search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
901 | WEEK 51-01 19 DECEMBER 2018


65 Internaatsverhalen van schipperskinderen voor Fries Scheepvaart Museum


de foto’s rond de schippersinternaten. Het Fries Scheepvaart Museum heeſt al enkele ac- tiviteiten georganiseerd. In oktober is er een avond georganiseerd waar Sippie Tichelaar, voormalig wedstrijdverslaggeefster van het skûtsjesilen voor Omrop Fryslân, de geno- digden bevraagt over hun ervaringen op het schippersinternaat.


Seffinga: “Op die avond is mij duidelijk gewor- den dat het leven op het internaat een hele grote impact heeſt (gehad) op het verdere le- ven van deze schipperskinderen. Sommigen deden hun verhaal hier met tranen in de ogen. Zij voelden zich verlaten van ouders en gezins- leden. Anderen hebben geen slechte herinne- ringen aan hun internaat tijd maar geven aan dat de band met hun overige gezinsleden hier- door wel minder is geworden. Zeker als er een groot leeſtijdsverschil tussen de kinderen in het gezin zat”.


Er zijn aanwezigen op die bewuste avond die hun verhaal niet willen of kunnen houden. De museumdirecteur ziet dat sommige aanwezi- gen de boot bewust afhouden. Dát intrigeert hem bijzonder. Hij besluit dat er toch iets met deze, nu nog levende, geschiedenis gedaan moet worden. “Wij zijn als museum niet alleen een huis vol schilderijen en scheepsmodellen, ook het doorgeven van de menselijke beleve- nissen in de scheepvaart zie ik als onze taak”. Voor een deel is het al geschiedenis. Aan de andere kant gaan er nog steeds (schippers)- kinderen naar een internaat. Ook daar is een thema-avond aan gewijd.


Internaatschip Prinses Marijke in Sneek.


SNEEK Het Fries Scheepvaart Museum heeſt al enige tijd een serie foto’s van fotograaf Cas Oorthuys in depot. Foto’s uit de vijſtiger jaren van de vorige eeuw met als onderwerp; Gerben de Jong en zijn werk voor schippers- kinderen. Die foto’s vormen de aanleiding tot een serie activiteiten met als centraal thema: ‘Het internaatsleven van schippers- kinderen’. De foto’s en verschillende attri- buten roepen de sfeer op van het schippers- onderwijs en het internaatsleven in die tijd. De expositie rondom deze foto’s is nog tot 13 januari 2019 te bewonderen in het Fries Scheepvaart Museum te Sneek.


JAN DOUWE TIEMERSMA


Het internaatsleven van schipperskinderen is volgens directeur Meindert Seffinga van het Fries Scheepvaart Museum een onderbelicht thema. Met deze expositie en enkele andere activiteiten, wil hij ook deze (recente) nauti- sche geschiedenis voor het voetlicht brengen. “Wij zoeken naar de verhalen van de inter- naatskinderen van toen om die op één of an- dere manier door te kunnen geven”.


Schipperskinderen gaan voornamelijk in de tweede helſt van de 20ste eeuw naar het in- ternaat. In het begin van de vorige eeuw gaan veel schipperskinderen gewoon helemaal niet naar school. Sommigen alleen wanneer zich daarvoor de gelegenheid voordoet. Als het schip bijvoorbeeld langer dan 48 uur stil ligt en vooral ‘s winters als het ligt ingevroren. Ondanks de leerplichtwet van 1900, bleef het onderwijs aan schipperskinderen een groot probleem. De in IJlst geboren Gerben de Jong heeſt zich zijn hele leven lang ingezet voor be- ter onderwijs aan schipperskinderen. Vanuit het Onderwijs Fonds voor de Scheepvaart zorgde hij voor oprichting van schippersvak- scholen. Daarnaast heeſt hij zich ingezet voor de oprichting van schippersinternaten.


Nieuwe tijden Gerben de Jong wordt op 14 juli 1884 gebo- ren in IJlst als zoon van een werfbaas. Zijn vader bouwt houten schepen bedoeld voor de vaart op de Friese binnenwateren; hij kan er echter niet toe komen de overstap te ma- ken naar de bouw van ijzeren schepen, waar- door de werf failliet gaat. Gerben moet op zoek naar een andere toekomst. Hij gaat de


binnenvaart in en weet zich op te werken tot kapitein. In tegenstelling tot zijn vader, heeſt hij wel oog voor de ontwikkelingen van de ‘nieuwe tijd’. Hij ziet in de technologische ont- wikkelingen de noodzaak voor bundeling van krachten. In 1912 wordt hij mede-oprichter van de ‘Vereeniging van Gezagvoerders in de Binnenvaart’. Deze vereniging doet, hoewel niet met dat doel opgericht, voornamelijk vak- bondswerk voor haar leden. Zij hebben echter wel oog voor de noodzaak van goede scholing voor aankomende schippers en kapiteins. Er moet vakonderwijs komen, specifiek gericht op de binnenvaart. In 1915 wordt daarmee een begin gemaakt in samenwerking met de schippersvereniging Schuttevaer.


