901 | WEEK 51-01 19 DECEMBER 2018
HAVENDEBAT IN TEKEN VAN HOOGCONJUNCTUUR ‘Niemand wil extra betalen voor betrouwbaar vervoer’
ROTTERDAM Het negentiende Havendebat Rotterdam op woensdag 12 december in het theater Lantarenvenster stond vooral in het teken van de aanhoudende hoogconjunc- tuur en de nare neveneffecten daarvan op de Rotterdamse haven en de hele logistie- ke keten erachter. Zoals het congestiepro- bleem binnen de containeroverslag, terwijl de winstgevendheid in deze sector nog hele- maal niet vanzelfsprekend hoeſt te zijn.
MARK VAN DIJK
Tevens blijkt het klimaatbeleid al bij voor- baat te gaan knellen, omdat extra kosten voor de invoering van zwavelarme brandstof in de zeescheepvaart in de loop van volgend jaar nog helemaal moeten worden doorberekend aan de uiteindelijke klant - de consument. En dan komt daar het uitzonderlijke laagwater op de grote rivieren voor de binnenvaart er als een extra probleem bij. En alle sectoren kam- pen met personeelstekorten.
Veel van de economische ongemakken wor- den in de praktijk omgezet in toelagen op de vrachtprijs, die daarmee vrijwel automa- tisch aan de volgende logistieke ketenpartner wordt doorberekend. Zo is er al de congestie- toeslag, kennen we de bunkertoeslag, die voor laagwater en her en der geldt er zelfs een hoogconjunctuurtoeslag.
Wildgroei Het is juist de ‘wildgroei’ aan zulke toeslagen, die verladers-woordvoerder Rogier Spoel van brancheorganisatie evofenedex met een pitch tijdens het Havendebat wilde aankaarten: “Waarvoor dienen ze, hoe zijn ze opgebouwd en hoe zit het met de rechtmatigheid ervan?” In zijn beleving zijn toeslagen alleen bedoeld geweest voor spaarzame calamiteiten en ver- vuilen ze het systeem: “Gezonde container- vaart is gebaat bij goede tarieven”. Achteraf opgelegde toeslagen maken het logistieke proces moeilijker planbaar en onzeker. De reacties uit de zaal waren legio. Een van
13
Een stemming over een van de stellingen tijdens het Havendebat. Links presentator Rens de Jong.
de aanwezige vervoerders ging erop los: “Wij zijn een commodity (koopwaar) ge- worden en marges worden niet gegund”. Volgens een woordvoerder van container- vervoerder Contargo zijn toeslagen ‘gewoon nodig’ onder bijzondere omstandigheden: “Anders vallen de bedrijven om”. Verladers- vertegenwoordiger Spoel hield het op een toe- slagen-vrij tariefsysteem, maar algemeen was de conclusie dat opdrachtgevers voor de laag- ste vrachtprijs gaan en betrouwbaarheid min- der belangrijk vinden.
Congestie Bij het onderwerp havencongestie kwam de betrouwbaarheid opnieuw aan de orde. Die
kost geld. En de op gang gekomen samen- werking tussen bedrijven heeſt de conges- tie weliswaar beperkt, maar nog lang niet helemaal opgelost. Een spreker namens het Havenbedrijf Rotterdam prees de initiatie- ven, maar stelde dat de ontwikkelingen aan de zeezijde – bij de diepzeeterminals – een vervolg moeten krijgen: “Het achterland moet meeveranderen”. Rob Bacchus (Hutchison Ports ECT): “De capaciteit kan beter wor- den benut. We moeten anders gaan denken over vervoer, want de kwaliteit daarvan moet omhoog”.
De langdurige periode van laagwater op de grote rivieren heeſt de Nederlandse verladers
dit jaar naar schatting 400 miljoen euro ge- kost, zo heeſt brancheorganisatie evofenedex bekendgemaakt tijdens het Havendebat. De havens van Mannheim en Bazel melden een terugval van respectievelijk 32 procent en de helſt van hun overslag.
