927 | WEEK 51 - 1 18 DECEMBER 2019
THERESIA HACKSTEINER DRAAGT TAKEN OVER AAN FROUWKE KLOOTWIJK-DE VRIES Na 34 jaar wisseling van de wacht bij IVR
ROTTERDAM Theresia Hacksteiner, al vele ja- ren algemeen secretaris en het gezicht van de IVR, neemt eind van dit jaar afscheid. Zij wordt opgevolgd door Frouwke Klootwijk-de Vries. Wij zochten beiden op en bespraken met hen het verleden, heden en toekomst van de binnenvaart en de rol die de IVR daar- in heeſt gespeeld en blijſt spelen.
WILFRIED VELDHUIJZEN
Gevraagd naar een korte loopbaanschets is mevrouw Hacksteiner snel klaar. Zij trad in 1985 in dienst van wat toen nog voluit de ‘Internationale Vereniging het Rijnschepenregister’ heette en zij is de IVR dus ruim 34 jaar - waarvan de laatste twin- tig jaar als secretaris-generaal - trouw geble- ven. Daarnaast is Hacksteiner sinds de op- richting in 2001 ook secretaris-generaal van de Europese Binnenvaart Unie (EBU). “Deze twee organisaties zijn complementair aan el- kaar. De EBU is de Europese lobby-organisatie van de binnenvaart en brengt als zodanig in- houdelijk meer politiek lobbywerk met zich, terwijl de IVR zich richt op de juridische en technische aspecten ten dienste van de bin- nenvaart”, licht zij deze combinatie van func- ties toe. Het werk bij EBU blijſt Hacksteiner overigens gewoon doen, zij gaat dus nog niet met pensioen. Zij was verder nauw betrokken bij de oprichting van het European Inland Waterway Transport (IWT) Platform. Bovendien heeſt zij na- mens de EBU zitting in het bestuur van de Stichting Green Award.
Vanuit de IVR heeſt zij tevens in 2004 samen met de door de IVR erken- de scheepsexperts en de in de IVR vertegenwoordigde verzekeraars in Nederland de Stichting ‘Nederlands Bureau Keuringen Binnenvaart’ (NBKB) opgericht. Dit was een gevolg van de privatiseringsgolf in die jaren in Nederland waardoor de officiële over- heidskeuringen van binnenvaartschepen aan de markt werden overgedragen. Als di- recteur heeſt zij samen met de betrokken partijen de mandatering van deze stichting door de overheid gerealiseerd waardoor NBKB sinds 2014 zelf namens de minister de officiële certificaten van onderzoek mag afgeven.
Mr.drs. Frouwke Klootwijk-de Vries studeer- de Nederlands recht en bedrijfseconomie. Hiervoor werkte zij acht jaar aan de Erasmus Universiteit, onder andere als onderwijs- coördinator van de Engelstalige masterop- leiding ‘Maritime & Transport Law’. “Door mijn werk aan de Erasmus School of Law had ik het voorrecht om inzicht te krijgen in de transportsector en de mogelijkheid om daarin een groot netwerk op te bouwen. Ik krijg nu de kans om mijn passie voor trans- portrecht (in het bijzonder op het gebied van de binnenvaart) binnen de IVR voort te zet- ten”. Klootwijk is bij de IVR meteen begon- nen met het bijwonen van het IVR-colloquium in Belgrado en ook bij de onlangs gehou- den CESNI bijeenkomst in Straatsburg heeſt zij de IVR al vertegenwoordigd. “Die reizen zijn belangrijk om de sector en zo veel mo- gelijk mensen te leren kennen”, beschrijſt zij haar start. “De binnenvaart is efficiënt ver- voer en er zijn volop kansen in de Europese transportsector”.
