TEELT ▶▶▶ AARDBEI ▶▶▶ DOORDRAGERS ▶▶▶ TELEN 4.0
beperkt. Het is het staartje van de eerste vlucht, de overige bloemen die in deze vlucht vruchten hadden moeten geven, waren tijdens de opkweek al verwijderd. Rond weken 25 en 35 volgen twee kort- stondige pieken, in de tussenliggende pe- riode blijft de weekproductie hangen op 300 gram per lopende meter. Dat is niet volgens het patroon zoals gehoopt, geeft Jongenelen aan. Nog een aspect bij koud overwinteren is dat het teeltresultaat sterk afhankelijk is van de omstandigheden in de overwinteringskas. In volgende proe- ven op Berry Plaza wordt daarom alleen nog gekozen voor warm overwinteren.
Productie planttypen Murano Weergave per week in grammen per lopende meter.
warm opgekweekte minitray, 17 mrt gekoelde lichte minitray 1 april
1.000
200 400 600 800
0
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 Bron: BerryPlaza
Grafiek 2. Na warm overwinteren (Murano, op 17 maart geplant) loop de produc- tie vanaf week 28 op tot 800 gram per lopende meter per week.
Productie geplante minitrayplanten Favori Weergave in grammen per week per lopende meter.
1-apr
200 400 600 800
0 1-mei 28-mei totaal productieverloop 1e piek 2e planting 1e piek 1e planting 1e piek 3e planting Verse plug 15 mei gekoelde zware minitray 1 april
Warm de winter door Het productieresultaat na warm overwin- teren is te zien in grafiek 2 (ras Murano). In vergelijking met koud overwinteren loop de productie vanaf week 28 op tot 800 gram per lopende meter per week. De (beperkte) uitschieters omhoog en om- laag zijn te wijten aan het plukinterval. Jongenelen: “Het zou nog mooier zijn als we het productieverloop met warm over- winterde planten twee weken naar voren kunnen halen, mogelijk door de planten langer in de kas te houden en zo een voor- sprong op te bouwen met groeigraad- uren. Dan zit je in week 28 al op een mooi
productieniveau, dat zou kunnen aanslui- ten op de eerste vlucht met (zware of lich- te) minitrayplanten uit de koelcel. Het to- tale productiepatroon zou dan gelijkmatig oplopend en afnemend zijn, vergelijkbaar met dat van een junidrager maar over een langere periode.”
Spelen met plantdata Naast het planttype, is de plantdatum van invloed op het teeltverloop en dus ook op het tijdstip waarop de productie start en ontwikkelt. Om verschillen in de productie te zien, mogen die plantdata (in het voor- jaar) echter niet te dicht bij elkaar liggen, want dan is er te weinig verschil in de op- bouw van groeigraaduren. Op Berry Plaza zijn lichte minitrayplanten uit de koelcel van het ras Favori op 1 april, 1 mei en 28 mei op de stellingen gezet. Die data liggen ver uit elkaar om echt verschil te krijgen in aantallen groeigraaduren: de vroegste planting (1/4) komt tot en met week 35 aan 45.300 groeigraaduren, de laatste planting (28/5) komt aan 33.300 groeigraaduren, dat is een verschil van meer dan 25%. Het productieverloop is te zien in gra- fiek 3. Van de planting van 1 april is de eerste vlucht het sterkst, van de planting van 1 mei is die wat minder sterk, en van de derde planting is die weer wat minder sterk. Ook valt op dat de piek van de 1-meiplanting precies volgt na de piek van de planting van 1 april. Hetzelfde geldt voor planting van 28 mei, met een piek die volgt die van 1 mei. Alles bij el- kaar geeft dat een mooi planbaar oogst- profiel, à la Elsanta. De producties van de eerste twee plantingen komen tot en met week 35 respectievelijk uit op 5,97 en 4,65 kilo per lopende meter. De laatste planting ‘hangt’ eind week 35 nog op 1,6 kilo.
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 Bron: BerryPlaza
Grafiek 3. In deze proef geven de opeenvolgende plantdata een planbaar oogst- profiel á la Elsanta (gestippelde lijn).
52 ▶GROENTEN & FRUIT | 23 oktober 2020
Jongenelen: “We hebben in deze proef ge- kozen voor extreme verschillen in plantda- ta. In de praktijk zou het logischer zijn de laatste plantdatum naar voren te halen, met het oog op het productievolume. In deze proef halen we met de laatste plan- ting misschien 4 kilo per lopende meter door de afnemende lichtinstraling in de komende weken.”
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60
