search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
1064 | WEEK 14-15 2 APRIL 2025


‘Zonder binnenvaart geen circulaire economie’ Milieuruimte bestaande binnenhavens onmisbaar voor toekomstige duurzame bedrijfsplannen


57


Prins Hendrikkade nu, zonder overslagactiviteiten. Een oliefabriekje is er nog wel, maar verzorgt de aan- en afvoer per as.


FRANEKER Tijdens het KBN-congres van vorig jaar november zei haven- econoom Bart Kuipers: ”Zonder binnenvaart geen circulaire economie”. Dat ging er bij de toehoorders wel in. Vervolgens temperde hij het en- thousiasme weer, door te zeggen dat vooral plaatselijke bestuurders hiervan nog niet echt doordrongen zijn.


JAN DOUWE TIEMERSMA


Veel natte bedrijventerreinen voldoen als ge- volg hiervan, door onder meer woningbouw, niet meer aan de voorwaarden voor haven- activiteiten en worden daaraan dus onttrok- ken. Bovendien wordt dertig tot veertig pro- cent van de natte haventerreinen gebruikt door niet watergebonden bedrijven (Bron: onderzoeksproject Samen Beter, red.). Veel en vooral lokale bestuurders voelen door deze huidige situatie (nog) niet het belang van hun natte infrastructuur voor de circulai- re economie van de, misschien wel heel na- bije, toekomst.


Naast de circulaire economie speelt immers ook vergroening een belangrijke rol in de toekomst van havens en binnenvaart. Voor het maken van een vergroeningsslag moet er een symbiose ontstaan tussen de havens en de binnenvaart. Dat begint al met het op grote schaal aanbieden van (betrouwbare) walstroom voor de beroepsvaart. Daarmee kan lokaal de uitstoot per direct worden teruggebracht.


Zo heeſt de haven van Amsterdam binnen de ring bijna alle openbare ligplaatsen voor binnenvaart uitgerust met walstroom. Daar geldt dan uiteraard een generatorverbod. Daarnaast wordt er hard gewerkt om ook walstroom te realiseren bij binnenvaart- wachtplaatsen in de rest van het gebied. Doorgetrokken naar de toekomst zou dit ook kunnen inhouden dat er in de havens ‘hubs’ moeten komen voor het uitruilen en opladen van ‘powerpack-containers’ die binnensche- pen van energie voorzien voor de voortstu- wing en het boordnet. In Amsterdam is hier momenteel een onderzoek naar gaande. Gegeven de huidige netcongestie ligt er, ze- ker ook voor de havens, een grote uitdaging.


Bedrijvenclusters “Om als haven een economische factor van belang te zijn, te blijven, of te worden, is het zeer belangrijk dat bedrijven uit diverse sectoren binnen een havengebied de han- den ineen slaan”, zeggen zowel Bart Kuipers, haveneconoom aan de Erasmus universi- teit in Rotterdam als Jaap Jelle Feenstra, de kersverse voorzitter van het Haven Netwerk Fryslân (HNF). Beiden geven aan dat het van


essentieel belang is dat bedrijven in de ha- vengebieden elkaar ter versterking opzoe- ken en samenwerken.


Stel: de één heeſt een verbruikspiek in de ochtend en de ander in de middag, dan kun- nen ze beter een gezamenlijke aanvraag in- dienen voor een aansluiting. Daardoor zal die dan wél gehonoreerd kunnen worden. Wet- en regelgeving zou dit anders onmoge- lijk maken bij netcongestie. Een ander voor- beeld is om met de restwarmte van het ene bedrijf te voorzien in de warmtebehoeſte van een bedrijf in de buurt. Op die manier neemt het gas- en stroomverbruik als geheel af en wordt de beschikbare netcapaciteit optima- ler benut. Gunstige bijkomstigheid is ook dat het ministerie van Economische Zaken een subsidieregeling kent voor deze zogenoem- de energieclusters. Belangrijker is dat een haven waar bedrijven samenwerken van gro- ter belang is voor de economie.


“Een goed voorbeeld hiervan is de haven van Roermond”, vertelt de haveneconoom Kuipers. “Rijkswaterstaat vroeg zich af waar- om er veel geld gestoken zou moeten wor- den in het tegen hoogwater beschermen van die haven. Toen hebben alle bedrijven samenwerking gezocht door elkaars (circu- laire) grondstoffen te verzorgen, samen in duurzame energie te voorzien en in te zetten op een duurzame bedrijfsvoering. Daarna bleek die investering voor Rijkswaterstaat wél voldoende interessant”. Overigens past deze hypothese ook perfect op de samen- werking tussen de Nederlandse binnenha- vens en de binnenvaart.


