search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
ZALM EN DILLERIJST De naam van dit Frans-Russische gerecht is coulibiac en komt van het Russische kulebjaka, wat zoiets als 'kooltaart' betekent.


BLADERDEEG MET


HOOFDGERECHT 8 PERS. 25 MIN. +40 MIN. OVENTIJD VOORAF TE MAKEN


• 150 g basmatirijst • 80 g roomboter • 1 spitskool • 4 eieren • 1 ui


• 125 g gesneden champignons


• 1 citroen (schoongeboend)


+5 MIN. WACHTTIJD


•½ bakje platte peterselie (à 15 g)


•½ bakje dille (à 15 g)


• 540 g vers blader- deeg (rol 270 g)


• 500 g zalmfilet • bakpapier


1 Verwarm de oven voor op 190 °C. Kook de rijst volgens de aanwijzingen op de verpakking. Schep er 50 g boter door en laat afkoelen. 2 Breng ondertussen een grote pan water met zout aan de kook. Haal 4 grote blade- ren van de spitskool en snijd de nerf eruit. Kook de koolbladeren 3 min. en spoel onder koud stromend water (blancheren). Kook 3 eieren in 6 min. net hard, laat schrikken, pel en halveer. 3 Snipper de ui en fruit in de rest van de boter 2 min. in een koekenpan op laag vuur. Doe de champignons erbij en bak 3 min. op hoog vuur. Rasp de gele schil van de citroen en pers de helft van de vrucht uit. Breng de paddenstoelen op smaak met het citroen- rasp en 1 el citroensap, peper en zout. Snijd de peterselie en dille fijn en meng door de afgekoelde rijst. 4 Rol 1 rol bladerdeeg uit op een met bakpapier beklede bakplaat, het bijgele- verde bakpapier gebruik je niet. Rol ook de tweede rol bladerdeeg uit, snijd in de lengte doormidden en plak een helft aan het bladerdeeg op de bakplaat, zodat een


grote rechthoek ontstaat. Druk het goed vast met je vingers. De andere helft blader- deeg leg je weer even in de koelkast tot gebruik. 5 Leg de koolbladeren op het bladerdeeg, zo plat mogelijk. Laat aan beide lange zijden van het deeg ca. 3 cm vrij. Leg de rijst in de lengte van ¼ deel van de kool. Druk stevig aan met je vingers. Verdeel de pad- denstoelen hierover, leg de zalmfilets hier in de lengte op (snijd bij indien nodig). Leg de halve eieren hier in de lengte op. Zorg dat alles goed recht ligt, met de rijst onderop, druk eventueel nog stevig aan. 6 Vouw het grote onbelegde deel van de kool en bladerdeeg strak over de vulling. Druk het deeg aan alle kanten goed dicht en zorg dat je de naad net onder het pak- ket vouwt. Splits het laatste ei en klop de eidooier los, het eiwit gebruik je niet. Bestrijk het opgerolde bladerdeeg hier rijkelijk mee. 7 Snijd het achtergehouden stuk blader- deeg in de breedte doormidden en snijd hier in de lengte 10 repen van ca. 1 x 20 cm van. Leg 5 repen schuin over het inge- smeerde deegpakket en leg vervolgens de 5 laatste repen er kruislings overheen tot een mooi ruitpatroon ontstaat. Vouw de uiteinden van de repen netjes onder het deegpakket. Bestrijk ook de repen met de losgeklopte eidooier, maak de eidooier op totdat de hele coulibiac is ingesmeerd. Bak de coulibiac ca. 40 min. in de oven tot gaar en glanzend goudbruin. Laat 5 min. staan voor je de coulibiac in 8 stukken snijdt, serveer warm. TIP Met de rest van de spitskool maak je een koolsla door de kool heel fijn te snijden en te mengen met 1 fijngesneden salade-ui, 2 el rozijnen, 150 g peen ju- lienne, 2 el yoghurt en 3 el citroenmayo.


