38
Suzanne staart uit het raam van haar slaap- kamer. Het is half december en vijſtien gra- den buiten, de zon schijnt. Ze houdt van de zon maar in december moet het donker en grijs zijn, vindt ze. Dat hoort gewoon bij die maand en het maakt feestdagen zoals Kerst en Sinterklaas extra gezellig. Het is dan wel vroeg donker buiten, verder lijkt het alsof het voorjaar is. Daarbij maakt ze zich zorgen over het klimaat; vanochtend las ze weer op
Nu.nl dat het weer steeds warmer en ex- tremer wordt vanwege de klimaatverande- ring. Ook op het Scheepvaart en Transport College, waar ze op school zit, hoort ze ver- halen van klasgenoten waarvan de ouders varen. Vanwege het extreem lage water kun- nen ze lang niet overal meer komen, sche- pen kunnen minder lading meenemen en de rivieren zijn smaller waardoor schepen veel minder ruimte hebben. Er moet iets gebeu- ren vindt Suzanne, maar wat?
SANNE VERHOEFF
Een dag later schrikt Suzanne wakker van het irritante gepingel van haar wekker. Snel drukt ze op de sluimer button van haar telefoon, nu kan ze nog acht minuten soezen tot het alarm weer afgaat. Ze heeſt geen zin om naar school te gaan vandaag, het is bijna kerstvakantie en net die laatste schoolweek heeſt ze nog een paar toetsen, bah. “Opstaan Suus”, roept haar moeder van onderaan de trap. “Je hebt nog een kwartier”. Een kwartier, hoe komt haar moeder daar nu bij? Ze kijkt nog eens op haar telefoon en ziet dat het al bijna 8 uur is. “Chips”, mompelt ze bozig. Nu moet ze toch nog haasten, over een kwartier moet ze inder- daad al de metro hebben.
Snel springt ze onder de douche, kamt haar lange blonde haren, schiet in haar spijker- broek en blauwe lievelingstrui en rent de trap af. Haar moeder is zo lief geweest alvast haar boterhammen te smeren. “Laatste keer hoor Suus, je moet echt beter op de tijd gaan let- ten”. Met haar mond vol brood bedankt ze haar moeder, waarna ze een beker melk naar binnen klokt. Daarna heeſt ze nog precies vijf minuten over om haar tanden te poetsen, jas aan te doen en naar de metrohalte te lopen. Ze boſt dat ze in het centrum van Rotterdam woont en dus lekker dichtbij school, een paar haltes met de metro en dan is ze er al. Dat geldt niet voor al haar klasgenoten, die moe- ten soms van ver komen.
Een goede keuze Suzanne zit nu in het tweede jaar van de mbo 4 opleiding Scheeps- en Jachtbouwkundige en ze weet inmiddels dat ze de goede keuze heeſt gemaakt. Voordat ze aan deze opleiding be- gon, had ze geen idee wat ze wilde worden. In tegenstelling tot de meeste van haar vriendin- nen was ze goed in de exacte vakken en ma- tig in de talen. Zodra ze Frans kon laten val- len, deed ze dat. Toen ze eens in een weekend met haar vader een fietstocht maakte over de Tweede Maasvlakte, genoot ze van de langsva- rende schepen, de geur in de haven, de sfeer, het water; eigenlijk van alles. Plotseling wist ze wat ze wilde, althans ongeveer. Iets met ha- vens en schepen moest het worden. Ze vertel- de het aan haar vader en ook hij was meteen enthousiast. Al hoopte hij stiekem niet dat zijn dochter in de toekomst zou gaan varen, dan moest hij haar steeds een paar weken mis- sen. Ach, als ze achttien was ging ze misschien toch de deur uit. Ook aan dat idee kon hij niet wennen.
