search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Tekst: Pia de Jong


Spiegel


Op deze plek verhalen schrijvers, journalisten en publicisten over een persoonlijke ervaring met de gezondheidszorg en houden ze (para)medici een spiegel voor.


Bloemenveldje


Met de moed der wanhoop wachtte ik op wat ging komen


In de zomer van het jaar 2000, twee weken nadat onze dochter was gebo- ren, zaten mijn man en ik in de wachtkamer van het stadsziekenhuis. De zomerzon scheen door het raam en wierp vrolijke strepen op de papieren die de arts, een jonge vrouw, voor zich had liggen. We zaten daar niet voor niets. De vroedvrouw ontdekte vlak na de geboorte van Charlotte vreemde plekjes op haar huid. Omdat niemand die thuis kon brengen, waren we naar het ziekenhuis verwezen voor een biopt. Nu waren we er om de uitslag te bespreken. De arts schuifelde op haar stoel heen en weer. Haar gezicht stond ernstig. Ze bereidt zich voor op een slechtnieuwsgesprek, flitste het door me heen. Ik herinnerde me hoe ik als student de cursus ‘Het voeren van een slecht- nieuwsgesprek’ aan medisch studenten gaf. Er diende een stappenplan te worden gevolgd. Klap uitdelen, stoom afblazen, argumenten presenteren, nazorg verlenen. Ik merkte dat ik oplette hoe de arts zou beginnen. Zou ze goed hebben opgelet tijdens de cursus? Het slechte nieuws dat ze ons bracht, was dat Charlotte acute amyloïde leukemie had. Omdat dat ons als medische leken weinig zei, voegde ze eraan toe: jullie dochter zal overlijden. Hoewel een stuk duidelijker, kwam die boodschap evengoed niet aan. Temeer omdat Charlotte onder- tussen in haar zachtroze hansopje luid klokkend aan mijn borst lag te drin- ken. Aan stoom afblazen hadden we weinig behoefte. We wilden vooral weg uit het ziekenhuis waar ze zulke vreselijke, niet te rijmen uitspraken deden over het liefste in ons leven. Hoewel de arts het slechtnieuws- gesprek keurig volgens de regels


Pia de Jong (1961) studeerde Nederlands en psychologie. Met haar debuutroman Lange Dagen (2008) werd De Jong laureaat van de Publieksprijs van de Gouden Uil. Haar boek Charlotte verscheen dit jaar en is een bestseller.


had gevoerd – ze stuurde bij wijze van nazorg die avond de huisarts op ons af – hield de dood zich niet aan de regels. Het liep godzijdank anders. Een jaar later was Charlotte genezen. Maar de boodschap van de arts, die al snel wel tot ons doordrong, had een enorme impact. Ik, een jonge moeder, wachtte met de moed der wanhoop op wat ik dacht dat onvermijdelijk ging komen. Haar liefhebben, voeden en koesteren denkende dat ik haar spoedig los zou moeten laten, verscheurde me volledig. De vader van mijn jeugdvriend, huisarts in Roermond, vertelde me ooit dat iedere arts een eigen kerkhof heeft. Hij doelde daarmee op menselijke vergissingen waardoor patiënten overlijden. Sinds Charlotte weet ik dat artsen ook hun eigen bloeiende bloemenveldje hebben, voor mensen die zich niet hielden aan wat de medische wetenschap voorspelde. Stephen Hawking, die als student de diagnose ALS kreeg met de mededeling dat hij zijn afstuderen niet zou halen, picknickt daar, met mijn tante Afra met darmkanker fase vier, die de geboortes van al haar klein- en achterkleinkinderen meemaakte. Daar speelt ook onze allerliefste Charlotte, nu een robuuste vijftienjarige. De wetenschap is vergevorderd, artsen weten en kunnen veel, maar niet alles. De dood is vaak wreed in wie hij tot zich neemt. En aan de andere kant, de wil tot leven kan wonderen verrichten die maar moeilijk te ver- klaren zijn. Er blijven altijd geheimen over.


ArtsenAuto juni 2016 037


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92