Interview
Psychiater Antoine de Kom: in potentie ligt ellende altijd om de hoek
Het kwaad begrijpen
Volgens forensisch psychiater Antoine de Kom is er maar één ding boeiender dan de misdaad: het begrijpen van de dader. Dit vraagt om zorgvuldige reflec- tie van de indrukken die zowel de cliënt als hijzelf uit hun gesprekken opdoen. Diezelfde manier van omgaan met indrukken vormt ook de basis voor de poëzie die De Kom schrijft.
A
ntoine de Kom heeft een sab- batical. Niet omdat hij moe of het werken beu was – van beide is geen sprake – maar omdat hij in gesprek wilde met zijn Surinaamse grootvader, die
als verzetsstrijder in de Tweede Wereldoorlog werd gearresteerd door de SD en uiteindelijk is omgekomen. Hij legt uit: “Ik was een roman aan het schrijven over het kwaad en het duister. Halverwege dacht ik: iemand die daar zelf het slachtoffer van is geworden, moet toch weten hoe dat in elkaar steekt. Bovendien is het nu erg lang geleden en is er inmiddels heel veel gebeurd met Nederland én met Suriname. Ik vond dus dat mijn grootvader wel weer eens wat mocht zeg- gen. Ik doe in dit boek dus alsof hij nog leeft.” Deze paar zinnetjes schetsen in een notendop
de kern van Antoine de Kom. De man die niet al- leen naam maakte als forensisch psychiater bij het Pieter Baan Centrum, maar ook als auteur
010 november 2012 ArtsenAuto
van diverse gedichtenbundels en het boek Het misdadige brein – over het kwaad in onszelf. De man die door familieverhalen al vroeg werd gegrepen door het menselijk kwaad. En de man die weliswaar in Den Haag geboren werd, maar die toch onverbrekelijke banden heeft met zijn Surinaamse achtergrond. “Een kwart zwart”, noemt hij het zelf. Het gegeven dat mensen in staat zijn tot
gruwelijke zaken, zoals de Holocaust of het vermoorden van zijn grootvader, had beslist invloed op de beroepskeuze van De Kom. Zelf dacht hij hierbij aan politicologie, maar zijn ouders zagen daar niets in en dus werd het geneeskunde. Vooral de psychiatrie greep hem. “Door menselijke lichamen te ontleden dring je niet door in de ziel”, zegt hij, “maar in de psychiatrie doe je dat wel.” En hij zag snel heel veel, want al tijdens zijn stageperiode kwam hij terecht in het Pieter Baan Centrum. “Daar zie je mensen die vreselijke dingen heb-
<
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92