Olympische Spelen
Medaille kandidaten
In de Nederlandse equipe voor de Olympische Spelen 2016 zitten ook sporters met een (para)medische achtergrond. Roeier Kaj Hendriks (geneeskunde), zwemmer Maarten Brzoskowski (fysiotherapie) en beachvolleyballer Madelein Meppelink (farmacie) dromen van goud in Rio de Janeiro. “Als je daar wint, weet je dat je iedereen hebt verslagen tijdens hun sterkste moment.”
T 024 juni 2016 ArtsenAuto
Triton zitten en bleek er talent voor te hebben. Vanaf dat moment ging zijn sportcarrière als een speedboot. Bij beachvolleybalster Madelein Meppelink
oen Kaj Hendriks in 2006 met zijn studie geneeskunde begon, had hij er geen idee van dat hij zes jaar later voor Nederland vijfde zou worden op het olympische onderdeel vier- zonder-stuurman in Londen. Sterker nog, hij had toen nog geen meter geroeid. “Tot die tijd had ik veel
gevolleybald en was ik eigenlijk op zoek naar een nieuwe uitdaging. Twee oude buurjongens van mij uit Wageningen waren gaan roeien bij het Utrechtse Triton en vertelden me dat hun roeivereniging op zoek was naar grote, sterke jongens.” Hendriks ging op een roeiapparaat bij
verliep die carrière iets minder stormachtig. Als meisje van 8 begon zij in de zaal met volleybal en speelde zij zichzelf al snel in de kijker. “Op een gegeven moment vroeg een trainer me of beachvolleybal iets voor me zou zijn. Nadat ik dat had uitgeprobeerd, was ik eigenlijk meteen verkocht. Het mooie vind ik dat je maar met z’n tweeën bent waardoor je bij elke rally betrok- ken bent. Nadeel is dat je je niet kunt verschui- len als het even wat minder gaat, maar dat is ook wel weer goed, want dan word je gedwon- gen je daar overheen te knokken.” Ook Maarten Brzoskowski begon jong met
zijn sport. “Mijn oudere broer was lid van zwemvereniging Brabantse Dolfijnen in Best en als hij moest trainen, zat ik vaak langs de kant te kijken. Toen ben ik maar mee gaan trainen.” Ook Brzoskowski bleek getalenteerd, zelfs zo getalenteerd dat hij een jaar bij PSV – de beroemde zwemvereniging uit Eindhoven die toppers als Pieter van den Hoogenband, Inge de Bruijn en Ranomi Kromowidjojo heeft voort- gebracht – mocht komen trainen. “Klinkt mis- schien cliché, maar ik voel me echt vrij in het water. Ik vind het heerlijk om water te verplaat- sen en om de strijd met anderen aan te gaan.”
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92