Reacties Interview
Tekst: Frank vanWijck Beeld: Nout Steenkamp
Ludo Hellebrekers (KNMvD) over de verantwoordelijkheid van de dierenarts
Zorg voor mens en dier
Het denken over de relatie tussen de domeinen diergezondheid, dierenwelzijn en volksgezondheid heeft een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Volgens Ludo Hellebrekers, voorzitter van de Koninklijke NederlandseMaatschappij voor Diergeneeskunde, speelt de dierenarts een cruciale rol in het creëren van een goede balans tussen die
domeinen.Maar hij kan dit nadrukkelijk niet alleen.
A 008 september 2012
ls ergenswordt gediscussieerd over dierenwelzijn of als de volksgezondheid ter discussie staat in relatie tot de samen- hang tussenmens en dier, dan is de kans groot dat
LudoHellebrekers (57) aan hetwoord komt. Hellebrekers, dierenarts, hoogleraar veterinaire anesthesiologie en voorzitter van de Koninklijke NederlandseMaatschappij voorDiergeneeskunde (KNMvD), vindt dit nietmeer dan logisch. “Als dierenartsen horenwij te staan voor de positie van dieren over de domeinen heen, ook voor de niet-gehouden dieren dus. Ik vind het terecht dat demaatschappij verwacht datwij ons daarover eenmening vormen en datwe die inbrengen in het publieke debat. Maar laat ik één nuancering maken: het gaat hierbijwel omeen doormijn beroepsgroep breed gedragenmening, het gaat niet ommijn persoon.” Met die niet-gehouden dieren verwijstHelle-
brekers bijvoorbeeld naar de discussie over de heckrunderen, konikpaarden en edelherten in
deOostvaardersplassen, die te kampen hebben met een schrijnend voedseltekort. Een natuur- beheerder gaf aan de natuur zijnwerk te laten doen, dus de dieren de hongerdood te laten ster- ven,maar in Pauw &Witteman steldeHellebrekers voor een derde van de populatie te laten afschie- ten. “Het gaat omde vraag in hoeverrewij als samenleving zorgplicht hebben voor die dieren”, zegt hij. “In ons land hebbenwe temakenmet grote concentratiesmensen enwilde dieren, die dicht op elkaar
leven.De limitering diewij deze dieren in leefruimte en leefomstandigheden opleggen, geeft ons naarmijnmening een plicht omin zekere mate voor hen te zorgen. Een deel van de populatie – de dieren die in zeer slechte conditie verkeren – afschieten omonnodig dierlijden te voorkomen, hoort daarbij en is naarmijnmening het compromiswaarmeewe hetmeest recht doen aan het standpunt van de natuurbeheerders én van degenen die zich om dierenwelzijn bekommeren.” Minder gelukkig isHellebrekersmet het ver- loop van het debat over het onverdoofd slachten.
Met betrekking tot het onverdoofd ritu- eel slachten, stelt voorzitter Hellebrekers dat bedwelming bij de slacht aanleiding geeft tot een minder grote aanslag op het dierenwelzijn dan bij het weglaten daar- van. Volgens hem zitten er aspecten aan van dierenwelzijn en geloofsbeleving. In dat laatste durft hij niet te roeren. Maar wat is geloofsbeleving? Er beston-
Rituele slacht Volgens Ludo Hellebrekers, voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Maat- schappij voor Diergeneeskunde, speelt de dierenarts een cruciale rol in het creëren van een goede balans tussen diergezond- heid, dierenwelzijn en volksgezondheid. Op het gebied van ritueel slachten houdt de KNMvD zich echter op de vlakte.
De voorzitter van mijn beroepsgroep – KNMvD – vraagt aandacht voor drie domeinen en ziet dat de dierenarts een goede partij is bij het ontwikkelen van een goede balans hiertussen. Bij het woord ‘ontwikkelen’ moet, lijkt mij, ook gedacht worden aan bevorderen, uitvoeren/begeleiden en handhaven. Professioneel gezien ben ik geleidelijk
de kant van dierenwelzijn opgedreven; niet alleen in de dagelijkse praktijk maar ook in een historisch perspectief. Daarbij had ik te maken met dwingend voorge- schreven internationale richtlijnen die soms over hun houdbaarheidsdatum heen waren; je werkte niet voor niets bij een innoverende farmaceutische industrie. Bij het aandragen van weten- schappelijke munitie voor een proefdier- vriendelijk alternatief moet je ook letten op de ontstaansgeschiedenis van dat voorschrift. Je kunt dan gerichter ‘schie- ten’ en zo het evolutionair proces in deze contreien schoksgewijs doortrekken.
