Interview
Psychiater Gerty Casteelen vraagt zich af of niet alle lijden psychisch is
Respecteer doodswens
In een interview met NRC Handelsblad vestigde psychiater Gerty Casteelen de aandacht op euthanasie voor psychiatrisch patiënten. Het kwam haar op stevige kritiek te staan. Ze is blij met de aandacht omdat het taboe geslecht moet worden. “Ik denk dat het lijden van deze mensen onderschat wordt.”
M
et haar opgestoken haar en rijzige gestalte is Gerty Casteelen een bijzondere verschijning. Te meer omdat ze net uit haar elf jaar oude Smart Roadster stapt. Een
fantastisch karretje, vindt ze zelf. Een skelter. Dus heel comfortabel is het niet. Heel veilig ken- nelijk ook niet. “Grote auto’s drukken mij nog weleens van de weg af omdat ze me niet zien. Je moet veilig rijden. Veilige auto’s bestaan niet.” Casteelen woont in Utrecht met haar vrouw,
met wie ze net in een camper door Australië heeft getoerd. Met haar 67 jaar mag ze dan met pensioen zijn, ze werkt nog altijd fulltime, verdeeld over drie banen. Zo is ze als psychiater nog steeds verbonden aan het AMC, heeft ze haar eigen praktijk aan huis en spant ze zich in voor de Stichting Levenseindekliniek. Daar begeleidt ze patiënten bij hun euthanasiewens. Dat ze bij de Levenseindekliniek terechtkwam
is toeval, zegt ze zelf. “Zo simpel gaat het soms.” In Relevant, het tijdschrift van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde, las ze twee jaar geleden een advertentie van de
010 maart 2014 ArtsenAuto
Levenseindekliniek. Die zocht artsen die wilden meedenken. “Toen dacht ik: oh, wat boeiend, dat zou ik best willen. Ik was net met pensioen en ik had ruimte. Ik wilde me wel weer eens op iets anders oriënteren. Zo is het op mijn pad gekomen. Ik heb niet gezocht. Het kwam. Ik heb wel gezegd: ‘Ik weet niet of ik oud genoeg ben, ik weet niet of ik wijs genoeg ben, maar ik heb inmiddels wel zo veel levenservaring en zo veel dood en leven meegemaakt dat ik daar gedegen over na wil denken, over mee kan denken en misschien zelfs wel beslissingen in kan nemen’.” Niet dat Casteelen tot dat moment geen erva-
ring had met euthanasie. Als psychiater in een groot academisch ziekenhuis is ze door collega’s vaak genoeg in consult geroepen bij vraagstuk- ken rondom het levenseinde. Maar als professio- nal stond ze altijd aan de spreekwoordelijke zij- lijn. “Een somatische klacht was altijd leidend. Ik heb me nooit hoeven afvragen of ik het zou doen, of ik een van mijn patiënten zou moeten helpen.” Natuurlijk, in haar psychiatrische praktijk gaven mensen weleens aan dat ze het leven zat waren en dan ging ze in gesprek. “Maar ik had nog nooit meegemaakt dat een van mijn eigen patiënten zei: ‘Ik wil euthanasie. Help mij’.”
<
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92