927 | WEEK 51 - 1 18 DECEMBER 2019
Zaag je eigen kerstboom Het is koud buiten, op straat ligt een dun laag- je sneeuw. Ik hoop zo dat het dit jaar sneeuwt met Kerstmis. Samen met mijn ouders glib- beren we over de parkeerplaats naar het win- kelcentrum. De kerstbomenman staat er ook alweer, net als ieder jaar. Mijn moeder wil nog een weekje wachten, Sinterklaas is immers net vertrokken. Volgende week gaan we er eentje kopen, heeſt ze beloofd. Ik kan eigenlijk niet wachten, al vraag ik me opeens af wat het kap- pen van die bomen eigenlijk betekent voor het milieu. Ik vraag het maar niet aan mijn ouders, ze worden nu al gek van mij. Ik zoek het straks wel op. Eerst die stomme boodschappen.
‘Zaag je eigen kerstboom’, lees ik. Het is me gelukt, ik mag deze middag nog een uur- tje internetten. Ik ben gelijk op zoek gegaan naar informatie over kerstbomen. Ik tikte ge- woon ‘kerstboom en stikstof’ in en kwam te- recht op de website van het Nationaal Park De Hoge Veluwe. Daar kun je dus in december je eigen kerstboom komen afzagen en daar- mee help je de natuur. ‘De stuifzandgebieden in het Nationale Park De Hoge Veluwe groeien in hoog tempo dicht door de uitstoot van stik- stof. Plant- en boomsoorten die het goed doen op stikstof, zoals de grove den, groeien steeds sneller, waardoor de unieke open zandvlaktes op de Veluwe veranderen in bos’, lees ik.
En daarom hebben ze dus de actie ‘Zaag je ei- gen Kerstboom’ bedacht. Dat wil ik ook! Snel kijk ik welke dagen dit kan; 14 december! Yes. “Mam”, roep ik. “Kijk eens wat ik heb gevon- den...”. Deze keer hoef ik haar niet te overtui- gen. Ik weet dat mam heel graag een echte kerstboom wil, ze vindt die geur zo lekker, en echter dan dit kan natuurlijk niet. Wij gaan naar de Veluwe.
“Nog een kwartier Soof, dan is je scherm- tijd voor vandaag weer voorbij”, zegt mam. Ik zucht. Wat een gezeur. Snel zoek ik naar nog wat extra informatie over de binnenvaart, ik blijf eraan denken. Je hebt blijkbaar zelfs een Bureau Voorlichting Binnenvaart en op die website is heel veel informatie te vinden. Wauw. Als ik mijn spreekbeurt over de binnen- vaart wil houden, moet ik hier zijn.
Als ik klik op de grote blauwe button met de tekst ‘Draag bij aan promotie voor de binnen- vaart’, zie ik dat ik allerlei informatie voor mijn spreekbeurt kan downloaden, oh en ik kan posters bestellen. Dat ga ik doen. Ik laat pap mijn adresgegevens invullen, ik mag nooit zo- maar iets bestellen op internet, en dan klap ik de laptop dicht. Ik ren naar boven, kruip ach- ter mijn bureau en vul de lijst aan. Die kerst- boom zagen zorgt natuurlijk niet voor minder stikstof, maar we helpen de natuur er wel mee. Bij nummer drie ‘Meer informatie zoeken over de binnenvaart’ zet ik een kruisje - dat heb ik al gedaan.
mooiste handschriſt ‘Sofies anti-stikstoflijst’ boven. Ik teken een leeg hokje en ik denk even na. Waarom mag ik die stomme laptop nu niet gebruiken?
Op het internet is zoveel informatie te vinden. Ik begin met wat ik al weet. Bij het eerste hokje schrijf ik ‘papa overtuigen dat hij niet zo hard moet rijden’. Ik heb gehoord dat minder hard rijden op de snelweg de uitstoot van stikstof vermindert, ook al is het maar een klein beetje. Mijn vader rijdt meestal wel 140 kilometer per uur als we in het weekend bij vrienden of fami- lie op bezoek gaan. Soms zegt mijn moeder er iets van maar dat is niet omdat ze zich zorgen maakt om het milieu ofzo. Nee, ze vindt het ge- woon gevaarlijk. Vanaf nu blijf ik net zolang zeuren op de achterbank, totdat papa netjes 100 of 120 rijdt. Ik moet een beetje lachen. Dat gaat hij niet leuk vinden.
Nummer 2 op mijn lijst weet ik ook gelijk: ‘vaker met de fiets naar gym’. Nu brengt mijn moeder me bijna altijd terwijl dat helemaal niet nodig is, ik ben tien en kan best zelf op de fiets. Dat scheelt weer een ritje met de auto. Nummer 3 wordt ‘Meer informatie zoeken over de bin- nenvaart’ en bij 4 schrijf ik ‘mensen vertellen over de binnenvaart’. Ik ben benieuwd wat mijn vriendinnen hierover weten. Maandag ga ik het meteen vragen op school! Misschien kan ik mijn spreekbeurt wel over dit onderwerp hou- den, bedenk ik opeens. In januari ben ik aan de beurt en tot nu toe had ik nog geen idee. Ja! Dat ga ik doen.
