search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
927 | WEEK 51 - 1 18 DECEMBER 2019


COR HARDONK: EEN GEPASSIONEERD SCHEEPSMODELBOUWER


‘Alleen met de beste materialen maak je een scheepsmodel van goede kwaliteit’


BREDA De werkkamer van restaurator en mo- delbouwer Cor Hardonk staat vol met aller- lei materialen; potten verf, houten planken, cirkelzagen, een draaibank, stapels theedo- zen gevuld met mini- blokken, ankertjes en andere scheepsonderdelen. Het ruikt er naar hout en overal liggen hoopjes zaagsel. Op een krukje staat een Noors oorlogsschip, Cor is bijna klaar met de reparatie. “Zo’n typisch bouwpakket”, vertelt hij. Zijn vingers jeu- ken om ook datgeen te repareren waar niet perse om is gevraagd. Cor heeſt het niet zo op bouwpakketten, het gebruikte materiaal is niet goed en ook de afwerking is maar zo- zo. Liever bouwt hij zelf het hele schip, met een romp van Abachi hout en de opbouw van messing.


SANNE VERHOEFF


Als jongen van tien hield Cor al van model- bouw. Hij begon met bouwplaten. “Van de Willem Barentsz en de Statendam. Ik kocht ze en zette ze in elkaar. Mijn moeder maakte dan altijd plaksel, volgens mij van aardap- pelmeel ofzo. Vervolgens liet ik de modellen varen door de dakgoot, totdat de bodem er uitviel van de nattigheid. Dan kon ik weer op- nieuw beginnen”. Hoe de liefde voor schepen begon? Voor Cor was dat eigenlijk vanzelfspre- kend. Zijn vader was immers kuiper in visse- rijstad Vlaardingen en als jongetje speelde hij altijd in de haven of aan boord van de loggers. “Ik had altijd met schepen te maken. Mijn va- der zei: ‘Als je ooit durſt te gaan monsteren, breek ik allebei je benen’. Hij wist immers hoe het eraan toe ging”. Ambitie om te gaan varen had Cor dan ook niet. Hij heeſt wel even geva- ren op een zeesleper, De Zwarte Zee, en toen hij bij het Visserijmuseum werkte, voer hij re- gelmatig met de kotter mee. Daar is het echter bij gebleven.


Cor Hardonk met een plank Abachi hout.


“En ja, toen kreeg ik verkering, ik trouwde en kreeg kinderen. Ook chaufferen bleek het niet te zijn, ik wilde niet zoveel van huis zijn. Toen ben ik, zoals ik dat noemde, aan de wal gaan werken. Ik werd magazijnmeester bij Unilever. Daarna heb ik nog gewerkt bij Coca Cola, tot- dat ik door mijn rug ging en honderd procent werd afgekeurd. Ik was dertig jaar oud en had een dubbele hernia”. Dit was het moment waarop Cor meer ging bouwen. Tot zijn veer- tigste woonde hij in Vlaardingen. “Ik bouwde altijd daar op zolder, waar ik met een vlizo- trap omhoog moest klimmen, niet ideaal”. Hij verhuisde naar Papendrecht, totdat ook daar zijn werkruimte te klein werd. In ’81 verhuis- de hij naar zijn huidige woning aan de Achtste Havervelden in Breda, waar hij de garage sindsdien gebruikt als werkplaats.


Visserijmuseum Al toen hij in Vlaardingen woonde, had Cor connecties met het Visserijmuseum. “Daar is mijn serieuze werk als modelbouwer eigenlijk begonnen. Op een gegeven moment moesten alle bedrijven die met gepensioneerden werk- ten, deze mensen vanuit het ministerie van Sociale Zaken ontslaan. Dit betekende dus dat het Visserijmuseum opeens zonder personeel zat. De toenmalige directeur van het museum belde mij op en vroeg of ik aan de slag wilde als suppoost. Zo heb ik onder andere bezoe- kers rondgeleid en na een jaar ben ik aan de slag gegaan met de collectie. Ik was verant- woordelijk voor het onderhoud, de restaura- tie en reparatie”. Cor benadrukt vervolgens dat er een duidelijk verschil is tussen restau- reren en repareren. “Restaureren houdt in: het origineel zoveel mogelijk behouden. Dit is veel meer dan alleen repareren. Als je een mo- del bouwt uit een doos, het bouwpakket, zijn er vaak veel originele dingen weggelaten. Als je bouwt vanaf de originele werktekeningen, waar dus alle info over het schip op staat, is het schip exact zoals het origineel”.


Het Noorse oorlogsschip is bijna klaar.


Van oorsprong is Cor technisch instrument- maker. “Deze opleiding volgde ik op de tech- nische school in Vlaardingen. Uiteindelijk heb ik dit vak nooit uitgeoefend. Mijn eerste sol- licitatie deed ik bij de manometerfabriek in Schiedam. Ik kwam daar binnen en zag wel meer dan honderd mensen aan tafels zitten. Iedereen maakte zijn eigen onderdeeltje. Ik dacht meteen: ‘Hier word ik gek’. Daarna ben ik het transport in gegaan, als bijrijder. In mijn vrije tijd bleef ik modellen bouwen”. Van bijrijder werd Cor chauffeur, eerst in Nederland en later ook in het buitenland.