Rijn-Donau-unificatie Na deze korte voorstellingsronde volg- de een terugblik op de afgelopen 34 ja- ren en de belangrijkste zaken en wapenfei- ten die Hacksteiner met de IVR in die tijd heeſt bereikt. “Voor mij is een van de be- langrijkste zaken die er in de afgelopen de- cennia zijn gerealiseerd de unificatie en het samensmelten van de regels en wet- geving in het Rijnstroomgebied met die in de Donaulanden”, zegt de vertrekkende secretaris-generaal. “Het CMNI, het verdrag
voor goederenvervoer via de binnenvaart geldt nu immers ook in de Oost-Europese lan- den”. Zij weet waarover zij praat, want in de beginjaren van haar IVR-carrière was het wel anders: het ‘IJzeren Gordijn’ was nog geslo- ten en het Main-Donaukanaal, de verbinding tussen de stroomgebieden van de Rijn en de Donau, was eveneens nog niet geopend. “Wij zijn dit unificatieproces begonnen met bij- eenkomsten met vertegenwoordigers van de Donaulanden die hun regelgeving op die terreinen op één velletje papier konden sa- menvatten”, illustreert Hacksteiner de lange weg van juridische aanpassingen, waarvan de meest recente belangrijke stap heeſt geresulteerd in de in- werkingtreding per 1 juli 2019 van het nieuwe CLNI: het Verdrag van
Gelet op deze goede resultaten stelt zich de vraag ‘is daarmee de missie voltooid?’ “We hebben bereikt wat we wilden, maar de missie is nog lang niet voltooid”, geeſt Hacksteiner ons en haar opvolgster te kennen.
Unieke organisatie Beide dames wijzen ook op de unieke rol van de IVR in de Europese binnenvaart. De ledenlijst omvat niet alleen binnenvaart- organisaties, verzekeraars en scheepsexperts, maar ook advocaten, motorenfabrikanten en scheepswerven. “Samengevat is de IVR hét centrale aanspreekpunt voor al deze betrokkenen. Dat is het unieke aan IVR”, zegt Klootwijk daarover.
reeds publicatie van het eerste IVR-Register”, zo schetst Hacksteiner het ontstaan van de vereniging. “In het begin werd alleen naar de deugdelijkheid en veiligheid van schip en be- manning gekeken. Later kreeg ook de lading aandacht van verzekeraars, die is immers ook niet onbelangrijk”, geeſt zij met een glimlach de ontwikkeling weer. Daarbij wijst zij ook op de rol die de Akte van Mannheim – tot stand gekomen in 1868, zes jaar voor oprichting van de IVR – heeſt gespeeld. “Het verschil met de Donaureglementering is, dat de Akte van Mannheim verplichte regelgeving inhoudt, die ook als basis heeſt gediend voor Europese regelgeving, terwijl de Donauregels een aan- bevelende karakter hebben”, legt de erva- ren juriste uit. Zij is uiteraard verheugd met het CESNI comité door de CCR van CESNI, het Europese comité voor de opstelling van stan- daarden in de binnenvaart: “Nu is er voor alle CCR en EU landen één standaard in ontwikke- ling. Hier is echt een grote stap gezet!”
Daarnaast heeſt de IVR met de oprichting van de Stichting NBKB ook na de privatisering van deze overheidstaak erop toegezien, dat de keuringen door de vrije markt op een unifor- me en kwalitatief hoogstaande wijze worden uitgevoerd.
Topprioriteit Met het 150-jarig bestaan van de IVR in het verschiet heeſt Frouwke Klootwijk een duidelijk mikpunt aan de horizon. Echter gevraagd naar de toekomst en haar topprioriteiten in haar nieuwe functie noemt zij toch als eerste een ex- tern agendapunt: “Voor mij heeſt het ra- tificeren van het CLNI-verdrag door de betrokken landen topprioriteit. De uni- ficatie en ratificatie van verdragen staat voorop”. zegt de nieuwe secretaris- generaal stellig. “Maar ook de schade- preventie heeſt zeker prioriteit. De IVR is daarin belangrijk met expertise uit de sector zelf. Wij moeten de ervaring bun- delen en registreren” zegt Klootwijk.