Eenmaal thuisgekomen na dit vader-doch- termoment, pakte Suzanne meteen de lap- top erbij. Ze wist waar ze moest zijn; het Scheepvaart en Transport College natuurlijk. Ze kende het bijzondere gebouw goed, van de buitenkant althans. Het was vanaf verschil- lende plekken langs de Rotterdamse wate- ren goed te zien en het leek haar eigenlijk best gaaf om daar op school te zitten. Stel je voor wat een mooi uitzicht ze zou hebben vanaf dat bovenste gedeelte. Na een open dag te
hebben bezocht wist Suzanne het zeker; hier moest ze zijn. Ze koos niet voor een opleiding tot schipper want eerlijk gezegd moest ze er zelf ook niet aan denken weken van huis te zijn. Daarbij was haar oog gevallen op de op- leiding Scheeps- en Jachtbouwkundige. Hier stond bij dat ze met deze opleiding uiteinde- lijk aan de slag kon op een werf, dat ze mee kon gaan werken aan de bouw of reparatie van een schip en vooral te vinden zal zijn in de te- kenkamer of op de werkvloer. Ze zou vooral technische vakken krijgen zoals scheepsbouw- kunde, vaktekenen, elektrotechniek, sterkte- leer en automatisering. Dat leek haar gewel- dig. Helaas kwamen ook de saaien vakken als Nederlands, Duits en Engels aan bod maar dat zou overal wel hetzelfde zijn. Suzanne had haar keuze gemaakt.
Nieuw opleidingsschip Inmiddels zit ze in het tweede jaar en Suzanne geniet van (bijna) elke dag. De afgelopen we- ken heeſt ze het extra druk want samen met nog een stuk of 25 anderen werkt ze elke don- derdagmiddag drie uur lang aan de ontwik- keling van een nieuw opleidingsschip in het gloednieuwe Skillslab Maritiem van de school. Als Suzanne in de metro beseſt dat het van- daag ook donderdag is, heeſt ze opeens weer zin in deze dag. Eerst nog een toets van Engels, daarna Scheepsbouwkunde, dan Wiskunde en Automatisering en daarna een hele lange pauze. Vanaf drie uur vanmiddag verzamelt het ontwerpteam zich in het Skillslab. Suzanne zucht eens diep, ze wilde dat het al tijd was.
Eenmaal aangekomen bij halte Coolhaven stapt ze uit de metro en rent naar de ingang van het gebouw. Als allerlaatste komt ze aan in het lokaal, waar de tafels al in de toets opstel- ling staan. Ze staan zover uit elkaar dat afkij- ken moeilijk wordt. Voor haar geen probleem maar als ze het benauwde gezicht van haar vriend Bas bekijkt, weet ze dat dit niet voor ie- dereen geldt. Ach, had hij maar moeten leren hoor, zo moeilijk is het niet. Tijdens het ma- ken van de toets is het doodstil in het lokaal, je hoort alleen het schrappen van de pennen over het papier. Suzanne is als eerste klaar en na het inleveren van haar blad mag ze het lo- kaal verlaten.
Skillslab Maritiem Zal ze alvast even bij het Skillslab gaan kij- ken? Het is nog niet zo lang geleden geopend en sindsdien gaat ze er het liefst elke dag even heen. Via de lange roltrappen laat ze zich naar de begane grond van het schoolgebouw voe- ren en recht tegenover de receptie bevinden zich de deuren naar het lab. Zodra ze hier bin- nenstapt, voelt Suzanne zich thuis.
De ruimte bestaat uit twee verdiepingen; be- neden worden prototypes van schepen ge- maakt met hulp van de nieuwste technie- ken zoals 3D printers, een lasersnijder en een sleeptank die speciaal voor het STC is ont- worpen. Suzanne loopt naar de langwer- pige waterbak en het gladde water. De bak wordt gebruikt voor het testen van verschil- lende scheepsvormen. Aan het begin van de waterbak zit een sleeparm, met daaraan een scheepsmodel dat door de bak gesleept kan worden. Zo wordt bijvoorbeeld de diepgang en de weerstand gemeten. Het modelscheepje kan beladen worden, zodat bekeken kan wor- den welke gevolgen dit heeſt voor diepgang en weerstand. Prachtig vindt Suzanne het. Zou ze even op die rode knop drukken, waarmee het sleepproces in werking wordt gesteld? Nee, ze durſt het niet. Stel je voor dat iemand haar ziet, ze weet niet eens of het wel mag. Snel haalt ze haar wijsvinger door het gladde water, dat kan ze echt niet laten.