den geloofsbelevingen die bijvoorbeeld ibissen, katten en mestkevers als ‘heilig’ beschouwden. Ook lopen er in India nog heilige koeien rond. Er vonden (en vinden misschien nog wel) mensenoffers plaats om goden te dienen. Het stenigen van per- sonen die goddelijke wetten hebben over- treden of een profeet hebben beledigd, en nog vele andere vormen van aanslagen op de persoonlijke integriteit om uiteen- lopende religieuze redenen, vallen alle- maal onder deze noemer. Daarover kunt u nog dagelijks in de krant lezen. Humanisten uit de late Middeleeuwen
september 2012 009
en bevorderaars van het beginsel van de Verlichting hebben ernaar gestreefd de scheiding van kerk en staat te stimule- ren. Wetenschap moet de basis zijn bij de aanpak van maatschappelijke proble- men. Beroepsmatig en als voorzitter van de KNMvD zal Hellebrekers hier beslist achter staan. Het ontwikkelen en op schrift stellen
van de joodse spijswetten in Kanaän (een streek in het huidige Israël) vond zo’n 3500 jaar geleden plaats. Hierin wordt de toepassing van het slachtmes gepropa- geerd, ja, zelfs dwingend voorgeschreven. Laat nou zo’n 500 jaar daarvoor door een buurvolk, de Hittieten, het harden van staal zijn uitgevonden. Bij een juiste toepassing hoefden de slachtdieren niet meer gewurgd of gestenigd te worden, een pijnlijke en inspannende worsteling voor dier en doder. We zouden dat nu een state of the art-benadering noemen. Dit
Reacties op artikelen in Arts en Auto of op de website zijn welkom. De redactie behoudt zich het recht voor brieven te weigeren of brieven langer dan 150 woorden in te korten. U kunt uw brieven sturen naar: Redactie Arts en Auto, Postbus 8153, 3503 RD Utrecht of e-mail:
brieven@artsenauto.nl
is een culturele toepassing. Het beperkt aanzienlijk de aanslag op het welzijn van beide betrokken partijen en heeft niets met religie van doen. Om na al die 3500 jaar je star vast te
houden aan die toentertijd ontwikkelde ‘goddelijke wetten’ moet je wel heel orthodox zijn en plaats je jezelf aan de rand van de westerse ‘Verlichte’ maat- schappij. Deze pragmatische historische benadering geef ik mee aan de voorzitter van mijn jubilerende beroepsgroep en indirect aan de politiek en beleidsma- kers die in onze huidige maatschappij de scheiding van kerk en staat zorgvuldig en objectief dienen te bewaken. Dit tot heil van mens (door een betere
onderbouwing van de betrekkelijkheid van wat in beperkte kring als een god- delijk gebod wordt beschouwd, en bij een verbod daarvan dat niet te interpreteren als een aanslag op hun geloofsbeleving), en dier (doordat bij bedwelming de aan- slag op het dierenwelzijn wordt beperkt).
Joop Thuring dierenarts/proefdierdeskundige
Overleden
L.A. Bergsma, Venlo, kaakchirurg P.A. van Beugen, Houten, bedrijfsarts R. Bieger, Wassenaar, internist C.J. Bierens, Hilversum, tandarts W. de Boer, Wanneperveen, huisarts A.J. Boom, ’t Harde, tandarts J. Bootsma, Wolvega, dierenarts G. Bosma, Stiens, verzekeringsarts
H. Deenstra, Bilthoven, longarts B.H.M. Grosfeld, Aardenburg, specialist ouderengeneeskunde M. Hamburger, Heerlen, zenuwarts A. Hartink, Wassenaar, dierenarts H.L. Hoekstra, Bergen, arts D. Jansonius, Schalkhaar, oogarts A.C. Jones, Amsterdam, podotherapeut
H. Jonker, Deventer, arts W.J. Kappelle, Zeist, zenuwarts H. Koning, Egmond-Binnen, bedrijfsarts H.A.E. de Koning, Barendrecht, apotheekhoudend huisarts C.W. Mijnhout, Winterswijk, huisarts F.F.H. Rooijers, Katwijk, bedrijfsarts P. Schoorl, Den Helder, arts
F.J.M. Timmermans, Amsterdam, anesthesioloog M.O. Udeagbaja, Eindhoven, huisarts T. van Wijk, Krimpen aan den IJssel, overige paramedische beroepen
ArtsenAuto november 2012
075
<
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92