebikprogramma’s ge- maakt vooral termeerdereeer en glorie vanmezelf. Ik hebhet gevoel dat ikeeninstituutmet dit program- ma aan het neerzetten ben. Ons team heeft de klas vanAnne Frank vanuit de helewereld weer bijel- kaar gebracht. Zatdaar vooraan Sally, de jongen waar Anne Frank verliefd opwas. Blozend. Eenhoog- leraaruit Israël.Heel bijzonder.” “Enop1januarihebbenweeenuit- zending met klasgenoten uit Volen- dam vanwie velen bijdecafébrand warenbetrokken, dan precies tien jaar geleden. Daar ben ik ongelofe- lijktrotsop.Aaneenzwaarvermink- te jongenvragenwathij zietals hij’s ochtendsindespiegelkijkt.Een vraagdie je eigenlijk niet wiltstel- len, maar ik ben welaangenomen omdie vragente stellen.Endanzien dat zo’n jongen er zelf hardommoet lachen. En dat je dan alleen maar eenpaar ogeneneenmondziet;een doodgewonejongenvan25.” “De reünie is een deel vanmijn le-
ven, het is eenvoorrecht mensen dingentevragendie ikvanhet leven wil weten. Kopspijkers wasmis- schien populairder, maar voor de mensendie aan De reünie meedoen betekent het programma vaak heel veel.Enookvoorsommigekijkers in het land.Dat geeft meer voldoening danKopspijkers.”
Pastasaus
“Ja! Mijn befaamdebolognesesaus, of, zoalseen vanmijn zonenhet noemt:bolleJezussaus.Geleerdvan mijn Italiaanse vrienden. Jehebt die ene vraag, waar je uren over kunt discussiëren:doejedemelkmeteen bijhet gehakt of voeg je de melk er pasophet laatstaan toe? Ik ben een puritein,demelk moet meteen bij het gehakt.Nee, de pesto maak ik tegenwoordiggewoon in de keu- kenmachine. Marcella Hazan,de schrijfster vanmijn kookbijbel, zegt dat je dat met gerust gewetenmag doen.”
Racen
“Met kokenenvrouwen één van mijn passies.Met het autoracenis mijn tweede jeugdbegonnen, zegik weleens.Het is grappigdat je op je 45stenog aan iets heelnieuws kunt beginnen. Racen is geweldig, een
spektakel.Mooie vrouwen, mooie wagens,alleswathet levendemoei- te waardmaakt.Als ik na een race eendikkesigaar opsteekeneenbor- relneem, voel ik dat ik heel ergleef. Hetlekkerevan racenisdat de we- reld even helemaalverdwijnt.Jezit heelerg strak ingesnoerdineen naar jouw lichaam gevormd stoel- tje. Eenbaarmoedergevoel.”
Scheiden
“De grootste mislukkinguit mijn le- ven. Als je gaat scheiden als je kin- deren hebt,heb je iets niet begre- pen. Ik kreegiets met een jongere vrouw,enmijn vrouwheeftmeeruit getrapt. Zoals je in het boek kunt le- zen, is dat met die vrouwniets ge- worden. En dan vindjejezelf terug op eencamping. Alleen. In eenca- ravan.”
Inhaalrace
“Mijn nieuweboek.Overdat ik erop mijn veertigste achter kwam dat ik niet leefdehoe ik wildeleven. Ik
Camping
“Ach,met je zonen in de zomer om zevenuur ’s ochtends in het IJssel- meer zwemmen en daarnaindeau- to naar school luid meezingenmet Zucchero. We vielen het levenaan. Maar die tijdwas ook heelconfron- terend, omdat ik heelslecht tegen eenzaamheidkan. Dat heeft te ma- kenmet de hartoperatie die ik als kind onderging. Ik werd drieinhet ziekenhuis,enmijn moedertjewas er niet altijd. Ik dacht dat mijn pa- niekaanvallen met de scheidingte maken hadden. Mijn haptonoom zegt dat ik de eenzaamheid de baas moet worden. Afijn, de zoektocht naar balansduurt voort.”
Mediteren
“Datprobeerikelkedag 25 minuten te doen.Ommijn hoofd leeg te ma- ken. Ik hebeen hectischleven. Soms,als we opnames maken, maak ik op ééndag meermee dan iemandinéén maand. Tijdens het mediterenkan ik alles eenplek ge-
‘De reünie is een deel vanmijn leven.Daarvoor maakte ik vooral programma’ster meerdere eer en glorie vanmezelf’
misteeen bepaalde doorleefdheid, wasenwildealles te snel.Nadepi- lotaflevering vanDereünie zei eind- redacteur PeterBlom dat hijalles goed vond. Behalve dat ik te snel vragen stelde. ‘Denk één tellanger na’, zeihij.Iksloegiets over,be- greepik, en dat wasmijn eigenge- voel.” “Ik was, denk ik, bang dat ik in
huilen zou uitbarstenals ik werke- lijkhad beseft watsommige men- sen zeiden. Bangomuit het veld ge- slagenteraken. Zei PeterBlom: ‘Wees noueens lekker uit het veld geslagen!’ Dat hebikopgepakt.Eer- dereprogramma’swarenmisschien te hijgerig, met De reünie zit ik op het goede spoor. Ik denk dat ik er ook levenslessen vanheb geleerd. Een alzheimerpatiëntinhet pro- gramma droegmeopmoediger te zijn,mijnhart tevolgen. Ikbengaan racen.”