Gevraagd naar eventuele belemmeringen bij registratie met het oog op (Europese) pri-
Straatsburg inzake de be- perking van de aansprakelijkheid in de binnenvaart van 2012. De IVR heeſt haar harmonisatiewerkzaam- heden gedurende vele jaren in de tijden van de toetreding van de Oost-Europese landen tot de EU door middel van colloquia en work- shops, in het begin ook met support van de Europese Commissie gestalte gegeven
Klootwijk haakt hierop in: “Het uitrollen van het nieuwe CLNI is nu de uitdaging. Overigens heeſt Servië als eerste Oost-Europese land het verdrag geratificeerd. Dat is ook de reden dat het IVR-colloquium in Belgrado plaats vond. Maar ook de rest van Oost-Europa staat voor onze regelgeving open. Een aantal landen heeſt bijvoorbeeld onze averij-grosseregels in hun wetboeken opgenomen”. Een belangrijk verschil met het oude CLNI ver- drag uit 1988, zo benadrukken de beide juris- tes, is dat het toepassingsgebied van het CLNI 1988 alleen de Rijn en de Moezel betrof, ter- wijl het CLNI 2012 voor alle dertien betrokken landen toepasbaar is. Met haar uitspraken ”De Donaucommissie werkt hard met ons samen” en “het netwerk van juridische experts strekt zich nu uit tot aan Oekraïne toe” onderstreept Hacksteiner nogmaals de nauwe samenwer- king met de Donaulanden.
Hacksteiner wijst ook op de ac- tiviteiten van de IVR op het gebied van veiligheid en in het bijzonder de schadepreventie.
“Een rij van experts, die ook voor de Londense verzekeringsmarkt werken, staat ons ter zij- de. Onze schadepreventiecommissie beschikt over instrumenten waaruit analyses kunnen worden gemaakt die van belang zijn voor het voorkomen van schades. Het zijn soms simpe- le dingen, maar via onze motorenschaderegis- tratie kunnen wij veel voorkomen”. Klootwijk attendeert ons ook op de technische brochu- res die IVR uitgeeſt en die ook aan schadepre- ventie bijdragen. Desgevraagd geven beiden aan dat de IVR op het gebied van duurzaam ondernemen geen actieve rol speelt. “Dat is een taak van andere instanties en organisa- ties in de binnenvaart, zoals de EBU”, merkt Hacksteiner daarover op.
De secretaris-generaal neemt dan wel af- scheid, maar zij promoot nog met veel en- thousiasme de producten van ‘haar’ IVR. Zo brengt zij de schependatabank van IVR onder de aandacht: “Dit is de oorspronkelijke taak van de IVR. Reeds vanaf de oprichting in 1874 – destijds als ‘Rheinschiffsregisterverband’ – is daaraan gewerkt, met de invoering van het IVR Certificaat van Deugdelijkheid en in 1879
Binnenvaart heeſt potentie Tot slot namen we een blik in de verre toe- komst met de vraag of de dames verwach- ten dat de Europese binnenvaart over 25 jaar nog steeds zijn vooraanstaande rol in het transport en de logistiek van Europa en de wereld zal spelen. Hacksteiner zegt daar- over: “Ik verwacht dan een nog sterkere posi- tie van de binnenvaart. Deze modaliteit heeſt nog veel potentie. Wel zal de infrastructuur moeten verbeteren en worden uitgebreid, bij voorbeeld met grote projecten als de Seine- Schelde verbinding. Het beleid van de EU en de Europese Commissie zal zijn om goederen- volume van de weg naar de binnenvaart over te hevelen. Ook veranderende goederenstro- men spelen daarbij een rol, bijvoorbeeld van kolen naar container”. Klootwijk voegt er aan toe dat het wel belangrijk is, dat juridische drempels worden weggenomen. Afsluitend geven beiden aan zeer content te zijn met de gelegenheid die het bestuur van de IVR hen heeſt geboden om een viertal maanden nauw samen te werken en zo de zaken goed over te dragen. Maar begin 2020 gaan zich hun wegen scheiden, want Hacksteiner gaat de werkzaamheden voor de EBU dan in Brussel voortzetten.
vacywetgeving geven de dames geruststel- lend aan, dat de IVR-databank zo is ingericht dat de eigenaren en/of exploitanten van de geregistreerde schepen te allen tijde toegang hebben tot hun eigen gegevens en indien ge- wenst hun data naar de buitenwacht toe kun- nen blokkeren. “Het is een uniek internatio- naal register”, geeſt Hacksteiner ons mee. Klootwijk geeſt verder aan, dat marktobser- vatie en belangrijk thema is. “De markt moet meer ‘awareness’ krijgen”.
39
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92