search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Lezersverhalen 029


ratie wil documenteren. Daarna moet ik 621 vinkjes aankruisen in het EPD. Ik wil en zal u daar niet mee vermoeien. Mij n netto gesprekstij d met de patiënt is overigens exact hetzelfde als tien jaar geleden, maar het consult duurt tegen- woordig wel tien minuten langer. Hoe zou dat komen? C/ Vroeger beter. B/ Beknopter


documenteren. Marij n Houwert (41), traumachirurg


Het ziekenfonds In 1982 kon ik als net afgestudeerd


vol was, ging het cassettebandje met een stapeltje papieren dossiers met een dik elastiek eromheen naar de typiste. Die stapel met een bandje eraan vast geclipt, had wel een nadeel: het bandje kon losraken. Dat was een ramp, want alles wat ik uit mij n brein had gewist, moest opnieuw opgeroepen worden. Net als nu bij een computerstoring waarbij het zorgvuldig getypte verslag niet is opgeslagen maar verdwij nt in cyberspace. Hoe elektronisch gemaakte brieven eruit zien, weten we allemaal: vol afkortingen en in een soort steno dat waarschij nlij k heel duidelij k is voor de schrij ver, maar niet voor de geadres- seerde voor wie het is bedoeld. Dus leve de mooie volzinnen! Loes Swaan (61), revalidatiearts


Documenteren ‘C/ Zie X. B/OK. Complicaties en herstel


besproken.’ Dit geheimschrift was aan- leiding voor een willekeurige operatie aan een willekeurig gebroken bot. Welke operatie? Het zou een gebroken enkel kunnen zij n. Het had ook zomaar een gebroken pols kunnen zij n. Kortom: je kon er alle kanten mee op. De duur van het tikken was wellicht twintig seconden. Wat overigens niks zegt over de duur van het gesprek met en de voor- lichting aan de patiënt. In de huidige tij d kom ik met 300 woorden nauwelij ks uit als ik een ope-


oefentherapeut zelfstandig bij een col- lega aan de slag. In een knusse praktij k, met één behandelruimte, gewoon aan huis. Patiëntgegevens en behandelingen bij houden deed je toen op een dubbel- gevouwen kaart. Iedere patiënt had een verwij zing en die stopte je ertussen. Elke maand declareerde je bij twee


ziekenfondsen en bij een paar parti- culieren. Heel overzichtelij k. Voor de ziekenfondsdeclaratie had je doorslag- vellen. Je schreef ziekenfondsnummer,


naam en geboortedatum op, noteerde het aantal behandelingen en telde alle bedragen bij elkaar op. Alle tarieven waren hetzelfde. De vellen verstuurde je per post. Het ziekenfonds betaalde bij na altij d zonder afwij zingen uit. Diagnosecodes kenden we niet. Verlang ik daarnaar terug? Nee, maar


wél naar de achttien behandelingen waar iedereen recht op had zonder ei- gen risico. Naar ruim de tij d hebben om een klacht goed te doorgronden. Naar geen gedoe met verschillende polissen bij verschillende zorgverzekeraars, met allemaal eigen tarieven en contracten. Ik verlang terug naar de tij d waarin patiënten niet (hoeven) komen met een te kleine aanvullende polis, dat ze niet kunnen bij betalen of helemaal niet kunnen starten omdat ze geen aanvul- lende verzekering hebben. Iedereen een vast aantal afspraken uit het zieken- fonds, dat was toch wel heel relaxed. Gerie van de Vlekkert (62), (psycho)somatisch oefentherapeut


<


Voor meer lezersverhalen: artsenauto.nl/nostalgie


Het is nu beter, of toch niet?


Ook op LinkedIn reageerden de nodige zorgprofessionals op de oproep van Arts en Auto. Zo had radioloog (n.p.) Sietske Rozie ‘de pre-marktwerkingstijd’ wel willen meemaken, terwijl GZ-psycholoog Bea Jansen terugverlangt naar ‘signifi cant minder administratie’. Huisarts Heleen Nesse-Sijtsema zou terug willen naar de tijd waarin ze gewoon een recept naar de apotheker kon sturen voor een urinekatheter en inbrengset, ‘en dat die dan dezelfde dag geleverd werden’. Apotheker Nitika Chouhan kon in die periode de geneesmiddelentekorten nog tellen op één hand. Nu heeft ze aan alle vingers en tenen niet genoeg: “Waar ik me vroeger veel zorgen maakte om een handvol patiënten, maak ik me nu elke dag enorm veel zorgen over heel veel patiënten.” Klinisch psycholoog Dinet Koopman komt uit de tijd ‘dat er nog echt privacy voor cliënten was, collega’s (Toetsingscommissie) toetsten en het zorgkantoor uitbetaalde’. “Geen omzetplafonds ook”, schrijft ze. “Dat was echt wel beter. Ik hoefde nooit iemand teleur te stellen wegens geen budget of geen contract met jouw verzekeraar.” Maar er zijn ook zorgprofessionals die niet terugverlangen naar het verleden, zoals psychiater Remke van Staveren, die bij BuurtzorgT eindelijk kan doen waarvoor ze is opgeleid: “We werken vanuit vertrouwen, geen controlerende macht boven ons. In plaats van intakes en administratie geef ik nu therapie en help ik mensen herstellen. Kortom: nu is beter, veel beter zelfs.”


<


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92