Rechtskabinet
“Ik waszoblij dat dat er niet leek te gaan komen! Maar dat gekonkel metdie briefvanAbKlinkaanMaxi- me Verhagenbetekende weer het zoveelstefaillissement vandepoli- tiek.”
ven, of, als ik de heledag in de ver- keerde kleren hebrondgelopen, mezelf leren dat ik ’s ochtends eerst naar het weer moet kijkenvoordat ik iets aantrek.Het is heel ontspan- nendomeentijdje in hetnute zijn.”
Vijftig
“Leuk! Deze week werd ik vijftig, in de uitnodigingschreef ik: laten we vierendatwevanbuitenenvanbin- nen nogspringlevend zijn. Ik ben niet meer zo wanhopigals toen ik veertigwerd. Misschien moet ik me minderjeugdig kleden, in driedelig grijs, stropdas.Een wandelstok ko- pen.”
Roem
“Het is net als geld: als je het een- maal hebt,doet het er niet meer toe.”
CarolinevandeWiel
“Daar hebikechtnog nooit vange- hoord.”
RobKamphues:Inhaalrace.Oversnel- heid,vrijheidenwareliefde.Thomas Rap,€16,90.
stellen:welopen vanBerlijn naarMos- kouofwereizen de hele kust vanGroot- Brittannië af. Ze hoevendan alleen maar op te schrijvenwat ze onderweg meemaken.Hetschrijft zichzelf, als je een beetje schrijvenkunt. Maar ze hebben het ookmoeilijk,
R
wantwatdoe je als je niets interessants of zelfs helemaal nietsmeemaakt?He- lemaalnietsmeemaken isonmogelijk, maar het schrijvertje kandingenzien diewerkelijk niets bijhemoproepen. Kijk, die boulevard,waar al die mensen lopen. Die mensenlopen daar.Nou en? Zo lopenmensen op boulevards.Nou ja, eenbrassband speelt er eenmars- muziekje.Geinigwel,maarwatmoet je er verder over zeggen? Als je niet de goede ontvankelijke of anderszinsbezielde stemminghebt(er- gernis is ook goed of lol of een fijneme- lancholieke herinnering), hebjeniets omover te schrijven.Hetreisschrijver- tjekan besluiten die boulevard over te slaan, maar zoiets kanhij niet ongeli- miteerddoen, zekerniet als hij de ge- beurtenissen op zijnrouteineen chro- nologischverhaalgiet. Wegaan er hierbij vanuit dat eenver-
haal geheelofgedeeltelijkverzinnen niet tothet genrevan de reisliteratuur behoort, al hebikhet vermoeden dat in reisboeken fictie vakermeedoet dan je zou denken.
Hetschrijvertje staat opeenkleinstation
Diefictie kansubtiel zijn.Hetschrijver- tje–indit gevalheet hijWolfgangBü- scher–staat op eenklein station.Datis doorhet spoorwegnet verbondenmet anderestations,ook grote.Hetkomt vakervoor dat eenklein stationver- bonden is met een grootstation, mits eenspoorlijn is aangelegd en die spoor- lijnniet kapot is. Deschrijver, die terplaatseniet zo
veel gedachten heeftomdat zichnu eenmaalgeen pakkende observaties aandienen, besluit verbaasd te zijn over het feitdat dit armetierige station- netje, door eenononderbroken spoor- lijn nogwel, verbondenismet de grote, rijkestad. Hij heeft misschien overwogen dat
stationnetjeoverteslaanofonderte brengenineen bijzin, maar hij heeft eenemotie nodig, liefst één die niet voor de hand ligt,opdat de lezerbeseft dat hijmet een bijzondere persoonlijk- heid temaken heeft.Ikbeschouwzijn verbazingals een vormvanfictie. Drie bladzijdeneerder in zijnboek
Duitsland,een reis kiesthij voor de tegenovergestelde gemoedstoestand, als hij aan eenMecklenburgsebaai iets vreemdsziet: ‘Ikwasniet verbaasd in eenberkenboomeen kaketoetezien zitten, verbaasd bekeken doorwande- laars.’Diepzinnigheid voorwenden kan hij ook goed. Alleshumorloos. ReisschrijverWolfgangBüscher heeft
prijzen gewonnen in Duitsland. Maar ja, dat heeft CeesNooteboomook.
b.fromme@
parool.nl
eisschrijvertjeshebben het ge- makkelijk, maar ookweer niet. Ze hebben het gemakkelijk om- dat ze zicheen eenvoudigdoel
BobFrommé
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100 |
Page 101 |
Page 102 |
Page 103 |
Page 104 |
Page 105 |
Page 106 |
Page 107 |
Page 108 |
Page 109 |
Page 110 |
Page 111 |
Page 112 |
Page 113 |
Page 114 |
Page 115 |
Page 116 |
Page 117 |
Page 118 |
Page 119 |
Page 120 |
Page 121 |
Page 122 |
Page 123 |
Page 124 |
Page 125 |
Page 126 |
Page 127 |
Page 128 |
Page 129 |
Page 130 |
Page 131 |
Page 132 |
Page 133 |
Page 134 |
Page 135 |
Page 136