This page contains a Flash digital edition of a book.
vakinhoud 33 GENEESMIDDELENBULLETIN TEKST: DICK BIJL, ARTS-EPIDEMIOLOOG EN HOOFDREDACTEUR EN JACQUES BAART, MKA-CHIRURG EN LID VAN DE WETENSCHAPPELIJKE ADVIESRAAD


Casus Duizeligheid kan een uiting zijn van een groot aantal li- chamelijke en psychische aandoeningen. Verschillende sensaties, zoals een licht gevoel in het hoofd of het ge- voel flauw te vallen, dragen het etiket duizeligheid. Dat gevoel kan ontstaan bij plotseling opstaan bij een rela- tief lage bloeddruk (orthostatische hypotensie), al dan niet door het gebruik van geneesmiddelen. Draaiduize- ligheid ontstaat meestal door een perifere vestibulaire stoornis. Een frequent voorkomende vorm hiervan is benigne paroxismale positieduizeligheid (BPPD). Met uw collega’s bespreekt u wat de beste handelwijze is in- dien een patiënt in de tandartsenstoel een acute aanval van draaiduizeligheid krijgt.


Toetsvraag. Een dertigjarige patiënte komt voor een endo. Bij het achteroverkantelen van de rugleuning van de behandel- stoel krijgt ze hevige klachten van draaiduizeligheid, ge- paard gaande met oogbolschokken (nystagmus), misse- lijkheid en oorsuizen. Als u de leuning weer rechtop zet, treden de klachten en symptomen opnieuw op. Ze ver- dwijnen na ongeveer één minuut. Patiënte vertelt dat zij hiervan de laatste dagen vaker last van heeſt na een verkoudheid tien dagen geleden. Welke handelwijze wijze is de meest logische?


A U meent dat sprake is van benigne paroxismale posi- tieduizeligheid en laat de behandeling doorgaan. Bij deze onschuldige aandoening verdwijnen de klach- ten vanzelf na het aannemen van een andere positie.


B Gezien de ernst van de klachten behandelt u niet, maar adviseert contact met de huisarts op te nemen.


C U stelt de diagnose angststoornis, stelt patiënte ge- rust en besluit haar alsnog te behandelen.


D U laat patiënte in de wachtkamer plaatsnemen en vertelt haar dat ze even op adem moet komen waar- na u haar alsnog zult behandelen.


Zie voor het juiste antwoord p. 41.


Geneesmiddelenbulletin 05/2015 Het hoofdartikel gaat over geneesmiddelengeïnduceerde draaiduizeligheid. Bij draaiduizeligheid hebben patiënten last van een draaiend of slingerend gevoel. De oorzaak is gelegen in een stoornis van het evenwichtsorgaan in het vestibulaire systeem. Ook geneesmiddelen kunnen draai- duizeligheid veroorzaken. Dit artikel beschrijſt de weten- schappelijke onderbouwing van deze bijwerking. Deze


komt over het algemeen uit de lagere categorieën van we- tenschappelijk bewijs. Van de antibiotica behorende tot de aminoglycosiden, de malariamiddelen en met name mefloquine, en van de anti-epileptica pregabaline en la- cosamide zijn er aanwijzingen dat ze draaiduizeligheid kunnen veroorzaken. In de prikbordrubriek ‘Opnieuw be- zien’ een ontkennend antwoord op de vraag of een door de industrie gesponsorde meta-analyse van onderzoeken naar de werkzaamheid van oseltamivir (Tamiflu®) bij in- fluenza een ander licht werpt op dezelfde feiten. Dit is na- melijk een mager en zeer bedenkelijk resultaat nu er al ruim twaalf jaar een handelsvergunning voor oseltamivir is en er vele miljarden euro’s omzet zijn behaald. In de ru- briek ‘Nieuwe onderzoeken’ aandacht voor hormonale suppletietherapie (HST) in de (post)menopauze en de daarmee gepaard gaand risico’s, zoals een toename van cardiovasculaire en kwaadaardige aandoeningen, waaron- der ovariumcarcinoom. De rubriek ‘Promotionele activi- teiten’ behandelt mythe nummer vier: doorbraken komen voort uit door de industrie gesponsord onderzoek, van de tien mythen over de farmaceutische industrie die door de Deense internist en hoogleraar Peter Gøtzsche zijn opge- steld in zijn boek Deadly medicines and organised crime. Ten slote wordt in de rubriek ‘Website van de maand’ Ex- cedrin.nl besproken. Het daarin aangeprezen Excedrin® dient ter behandeling van migraine en bevat acetylsalicyl- zuur, paracetamol en coffeïne. Het is twijfelachtig of het middel beter werkt dan placebo, de combinatie is niet nieuw en is duurder dan bestaande middelen waarvan wel werkzaamheid is aangetoond. Zie verder www.geneesmiddelenbulletin.nl.


NEDERLANDS TANDARTSENBLAD > 26 juni 2015


NEDERLANDS TANDARTSENBLAD > 26 juni 2015


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48