Laagwaterproblemen Suzanne kijkt op haar horloge, ze heeſt nog tien minuten voordat de volgende les be- gint. Ze kan nog even naar bovenste verdie- ping van het lab dus. Er staan tafels opgesteld met ruime banken eromheen, waar in groep- jes gewerkt kan worden. Hier worden ideeën
geboren voor het nieuwe opleidingsschip van het STC, dat gebruikt wordt voor de binnen- vaartopleidingen. Er wordt gebrainstormd, ge- schetst, getekend, er worden 3D ontwerpen gemaakt en er wordt ook veel gekletst natuur- lijk. Aan deze tafels heeſt Suzanne haar vriend Bas beter leren kennen bijvoorbeeld. Hij is de zoon van een binnenvaartschipper en hij vaart regelmatig mee met zijn ouders. Hij vertelde dat ze de afgelopen zomer enorme proble- men hebben gehad met het laagwater. Ook in het ontwerp van het opleidingschip is daarom rekening gehouden met de toekomstige lage waterstanden.
In het ‘Programma van Eisen’, zoals dat zo mooi heet, stond dat het schip een diepgang van 2,50 meter moest hebben. Dat is al aange- past naar 1,50 meter. Sowieso moest het nieu- we schip aan allerlei eisen voldoen. Eigenlijk moet alles anders worden op het nieuwe schip, behalve het vaargebied dan. Het nieu- we schip moet vooral duurzaam, innovatief en toekomstbestendig worden en daarnaast her- kenbaar zijn als STC-schip. Er is wat geschetst aan deze tafels. Suzanne glimlacht en is hele- maal in gedachten verzonken, totdat ze de bel hoort. De les is afgelopen en het volgende uur begint over vijf minuten.
Weer neemt ze de roltrap, deze keer naar bo- ven. Onderweg komt ze Bas tegen. Hij volgt dezelfde opleiding en ze moeten dus in het- zelfde lokaal zijn. “Jij was snel klaar”, zegt hij. “Ja, goed geleerd he”, antwoordt Suzanne. “Ik had ook goed geleerd maar het blijſt ge- woon niet hangen bij mij. Ik ben zo slecht in die Engelse grammatica. Ik snap er geen snars van. Kun jij me geen bijles geven ofzo?” Lachend schudt Suzanne haar hoofd. “Nee hoor, daar heb ik het veel te druk voor. Heb jij trouwens ook dat bericht op
Nu.nl gezien, over het weer dat steeds extremer wordt? Belachelijk toch. Het is vandaag ook weer hartstikke warm buiten voor de tijd van het jaar. Overal kerstverlichting en kerstbomen op straat en in de stad maar dan met lenteachti- ge temperaturen. Ik wil ijs en sneeuw verdorie. Maak jij je geen zorgen over de scheepvaart? Jouw ouders varen toch, zijn zij niet bang voor die lange periodes van laagwater? Misschien moeten we naast dat opleidingsschip eens nadenken over een heel nieuw soort binnen- vaartschip, dat rekening houdt met die lage waterstanden”. Suzanne zegt het met een lach maar na het zeggen van deze woorden kijkt Bas haar opeens bloedserieus aan. “Dat is misschien helemaal niet zo’n gek idee, mis- schien kunnen we vanmiddag wat langer in
901 | WEEK 51-01 19 DECEMBER 2018
Bas en Suzanne ontwerpen bijzonder schip van
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96