Kleine binnenvaart Nederland telt in rond de 250 binnenhavens, die samen een directe bijdrage van ruim ze- ven miljard euro en een indirecte bijdrage van ruim twaalf miljard euro leveren aan onze economie. Dit terwijl de binnenvaart ‘maar’ 900 miljoen euro bijdraagt. Die bin- nenvaart met zowel haar grote als kleine schepen, is echter wel cruciaal voor de grote impact van de havens op onze economie.


“Soms wordt vergeten dat zelfs economische grootmachten zoals Tata Steel niet zonder de binnenvaart kunnen”, betoogt Kuipers. Het aandeel van de kleine binnenvaart zou


volgens hem in de toekomst nog wel eens veel belangrijker kunnen worden. Nederland staat aan de vooravond van een enorme (woning-)bouw opgave. Bij de aanvoer van bouwmaterialen is de binnenvaart een be- langrijke factor, die volgens Kuipers een nog veel grotere rol toebedeeld zou moeten krijgen.


Zo zou hij zich kunnen voorstellen dat bij een aanbesteding in met name stedelijk gebied, het project niet aan de goedkoop- ste, maar aan de duurzaamste inschrijving wordt vergund. Bijvoorbeeld omdat die de aanvoer van materialen in een oude bin- nenstad niet over de weg maar over water laat plaatsvinden. Goed voorbeeld hier- van is de inzet van het kleinschalige City Barging bij bouwprojecten in de binnen- stad van Amsterdam. Hiervoor is uiteraard een goede overslagcapaciteit aan de rand van die stad noodzakelijk. Kleinere binnen- havens en de haarvaten van het vaarwe- gennet in Nederland zijn daarnaast voor de circulaire economie van groot belang.


Vies oud wordt schoon nieuw Goederen die voor hergebruik in aan- merking komen, zijn meestal nogal vo- lumineus. Denk aan oud ijzer, bouw- en sloopafval, oud papier, glas, en zeker niet te vergeten: plastics. Maar deze catego- rie grondstoffen valt in haar ruwe vorm nog onder de afvalstoffen. “Voor het ver- werken van afvalstoffen tot herbruikbare grondstoffen zijn de bedrijfsterreinen van havens met hun vanouds grote(re) milieu- ruimte van groot belang”, zegt Leontine de Koning-Bruggeman, programmamanager van het HNF, het Haven Netwerk Fryslân.


Onderzoek door de Stec Groep, Fontys Hogeschool en bureau Ginder voor het pro- ject ‘Samen Beter’, staaſt haar uitspraak.


De aanvoer betreſt oud en vies afval. Bij bedrijven in de havens kan dat worden


Foto JDT


gesorteerd en opgewerkt naar een schoon en nieuw product. Daarvoor is een goed geoutilleerd havengebied van essenti- eel belang. Fontys concludeert dat er een groeiend tekort bestaat aan locaties met hoge milieucategorieën en geschikte kade- faciliteiten voor de industrie. Deze locaties zijn zeldzaam en bovendien lastig en kost- baar om nieuw te ontwikkelen.


Sense of urgency Direct betrokkenen begrijpen dat bestaan- de havens, ook als er momenteel niet heel veel watergebonden activiteiten plaatsvin- den, nog steeds van groot belang zijn. In het grote geheel van (lokaal) bestuur vor- men de direct betrokkenen echter vaak maar een klein onderdeel. Zaken als bij- voorbeeld volkshuisvesting staan, ook voor de inwoners, meestal hoger op de prioriteitenladder. “In het grote geheel, ontbreekt de ‘sense of urgency’ omdat het belang nu (nog) niet zichtbaar is”, aldus haveneconoom Kuipers.


Hij vergelijkt het met de huidige netcon- gestie op het stroomnet. Al jaren roept ie- dereen dat we elektrisch moeten gaan rijden, verwarmen, enzovoorts. Maar nie- mand is op het idee gekomen dat het stroomnet daarvoor eerst wel robuuster moet worden uitgevoerd. Nu het zover is dat de massa overstapt op de ‘elektrisch aangedreven samenleving’ zit iedereen met de handen in het haar, omdat het stroomnet de vraag niet aankan. “Als we niet op onze tellen passen”, zegt Kuipers, “lopen we straks met de haveninfrastruc- tuur tegen hetzelfde fenomeen aan en is er geen ruimte om de circulaire economie te realiseren.”


Scan de code voor het Stec-manifest.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64