Naast zijn werkzaamheden voor het Visserijmuseum bleef Cor scheepsmodel- len bouwen. Het eerste schip dat hij bouwde was de stoomtrawler Tzonne, IJmuiden 1. “Dit schip was een herstelbetaling van de Duitsers aan de Hollanders. Van dit model maakte ik de romp van hout en de opbouw van blik. De tekeningen had ik van het Visserijmuseum”.


Zo klein mogelijk Cor was inmiddels ook lid geworden van de Nederlandse Vereniging van Modelbouwers (NVM), waar Jo Ploeg zijn mentor was. “We maakten er altijd een competitie van hoe klein je kon bouwen zonder de werkelijkheid ge- weld aan te doen. Jo beweerde dat sommige dingen niet konden, maar ik werkte met me- taal en Jo met hout. Met metaal heb je veel


Foto's Sanne Verhoeff


meer vastigheid en daardoor veel meer moge- lijkheden om te modelleren. Jo was tekenaar en vanuit zijn professie was hij meer met het potlood bezig dan met materiaal. Ik werkte vanuit het materiaal en tezamen kwamen we zo tot andere mogelijkheden”. Ter illustratie toont Cor een scheepsmodel dat in zijn woon- kamer staat. “Dit is een Gaffel kanonneerboot van perenhout en ebbenhout”. Hij wijst op een piepklein onderdeel. “Kijk, dit is een takelblok van 1,5 millimeter groot met een gaatje erin. Ik zaag hiervoor eerst een heel dun latje. Daar maak ik dan met een boortje van drie tiende millimeter gaatjes in. Met een scalpel snijd ik de blokjes van elkaar, waarna ik ze met een vijl ronding geef. Dat kost me per blokje zo’n tien minuten tijd, denk ik. Ik heb ze inmiddels in verschillende groottes op voorraad”. Om nog even terug te komen op de bouwdozen: “Zo’n plastic jufferblok uit een bouwdoos lijkt er misschien op, maar is het niet. Alle details hebben ze hierbij weggelaten. Bij modelbouw is alles exact zoals het hoort te zijn”, bena- drukt Cor nog maar eens.


Vijf jaar lang werkte Cor bij het Visserijmuseum in Vlaardingen, tot ’81. Daarna kwam hij in dienst bij het Maritiem Museum in Rotterdam, waar hij hoofdrestau- rator was. Hij toont een mini Mataró-model. Het originele model staat in het Maritiem Museum en dat is het oudste scheepsmo- del van Europa. Het is meer dan zeshonderd jaar oud. “Ik heb het helemaal op tekening gezet voor het museum”, aldus Cor met eni- ge trots. Het model werd vroeger gebruikt in processies.


Naast zijn werkzaamheden voor het Maritiem Museum richtte Cor in ’86 zijn eigen bedrijf op.


‘Scheepsmodellen, maritieme maquettes, restauratie en conservering’, staat er op zijn website. “Het liep direct storm. Ik kende ook veel mensen uit de scheepvaart”.


Chemgas Shipping In een plastic opbergdoos bewaart Cor al zijn foto’s van diverse scheepsmodellen. Hij laat een foto zien van een kruiplijncoaster van Chemgas, de Shamal. “Vanaf 2004 werk ik voor dit bedrijf. Ze staan op kantoor, over de hele wereld. Het is een stukje geschiede- nis van het bedrijf, van de maatschappij ook. Ik heb van elk schip twee modellen gemaakt. Ik ben ook naar de werf gegaan om te kijken hoe de schepen eruitzagen. Het eerste schip voor Chemgas was de Trout, al deze schepen zijn vernoemd naar winden. Over de Trout heb ik zo’n zes a zeven weken gedaan”. Cor vindt het jammer dat hij voor de binnenvaart re- latief weinig opdrachten krijgt voor het ma- ken van modellen. “Ze laten ze weleens bou- wen in Polen, omdat dit goedkoper is. Toch zeg ik ‘nooit doen’. De materialen die ze daar gebruiken, zijn niet goed. Als je een model van goede materialen bouwt, heb je er voor de rest van je leven plezier van”. Die goede manier van bouwen, begint volgens Cor met goed hout. “Daarmee bedoel ik hout dat niet meer trekt, niet meer krimpt. Ik gebruik altijd Abachi hout, dat wordt tot achttien procent gedroogd. Dit houdt in dat het nog een vocht- percentage van achttien procent heeſt. Het werkt niet meer. Abachi hout wordt ook ge- bruikt in sauna’s. De rompen van de Chemgas schepen zijn allemaal gemaakt van dit soort hout. De opbouw is van messing”.


Op welk scheepsmodel Cor nu het meest trots is? Dat blijkt een moeilijke vraag. “Eigenlijk ben ik op allemaal trots”. Het Noorse oorlogs- schip waar hij nu aan werkt, is bijna klaar, maar geheel tevreden is hij niet. Hij wijst op enkele details die naar zijn idee niet kloppen. “Zie je die kanonslopen? Ze zijn maar voor de helſt gemaakt en er zo op geplakt. Ik zou ze helemaal namaken”. Het liefst zou hij het mo- del helemaal opnieuw nabouwen, maar dan volgens de originele tekeningen. De klant is echter koning. “Ik kon het alleen niet laten de juiste vlag erbij te maken”, besluit hij met een lach.


81


Al deze modellen zijn gemaakt door Cor. Foto Cor Hardonk.


De werkkamer van Cor staat vol met materialen die hij gebruikt voor zijn modellen.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92