“Sofie”, roept mam. “Kom je naar beneden? We gaan boodschappen doen”. Zucht, waarom moet ik mee? Ik weet dat het geen zin heeſt om tegen te stribbelen want dat doe ik elke zater- dag en het helpt niets. Tevreden kijk ik naar het begin van mijn lijst, vanmiddag ga ik verder.
De Veluwe Eindelijk is het zover, we zitten in de auto op weg naar de Veluwe. Ik weet het, niet de mili- euvriendelijkste manier van vervoer maar ik zorg er wel voor dat mijn vader niet te hard rijdt. Zodra hij harder dan 120 gaat, maak ik het geluid van een alarm. Hij vindt het enorm irritant maar het helpt wel. Mijn moeder draait zich om en geeſt me een knipoog, zij kan er wel om lachen. Als het zachtjes gaat sneeu- wen, hoef ik niet meer op te letten. We zijn niet de enigen met het idee een eigen kerstboom te gaan zagen.
37
Als we aankomen bij het park, kunnen we maar moeilijk een parkeerplaats vinden. “Soof, pak jij de zaag”, vraagt pap en ik haal hem gelijk uit de achterbak. Mijn zus Nienke kijkt boos, ze had hier he-le-maal geen zin in (te koud) maar ze moest mee. Traag loopt ze achter ons aan. Zelfs de sneeuw vindt ze niet leuk. Ik snap er niets van. “We moeten naar het Marchantplein, en daar kunnen we een bon ophalen. Die moeten we meenemen naar de plek waar we een boom mogen opzoeken”, zeg ik.
We mogen per persoon een dennenboom uit- zoeken, dus we zouden er vier mogen mee- nemen. Jammer genoeg vinden pap en mam één boom wel genoeg. Even later volgen we met de bon in de hand de bordjes die ons wij- zen naar de plek waar we een boom mogen za- gen. “Wat is het hier mooi”, zegt mam terwijl er wolkjes uit haar mond komen. Ik doe net als- of ik een sigaretje rook. “Als je dat maar nooit met een echte sigaret gaat doen”, zegt pap streng. Bah, ik moet er niet aan denken.
Het is best moeilijk om een mooie boom uit te zoeken. Hij moet niet te groot zijn, lekker vol en de takken netjes verdeeld over de boom. Mam wil geen kale stukken. “Dat is hem”, roept Nienke plots. Het lijkt wel alsof ze dit toch een beetje leuk gaat vinden. Haar wangen zijn rood van de kou, er staat een glimlach op haar gezicht en ze wijst naar een mooie, volle boom. Hij is perfect, daar zijn we het allemaal over eens. Ik mag beginnen met zagen maar dat is moeilijker dan ik dacht, ik krijg het er bloedheet van.
Na vijf minuten voel ik dat mijn rug nat begint te worden en ik zie nog bijna niets gebeuren met die stam. Er zit een heel klein deukje in. “Laat mij maar”, zegt pap. Hij pakt de zaag en na een tijdje roept hij keihard “van onderen”. Samen vangen we de boom op, waarbij we het dunne laagje sneeuw dat op de takken lag over ons heen krijgen. Het is gelukt! We heb- ben onze eigen kerstboom. We laten de boom inpakken in zo’n handige machine en leggen hem in de auto, het past maar net. “Nu wil ik glühwein”, zegt mam en we lopen richting de kerstmarkt, die er ook is. Nienke en ik mogen allebei een bal uitzoeken voor in de boom en we mogen zelfs warme chocolademelk met slagroom.
Een paar uur later zit ik weer achter mijn bu- reau, ik zet een vinkje bij nummer 5 van de lijst. Ook al heeſt mijn lijst nog maar 5 pun- ten, toch ben ik tevreden. Ik vind het fijn om na te denken over een betere wereld. Mijn va- der noemt me daarom soms Greta, zo heet dat Zweedse meisje die altijd met het klimaat be- zig is. Ik vind het niet echt een compliment, die kijkt altijd zo boos. In het nieuwe jaar ga ik mijn lijst verder aanvullen, er komen vast nieu- we ideeën bij.
In januari kan ik nummer 4 ook afstrepen, want dan heb ik mijn spreekbeurt. Ik heb het informatiepakket ontvangen over de binnen- vaart en er is zoveel over te vertellen. Zouden mijn klasgenoten weten dat er mensen wonen op een binnenvaartschip? Ik wist het niet hoor. Ik ga de stickers uitdelen die ik heb gekre- gen van het Bureau Voorlichting Binnenvaart, daarop staan plaatjes van verschillende soor- ten schepen. Er zat zelfs een folder bij waarop staat dat je ook kunt kiezen voor een beroep in de binnenvaart. ‘Vrij, avontuurlijk en… dichtbij de natuur’. Wie weet ga ik later wel varen...
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92