Tekst: Roel Notten Beeld: Marco Okhuizen/HH
Column
ten aan verbonden. De nettolijfrente kan zowel via de werkgever als privé worden afgesloten en staat open voor werknemers, onder- nemers en zzp’ers. Wie vrij wil kunnen beslissen over het bestedingsdoel van het
vermogen, kan ook zelf geld opzijleggen in box 3 (de belastingbox waarin inkomsten uit sparen en beleggen wordt belast). De pensioen- spaarder die op deze manier zijn toekomstige pensioenvoorziening wil regelen, moet dan wel de jaarlijkse vermogensrendementsheffing (1,2 procent over het privévermogen dat boven de € 21.139,- per persoon uitkomt) en de historisch lage spaarrente voor lief nemen. Om de finan- ciële situatie voor nabestaanden op peil te houden, kan een passende overlijdensrisicoverzekering uitkomst bieden. Welke keuze men ook maakt, aan het omkijken naar de oude dag kan niet worden ontkomen.
Voor meer informatie over pensioenadvies of het direct aanvragen van een pensioenadviesgesprek neemt u contact op met VvAA ledenservice via 030 247 47 89.
Joan Versluijs is manager Financiële Planning & Fiscaal Advies bij VvAA.
Dromen over later Samen met een aantal vriendinnen heb ik een
droom voor later: een huis in een mooi en warm buitenland. Welk buitenland dat moet worden, daar zijn we nog niet helemaal over uit. Zo denkt Fleur aan Spanje, Minke en Emma denken aan Portugal en bij mij is Italië veruit favoriet.
Gevolgen pensioenversoberingen
Joan Versluijs, manager Financiële Planning & Fiscaal Advies bij VvAA, legt aan de hand van twee voorbeelden uit hoe groot de impact is van de pensioenmaatregelen.
Voorbeeld 1 “Stel: uw salaris bedraagt € 35.000,-. Als hiervan de franchise (dat deel van het salaris waarover geen premie wordt betaald en geen pensioen wordt opgebouwd) van € 13.000,- wordt afgetrokken, resteert een bedrag van € 22.000,-. Hierover bouwt u dit jaar nog maximaal 2,15 procent pen- sioen op, ofwel een bedrag van € 473,- per jaar. Wie 35 jaar werkt, had zo een jaarlijks pensioen van € 16.555,- kunnen opbouwen. Dit pensioen zal na 1 januari niet langer haalbaar zijn als het jaarlijkse op- bouwpercentage wordt beperkt tot 1,875 procent. In de nieuwe situatie kan jaarlijks nog maar € 412,- worden opgebouwd. Dit resulteert na 35 jaar in een jaarlijks pensioen van € 14.437,-. Een jaarlijkse inkomensachteruitgang van € 2118,-, ofwel bijna 13 procent.”
Voorbeeld 2 “Kinderarts Helen (47) woont samen met echtgenoot Hans (48) die door arbeidsongeschiktheid niet meer werkt. Samen hebben ze drie kinderen. Helen werkt parttime en verdient € 125.000,- bruto per jaar. Onder de regels zoals die nu gelden, zou Helen op 67-jarige leeftijd een ouderdomspensioen van zo’n € 65.000,- per jaar kunnen opbouwen. Maar door de nieuwe pen- sioenregels daalt dit maximaal op te bouwen pensioen naar zo’n € 44.000,-. Als Helen overlijdt, zal ook het nabestaandenpensioen van Hans fors af- nemen. Het nabestaandenpensioen van Helen is gelijk aan 70 procent van het te bereiken ouderdomspensioen. Waar ze voorheen dus een maximaal nabestaandenpensioen opbouwde van € 45.500,- per jaar, bedraagt dit maximale nabestaandenpensioen vanaf 1 januari 2015 nog maar € 30.800,- per jaar. Bij overlijden van Helen na 1 januari 2015 zal het huidige jaarlijkse gezinsinkomen van € 125.000,- dus terugvallen naar € 30.800,-.”
Heerlijk om eindeloos over te fantaseren bij een goed glas wijn. En nu ‘later’ voor sommigen van ons al wat dichterbij begint te komen, zijn we ook druk aan het rekenen geslagen. Want sparen we alleen voor het huis, of moeten we ook wat reserveren om eerder te kunnen stoppen met werken? Voor Fleur, die een eigen tandartsenpraktijk heeft, komt daar nog bij dat ze sowieso al geld moet reserveren voor haar oude dag. En ik geef het u te doen: wil je als tandarts een beetje redelijk kunnen doorleven nadat je bent gestopt met werken, dan praten we al snel over een miljoen. U leest het goed: bij beëindiging van de tandartsenpraktijk op bijvoorbeeld 63-jarige leeftijd is voor een jaarlijkse
uitgestelde belastingclaim
bruto ouderdomspensioenuitkering van € 50.000,- en een partnerpensioen van € 35.000,- al snel een spaarpot nodig van één miljoen euro. In mijn adviespraktijk merk ik telkens weer dat niet iedereen zich op tijd realiseert dat er voor een passend pensioen een behoorlijk kapitaal nodig is. Wat ook tot onduidelijkheid leidt, is de pensioenreserve op de balans. Enerzijds is niet altijd bekend dat deze ‘reserve’ geen spaarpotje is, maar een uitgestelde belastingclaim. Anderzijds moet u weten dat er altijd meer geld nodig is dan er aan pensioenreserve op de balans staat, omdat anders de pensioentoezegging niet kan worden nagekomen. Met als gevolg dat de beoogde pensioendatum uitgesteld moet worden, de pensioenpot te vroeg leeg is of er een naheffing komt van de Belastingdienst. Kortom: wilt u op weg gaan naar een goed pensioen, dan heeft u drie ingrediënten nodig: inzicht, tijd en voldoende poen.
joan.versluijs@
vvaa.nl
Een ‘reserve’ is geen spaarpotje, maar een
ArtsenAuto november 2014
033
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100