Je kunt de bladerdeegtaart 2 dagen van tevoren maken en goed afgedekt in de koelkast bewaren. Verwarm in de oven op 200 °C.


BEVAT p.p. 615 kcal • 22 g eiwit • 39 g vet, waarvan 18 g verz. • 43 g koolhydraten, waarvan 4 g suikers • 0.9 g zout • 2 g vezels • Prijs p.p. € 2.65


WORTEL EN ZEEKRAAL Een buitengewoon stijlvol bordje vis: zilt en zacht.


KABELJAUWFILET MET MOSSELEN,


HOOFDGERECHT 4 PERS. 35 MIN.


• 1 kleine winterpeen (ca. 120 g)


• 2 kilo mosselen (bak)


• 520 g kabeljauw- haasjes (4 stuks)


• 1 el bloem • 2 el olijfolie


• 40 g roomboter • 100 g zeekraal • 150 ml witte wijn • 150 ml slagroom


• hapjespan met antiaanbaklaag


• ovenschaal


1 Schil en snijd de peen in kleine blokjes van een ½ cm (brunoise). Spoel de mosselen goed met koud water. Gooi beschadigde mosselen weg. Geef openstaande mosselen een tikje op het aanrecht. Gooi weg als ze open blijven staan. Dep de kabeljauwhaasjes droog met keukenpapier. Bestrooi met peper en zout. Doe de bloem in een bord en wentel de vis erdoor. Schud overtollige bloem van de vis. 2 Verhit de olijfolie met 20 g boter in de hapjespan en bak de vis 4 min. op hoog vuur. Keer halverwege. Verhit ondertussen de rest van de boter in een koekenpan en bak de zee- kraal al omscheppend 3 min. op middelhoog vuur. Houd de vis en zeekraal warm op een warm bord afgedekt met aluminiumfolie. 3 Doe de peen en mosselen in de hapjespan, zet het vuur hoog en bak 2 min. Blus af met de witte wijn en slagroom en kook 4 min. met de deksel op de pan. Haal van het vuur. Gebruik een mosselschelp om de mosselen uit hun schelp te halen. Gooi lege schelpen weg, houd een handjevol apart. Doe de mosselen zelf terug in de saus. 4 Verdeel de kabeljauw over warme borden. Verdeel de mosselen met peen en wittewijn- saus over de vis. Verdeel de zeekraal en de achtergehouden mosselschelpen erover en serveer. Lekker met aardappelgratin. TIP Saus over? Een heerlijke basis voor een vissoep! Ingevroren is de saus 3 maanden houdbaar.


BEVAT p.p. 495 kcal • 38 g eiwit • 32 g vet, waarvan 16 g verz. • 10 g koolhydraten, waarvan 2 g suikers • 2.1 g zout • 2 g vezels • Prijs p.p. € 6.30


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100  |  Page 101  |  Page 102  |  Page 103  |  Page 104  |  Page 105  |  Page 106  |  Page 107  |  Page 108  |  Page 109  |  Page 110  |  Page 111  |  Page 112  |  Page 113  |  Page 114  |  Page 115  |  Page 116  |  Page 117  |  Page 118  |  Page 119  |  Page 120  |  Page 121  |  Page 122  |  Page 123  |  Page 124  |  Page 125  |  Page 126  |  Page 127  |  Page 128  |  Page 129  |  Page 130  |  Page 131  |  Page 132  |  Page 133  |  Page 134  |  Page 135  |  Page 136  |  Page 137  |  Page 138  |  Page 139  |  Page 140  |  Page 141  |  Page 142  |  Page 143  |  Page 144  |  Page 145  |  Page 146  |  Page 147  |  Page 148  |  Page 149  |  Page 150  |  Page 151  |  Page 152  |  Page 153  |  Page 154  |  Page 155  |  Page 156  |  Page 157  |  Page 158  |  Page 159  |  Page 160  |  Page 161  |  Page 162  |  Page 163  |  Page 164  |  Page 165