Interview
Medisch wetenschapper Vincent Gouttebarge
‘Voetbal was een goedbetaalde hobby’
Blessureleed zorgde ervoor dat Vincent Gouttebarge niet alles uit zijn profvoetbalcarrière heeft kunnen halen. Maar door zijn blessures is de Fransman wel onderzoeker en docent aan het AMC geworden.
T
ennis, tafeltennis, judo, voetbal. In zijn geboorteplaats Vichy, Frankrijk, beoefende Vincent Gouttebarge (40) als kind vele sporten. “Tot ik een jaar of veertien was”, herin-
nert hij zich. “Toen heb ik alle pijlen op het voetbal gericht. Mensen om mij heen zagen dat ik talent had.” Zijn ouders von- den het prima, maar drukten hem wel op het hart dat school het belangrijkste was. “Zo stond ik er zelf ook in. Je kunt heel talentvol zijn als jeugdspeler, maar de kans dat je prof wordt, is niet zo groot. En als je het al redt: een voetbalcarrière duurt maximaal vijftien jaar. Ik voetbalde omdat ik het leuk vond, maar ik droomde niet van een bestaan als beroepsvoetbal- ler. Ik wilde gymleraar worden.” Daarom studeerde Gouttebarge bewe-
gingswetenschappen op het moment dat hij doorbrak als prof bij AJ Auxerre. Via FC Cournon d’Auvergne, uitkomend in de laagste Franse profklasse, belandde hij in Nederland. “Voor het hoogste niveau in Frankrijk kwam ik te kort, dus toen ik op proef mocht komen bij Eredivisieclub FC Volendam heb ik die kans gegrepen.”
020 juni 2016 ArtsenAuto
Na een succesvolle stage kreeg hij een contract in Volendam en veroverde hij al snel een basisplek. “Hoewel we in de degradatiezone bivakkeerden, presteerde ik niet slecht. Willem II toonde interesse, die club speelde des- tijds Champions League.” Een ernstige knieblessure gooide echter roet in het eten. In plaats van een transfer naar Tilburg reed Gouttebarge dagelijks op en neer naar het Sportmedisch Centrum van de KNVB in Zeist om te revalideren. “Elk nadeel heeft z’n voordeel”, haalt hij een Cruijffiaanse wijsheid aan. “Want in dat sportcentrum werd mijn interesse voor de medische wereld gewekt.” De Fransman startte in 2002, naast het voetbal, met de studie geneeskunde in het AMC in Amsterdam.
Mentale gezondheid Door zijn knieblessure zou hij op voet- balgebied geen stap meer omhoog ma- ken. Na Volendam kwam Gouttebarge nog vijf seizoenen uit voor FC Omni- world in de Eerste Divisie, wat goed te combineren viel met zijn studie. Buiten het voetbal kende hij meer succes: in 2008, het jaar nadat hij zijn voetbal-
schoenen aan de wilgen had gehangen, rondde Gouttebarge een proefschrift over klinimetrie af. Hij promoveerde en behaalde de graad van doctor. “Ik ben er in die periode achter gekomen dat onderzoek doen heel erg bij mij past. Ik ben iemand die graag georganiseerd en systematisch werkt.” En sportfanaat die hij is, wilde hij zijn wetenschappelijke werk in dienst stellen van de topsport. Dat doet Gouttebarge als universitair
docent bij het AMC, waar hij onderzoek verricht en studenten begeleidt. Daar- naast is hij Chief Medical Officer bij de FIFPro, de mondiale vakbond voor profvoetballers. In die rol adviseert hij nationale voetbalvakbonden. “Van Australië en Zuid-Amerika tot de VVCS (Vereniging van Contractspelers, red.) in Nederland. Als FIFPro zetten we ook zaken op de agenda die te maken hebben met de veiligheid en gezondheid van profvoetballers.” Zo heeft de vakbond zich sterk gemaakt tegen een zomers WK in Qatar in 2022. “Het is daar dan boven de 40 graden. We hebben aangetoond dat een toernooi op dat niveau bij die temperaturen onverantwoord is.” Met resultaat: het WK in Qatar wordt in de winter gehouden. Verder doet Gouttebarge sinds 2013
onderzoek naar de mentale gezondheid van profvoetballers tijdens en na hun car- rière. “Uit onze studies blijkt dat ongeveer een derde van de profs kampt met psychi- sche klachten, zoals angst, depressie en slapeloosheid. Factoren die daartoe leiden zijn langdurige blessures, weinig sociale
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92