(K)OFS Het vakonderwijs groeit en daarmee de nood- zaak om het meer te structureren. Mede door de vereniging van gezagvoerders wordt daarom in 1921 het ‘Onderwijs Fonds voor de Scheepvaart’ opgericht (later voorzien van het predicaat ‘Koninklijk’, red.). Gerben de Jong wordt eerst voorzitter en later di- recteur van het OFS. De stichting richt dag- nijverheidsscholen op voor Rijn-, Kust- en Binnenvaartonderwijs. Het (K)OFS groeit uit- eindelijk uit tot dé onderwijsinstelling voor de binnenvaart. Naast de dagnijverheids- scholen ontwikkelt het fonds ook een ‘leerlin- genstelsel’ voor het vervolgonderwijs. Zo kan men aan boord verder leren voor de functie van stuurman of kapitein. In die tijd zijn het nog voornamelijk jongens die deze scholen bezoeken. Omdat niet alle leerlingen, zeker niet de schippersjongens, in de buurt wonen van de dagnijverheidsscholen, richt het (K) OFS ook internaten op bij de scholen. In 1949 heeſt Gerben de Jong de pensioengerechtigde leeſtijd en neemt hij afscheid van zijn (K)OFS. Maar niet van het onderwijs aan schippers- kinderen. Dat ligt hem ook daarna nog na aan het hart.


Schippersinternaat In de vorige eeuw hebben heel wat schip- perskinderen verschillende ‘scholen voor lig- plaatsonderwijs’ bezocht. In het gunstigste geval gaan ze een paar jaar aan de wal; in de kost bij familie of bij een (wildvreemd) kost- gezin. Zo kunnen ze hun schooltijd op één en dezelfde school doorbrengen; zoals bijvoor- beeld in Sneek. Hier wordt in 1930 de Willem


Lodewijkschool opgericht voor onderwijs aan schipperskinderen. De meeste kinderen die deze school bezoeken, verblijven inder- daad bij familie of kostgezinnen. Sommige van deze kostgezinnen doen dit vooral voor de extra inkomsten. Een internaat is er ech- ter niet. Gerben de Jong wil in dit hiaat voor- zien en weet de hand te leggen op ‘accom- modatieschepen’ van de NS. Deze zijn na de oorlog gebruikt bij de wederopbouw van de spoorbruggen in Nederland. Eén van deze schepen komt in Sneek terecht als inter- naatsonderkomen voor de leerlingen van de Willem Lodewijkschool. Het krijgt de naam ‘Prinses Marijke’ en wordt afgemeerd aan de Geeuwkade in Sneek. Dit is één van de, des- tijds meerdere, internaten voor schoolgaande schipperskinderen in Nederland. Instellingen die zich inzetten voor de schipperskinde- ren maar waar het leven zich tóch anders af- speelt dan in de normale gezinssituatie. Men slaapt op grote slaapzalen, eet gezamenlijk, er is kortom niet veel privacy voor het indivi- duele kind.


Toen en Nu De ontwikkelingen in het leven op het inter- naat van toen, zijn gespiegeld aan het leven op het moderne internaat van de Maritieme Academie en het maritiem onderwijs in Harlingen, dat dit jaar 200 jaar bestaat. In dat kader heeſt de huidige directeur van de Maritieme Academie Harlingen tijdens en the- ma-avond (oud)-leerlingen van deze school geïnterviewd. Op die avond zijn er drie gene- raties vertegenwoordigd Sjoerd Popma die eind zeventiger jaren de KOFS-school bezocht, Harmen Brouwer die begin deze eeuw het Noordzee College bezocht en Thijs van 14 jaar die nu op de Maritieme Academie Harlingen vertoeſt. Zowel het Noordzee College als de Maritieme Academie Harlingen zijn rechts- opvolgers van de eerdere KOFS-school Oranje Nassau in Harlingen.


Het blijkt dat de ontwikkelingen ook in die wereld niet stil hebben gestaan. Waar vanaf de vijſtiger tot de tachtiger jaren een vrij ri- gide handhavingssysteem heerste en de leer- lingen als groep werden behandeld, is er nu meer ruimte voor het individu. Toch blijven er ook bij de jeugd van nu vragen bij som- mige internaatregels, blijkt uit het vraagge- sprek dat directeur Arjen Mintjes met zijn drie (oud-)leerlingen heeſt. En iedereen heeſt zijn eigen beleving van het leven op een inter- naat. Dat blijkt ook uit alle reacties die het Fries Scheepvaart Museum tot nu toe al heeſt gekregen.


Gerben de Jong.


Internaatsverhalen De verhalen van dat individuele schippers- kind uit die tijd, is de rode draad in de activi- teiten naar aanleiding van de expositie van


“Hoe de tijd op het internaat wordt ervaren, hangt ook sterk af van hoe je zelf in het leven staat”, zegt Meindert Seffinga: ”Twee mensen die in dezelfde periode op het internaat heb- ben gezeten, kunnen dat toch heel verschil- lend hebben beleefd. Wij willen zoveel moge- lijk van die individuele ervaringen optekenen. Er is al veel gereageerd naar aanleiding van publicaties in diverse media. In een schriſt op een schoolbankje in de expositieruimte kun- nen mensen hun naam en telefoonnummer of e-mailadres achterlaten. Wij nemen vervol- gens contact met hen op om hun verhaal op te tekenen. Diegene dit artikel leest en graag zijn of haar verhaal aan ons kwijt wil, nodig ik van harte uit om contact met ons op te nemen. Dat kan telefonisch maar ook via de mail”.


Het telefoonnummer en het mailadres van het Fries Scheepvaart Museum zijn te vinden op hun website www.friesscheepvaartmuseum.nl


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96