aanwenden om ouders goed voor te lichten
tijdens de looptijd van dat onderwijs dat het ministerie de vergoeding voor tolken afschafte, maar merkwaardig genoeg merkte ik daar vrijwel niets van in de problematiek die ter bespreking werd aangeboden. Regelmatig stelde ik de vraag of er ook tolken waren inge- schakeld, en vrijwel altijd, voor en na dit besluit, was het antwoord ontkennend. Dat kost namelijk tijd, werd er gezegd. Nu is het niet in iedere situatie in
de spreekkamer nodig om tolken in te schakelen, maar in deze casus lijkt het mij van cruciaal belang dat de ouders weten wanneer hun kindje zich in een ernstige situatie bevindt. Het verbaast mij dan ook dat er blijkbaar geen tolk is ingeschakeld. Het geschetste dilemma
zou zich eigenlijk pas voor moeten doen nadat alles is aangewend om de ouders voor te lichten en er nog steeds twijfels zijn of zij het aankunnen. Sommige ouders zijn daar immers niet toe in staat, en dat heeft niets met cultuur of taalbarrière te maken. Ik heb in de periode dat bovenge-
noemd onderwijs liep vele situaties ge- hoord waarin het niet inschakelen van een tolk leidde tot een enorm tijdsbeslag voor de hulpverlening in de weken en maanden daarna omdat er vanwege het niet goed geïnformeerd zijn van alles misging. Deze casus maakt ook nog eens duidelijk hoe onverstandig de afschaf- fing van de vergoeding voor tolken is. Als een goed gesprek met een tolk erbij kan
voorkomen dat dit kindje wekenlang zonder medische indicatie moet worden opgenomen, dan is het een financieel verstandige investering, naast dat het ook in moreel opzicht te prefereren is dat ouders en kind niet zo lang geschei- den worden. Het lijkt mij een situatie waarin het van groot belang is dat de ouders deze goed begrijpen. Het valt daarom ook te overwegen of een imam in deze situatie nog een rol kan spelen.
Medisch filosoof/ethicus Arko Oderwald is verbonden aan het VUmc Amsterdam. Hij schrijft deze beschouwing afwisselend met Lieke van der Scheer, filosoof/ethicus.
Jurist zorgcapaciteit ouders is belangrijk
matie en toestemming, Uitgave van het Samenwerkingsverband Implementatie- programma WGBO, juni 2004). Ook moet de arts motiveren waarom
hij de voortzetting van het ziekenhuis- verblijf van de baby noodzakelijk vindt of niet. Dit kan hij pas doen als hij een goed beeld heeft van de zorgcapaciteit van de ouders in deze specifieke situatie. Daarvoor heeft hij het oordeel van een deskundige nodig. Dit geldt ook voor een inschatting van de behoefte aan aanvullende zorg in de thuissituatie. Deskundigen werken bij de (gemeentelij- ke) jeugdgezondheidszorg. Zij spelen in risicovolle situaties ook een cruciale rol bij de ondersteuning van ouders en ver- wijzing naar hulpverlenende instanties.
Het belang van een goede overdracht aan de jeugdgezondheidszorg (naast de kraamzorg en de huisarts) blijkt uit de Concept-handreiking Samenwerking en gegevensoverdracht tussen het zieken- huis en de Jeugdgezondheidszorg van het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid. Wat nu als de ouders erop staan hun kind mee te nemen, terwijl de kinderarts dit onverantwoord acht? De ouders mogen het dringende advies
van de arts negeren. Alleen als een be- handeling medisch dringend noodzake- lijk is, wat hier niet aan de orde zou zijn, kan via een kinderbeschermingsmaat- regel aan de kinderrechter vervangende toestemming voor een behandeling worden gevraagd. Vreest de arts dat de
baby ten gevolge van tekortschietende zorg van de ouders het risico op ernstige schade loopt – ook met extra hulpver- lening – dan moet hij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling consulte- ren over een eventuele melding van (een vermoeden van) kindermishandeling. Is hiervan geen sprake, dan rest hem niets anders dan de ouders een verklaring te laten tekenen dat zij tegen zijn advies hun kind mee naar huis nemen. Kortom, op de kinderarts rust de
verantwoordelijkheid om de ouders te begeleiden bij het nemen van een risico- volle beslissing.
Annemarie Smilde is seniorspecialist Recht in gezondheidszorg bij VvAA.
ArtsenAuto maart 2014
029
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92