search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Aangepaste nitraatbemesting toonde duidelijke verschillen in kopdikte.


Bij een extreem lage nitraatgift in de proef was de verwachting dat het gewas dan niet meer zou groeien. Maar met een re- delijk hoge watergift bleek het gewas er toch goed doorheen te komen. Ondanks de lagere concentraties in mmol/l werden nog voldoende meststoffen meegegeven door de hogere watergiften.” Op grond van een bezoek aan de proef concludeer- de een aantal telers dat er in de praktijk soms wel eens te veel water wordt gege- ven, en dat er blijkbaar meer mee te stu- ren valt, onder andere door drainwaardes sterker bepalend te laten zijn voor de aan te houden druppelhoeveelheden.


Minder plantmassa Als referentie is als standaardnorm voor de nitraatbijdrage 15 mmol/l in de EC-gift aangehouden. Vereijken: “Dat is nog best veel. In de praktijk worden bij tomaat vaak al iets lagere waardes aangehouden. Van Kempen: “Als je 12 mmol/l nitraat toedient bij 3 EC, gecompenseerd door een verhou- dingsgewijze verhoging met sulfaat, dan bleek dat in de proef voldoende. Maar ga je naar onder de 10 mmol/l nitraat in de gift, dan is dat te weinig, en raak je te veel groei kwijt, wat ook ten koste gaat van productie. Daar ligt een ondergrens. Al kun je het natuurlijk wel kortdurend even- tjes tolereren, als je even sterk wat extre- mer wil bijsturen. We hebben in één van de behandelingen ook slechts 5 mmol/l nitraat meegegeven. Met zo’n extreem


laag stikstofschema zag je echt wel ge- breksverschijnselen ontstaan.” Waar de hoeveelheid stikstof extreem werd verlaagd, en volledig werd vervan- gen door chloride, bleek dit de fosfaat- opname te bemoeilijken. Als fosfaat in de plant te laag wordt, kan het suikertrans- port van bladeren naar de vruchten stil komen te liggen, wat ten koste gaat van het suikergehalte of de brix-waarde in de vruchten. In deze proef met chloridecom- pensatie bleken planten nauwelijks min- der bladmassa te produceren dan bij de standaard referentiebemesting met stik- stof. Het generatieve effect van deze teelt- maatregel is dus gering. Waar dezelfde gereduceerde hoeveelheid nitraat werd verrekend met alleen sulfaat, bleek wel een duidelijk effect op de ge- wasgroei op te treden. Hier was sprake van een generatievere plantreactie. “Bij nitraatreductie ging je plantmassa missen, wat je onder andere ook terugzag in een geringere stengeldikte”, stelt de adviseur vast. “Bij een lagere nitraatgift en in ver- houding hoger sulfaat in het gietwater lag de plantmassaproductie 12% lager dan bij de standaard referentiewaarden. Bij ex- treem lage nitraatwaarden was de rem- ming nog groter, en leverde je zelfs 38% in op gewasgroei.” Vereijken komt op grond van bovenstaande waarnemingen tot de conclusie dat bij nitraatverlaging het bes- te gecompenseerd kan worden met een combinatie van zowel chloride als sulfaat.


Vegetatief bijsturen Tegenovergesteld aan bovengenoemde nitraatbeperkingen, is ook het effect van juist extra nitraat op de gewasgroei on- derzocht. Bij inwisseling van nitraat voor extra chloride was dit effect gering. Een hoge tot extreem hoge nitraatdosering, met verlaagd chloride, leverde slechts en beperkte plantmassaverhoging van 3% tot 10% op. “Terwijl je daarmee wel de kans vergroot op problemen met de plantweerbaarheid.” In de proef bleek dat er bij 20 mmol/l nitraattoediening weinig verschil in nitraatopname in de plant meetbaar was ten opzichte van 25 mmol/l nitraat. Bij sul- faatcompensatie van nitraat was een gro- tere invloed op de vegetatieve plantreac- tie waar te nemen. Eindconclusie is dat er door middel van nitraat wel degelijk te sturen valt op ge- wasgroei. Vereijken : “Je zult daarbij dan wel continu moeten blijven meten, anders loop je het risico dat je door een onder- grens heen gaat.” Het is echter nog te vroeg om op basis van de opgedane ervaringen al vaste streef- waarden neer te kunnen leggen, die aan- geven bij welke bemestingswaarden en plantsapcijfers het gewenste gewas- groei-effect zal gaan optreden. Maar de verwachting is dat, met meer verzamelde data, hier in de toekomst wel degelijk be- tere uitspraken over gedaan kunnen wor- den. En op praktijkniveau wordt een her-


▶ GROENTEN & FRUIT | 18 juni 2021 35


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48