Ben Maelissa (Danser Groep) prees deson- danks de prestaties en de grote betrouwbaar- heid van de binnenvaart – ‘de groenste moda- liteit’. Hij hield vervolgens een pleidooi voor een beter watermanagement in de toekomst. Dat zou door de vijf Rijnoeverstaten gezamen- lijk moeten worden opgepakt, met een speel- se verwijzing naar de grote stuwmeren in de Zwitserse bergen.
Wensenpakket maakt nieuwe werkschepen Rijkswaterstaat te zwaar
DEN HAAG De eerste drie door de Rijksrederij bestelde identieke multi-purpose vessels (MPV-30) voor de vlootvervanging bij Rijkswaterstaat voldoen al tijdens de bouw al niet neer aan de eisen die bij de aanbesteding werden gesteld.
Dat meldt minister Van Nieuwenhuizen in een brief aan de Tweede Kamer. Dit zijn multifunc- tionele werkschepen die tot 30 zeemijl uit de Nederlandse kust mogen varen. De hybride aangedreven MPV-30 zal worden ingezet voor de drijvende vaarwegmarkering in de Zeeuwse wateren, de Waddenzee en het IJsselmeer.
“Bij de aanbesteding is de markt uitgedaagd om sterk in te zetten op duurzaamheid en in- novatie ten aanzien van de multifunctione- le inzetbaarheid van de schepen”, schrijſt de minister. “Dit leidt zowel in de aanbesteding als bij het ontwerp tot extra complexiteit. Gedurende de bouw van deze schepen is aan het licht gekomen dat zonder aanpassing aan de schepen niet meer volledig wordt voldaan aan de eisen die bij de aanbesteding gesteld zijn”.
Dat zou mede komen door wijzigingen die aan het oorspronkelijke ontwerp zijn toegevoegd, die vervolgens weer grotere consequenties hadden dan verwacht. De gevolgen hebben te maken met zichtlijnen en diepgang van het schip. Op dit moment bevindt het project zich in de opleverfase, wat betekent dat deze schepen nog niet geaccepteerd zijn door de Rijksrederij. De schepen zijn al wel te water ge- laten, als onderdeel van de opleverfase. Rijkswaterstaat is in overleg met de Friese
De nieuwe MPV-30 zou worden ingezet op de Zeeuwse wateren, de Waddenzee en het IJsselmeer.
scheepswerf Bijlsma Wartena om te bezien welke oplossingen er mogelijk zijn. Het gaat om een tweetal zaken: zichtlijnen en diep- gang. Bij de nadere uitwerking van de beno- digde kraan zijn er aanpassingen gedaan die een negatief effect bleken te hebben op de zichtlijnen.
Aansprakelijkheid Door toevoegingen aan het ontwerp blijkt het schip dieper te liggen dan gewenst. Dat heeſt consequenties voor onder meer de inzet- baarheid, hoeveelheid lading die kan worden
meegenomen en de ligging van de slaapver- trekken. Zeker is in elk geval dat de oplevering van de schepen is vertraagd. Parallel aan het onderzoek naar mogelijke oplossingen voor de ‘gebreken’ wordt ook de aansprakelijkheids- kwestie uitgezocht.
Rijkswaterstaat heeſt besloten om in het vloot- vervangingsprogramma een pas op de plaats te maken en zeker te stellen dat de schepen bij oplevering voldoen aan de oorspronkelijke ba- siseisen. Na de MPV-30 schepen worden twee MPV-Midden schepen en de kleinere MPV-05
schepen opgeleverd, die gaan op de binnenwa- teren en tot 5 mijl uit de kust varen.
Vervangingen die in voorbereiding zijn, maar nog niet gegund, worden daarom eerst kritisch tegen het licht gehouden, alvorens te starten met de aanbesteding. Reden voor deze pas op de plaats zijn de eerdere ervaringen met de ri- gid hull inflatable boats (RHIB’s), de recente er- varingen met de drie MPV-30 schepen, alsme- de het feit dat het onderzoek van de ADR naar de problemen bij de RHIB’s nog op zich laat wachten.
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96