34
‘Gezonken Schatten’: topstukken uit maritieme rijkscollectie bijeen
856 | WEEK 14-15 05 APRIL 2017
LELYSTAD Drie grote kanonnen, een rapier, loodjes met stadwapens uit de 18de eeuw, een hele lading tinnen potten en een grote verzameling potten van steen: het zijn voor- beelden van opvallende vondsten in de ten- toonstelling ‘Gezonken Schatten’.
Voor deze tentoonstelling zijn topstukken uit de 40.000 objecten tellende collectie van het Maritiem Depot van Batavialand geselec- teerd. De voorwerpen zijn afkomstig uit de wrakken van schepen die ooit vergingen in de Zuiderzee, Waddenzee en Noordzee. En Flevoland is met 430 vindplaatsen van wrak- ken het grootste droge scheepskerkhof ter we- reld. De jongste provincie van Nederland is een ware maritieme schatkist.
In de tentoonstelling zijn een groot aantal vondsten gepresenteerd uit diverse wrakken. De tentoonstelling biedt een greep uit het grote aanbod van vondsten uit het Maritiem Depot. Opvallend is bijvoorbeeld de vitrine met de suikerrietstengels. Soms werden sim- pele en ingenieuze oplossingen gevonden voor het vervoer van producten. De suiker- rietstengel werd gebruikt als ontluchtings- ventiel (voor het geval de bonen zouden gaan gisten) in een ton gevuld met koffiebonen uit Zuid-Amerika.
Ook het onderwerp bewapening komt aan bod. Hoe verdedigden schippers zich tegen aanvallen van vreemde mogendheden en pi- raten? ‘Gezonken Schatten’ toont rapieren en sabels. Een bijzondere rapier is de versie die gemerkt is met wolfskoppen (zogenaamde Wolfsklingen). Deze is gemaakt te Passau in de Zuid-Duitse bisschoppelijke wapensmederij.
Herkenbaar zijn objecten die een beeld geven Zeevarende natie
De tentoonstelling ‘Gezonken Schatten’ toont vondsten die getuigen van de trot- se maritieme geschiedenis van Nederland. ‘De Lage Landen’ zijn groot geworden als zeevarende natie. We zeilden over de we- reldzeeën en naar het Oostzeegebied maar ook, dichter bij huis, onderhielden schip- pers een dicht netwerk van binnenlandse verbindingen.
Ons land is nauw verbonden met water: we moeten ons er tegen verdedigen en te- gelijkertijd maken we er optimaal gebruik van, als vaarwater. Enerzijds ligt dat voor de hand: we worden omringd en zijn dooraderd
van het verblijf aan boord, zoals een zoge- naamd evaatje, een schort van de schippers- vrouw, of kinderschoentjes die er op wijzen dat op Nederlandse schepen schippers hun gezinnen meenamen, zodat ze goedkoop kon- den varen met een goedkope bemanning en geen kosten van een behuizing aan de wal hadden. Dat gebeurt nog steeds, kinderen varen mee met hun ouders totdat zij school- plichtig zijn.
Vaarroute
Naast de selectie van voorwerpen uit het de- pot, wordt in ‘Gezonken Schatten’ getoond welke informatie vondsten kunnen bieden en wat je hiermee kunt doen. Aan de hand van vondsten wordt in de tentoonstelling het ver- haal verteld van een schip dat ooit voer op de Zuiderzee. Door aangetroffen vondsten als la- ding, munten, vuur- en bakenloodjes kon een reconstructie worden gemaakt van de rou- te die een tjalk in de 18de eeuw maakte van Leiden naar Groningen. De scheepsinventaris, tinmerken op huisraad, verwijzen naar makers uit Groningen en duiden op de thuisplaats Groningen van de schipper.
Aan de hand van de lading dakpannen en pla- vuizen in het scheepswrak werd vastgesteld dat het schip afkomstig was van de Vecht. Een loodje met het wapen van Muiden wees er op dat het schip via de sluis van Muiden de Zuiderzee is opgevaren in het jaar 1787. Aan boord zijn wapens gevonden van de Schotse legerkapitein Mungo Graham. Hij diende in het Staatse leger, waar drie Schotse regimen- ten onderdeel van uitmaakten.
Uit archieven weten we dat één van die Schotse regimenten in het jaar 1787 in Muiden en in Hoorn/ Nieuwersluis was gelegerd.
met water. Anderzijds waren het de varens- lieden die op een behendige manier gebruik maakten van gratis windenergie. Het waren de scheepsbouwers die met hoogwaardige technologie op innovatieve wijze uitgekien- de schepen bouwden, geschikt voor het ver- voeren van een maximale hoeveelheid lading met een zo klein mogelijke bemanning. In de Lage Landen staat het binnenlands transport per schip al lang voor de zeventiende eeuw op een hoog niveau. Daardoor waren er geen belemmeringen voor goederenstromen en dat was weer een belangrijke motor voor de ontwikkeling van de economie.
Gouden Eeuw In de Gouden Eeuw komt die ontwikkeling
Waarschijnlijk voer een deel van de soldaten met dit schip mee. Echter, de reis eindigde niet in de haven van bestemming! Uit ande- re loodjes (zogenaamd vuur – en bakengeld) weten we dat het schip (in voorgaande ja- ren) via de Jetting, een geul aan de oostkant van de Zuiderzee, langs de Friese kust heeſt gevaren. Voor het onderhoud van de tonnen moest betaald worden aan de Armen Kamer van Harlingen, die de betonning van deze geul verzorgde.
Kleine Oost Uit weer een ander loodje blijkt dat het schip, eveneens in voorgaande jaren, de Zuiderzee
tot een hoogtepunt in de Republiek. Vooral Holland, met Amsterdam als on- betwist centrum, ontwikkelt zich tot ma- ritieme wereldmacht. De rijke scheep- vaartgeschiedenis die daarvan het gevolg is ligt als verborgen schat in Nederlandse waterbodems, zoals de Waddenzee, Noordzee en Zeeuwse delta. Flevoland is daarbij uniek. Niet alleen als groot- ste polder ter wereld, maar ook als het grootste scheepskerkhof op het droge ter wereld met 430 vindplaatsen van wrak- ken. Bezoekers die de tentoonstelling ‘Gezonken Schatten’ in Lelystad bezoe- ken, staan daadwerkelijk op de plek waar vroeger de woeste Zuiderzee was. Een ex- tra bijzondere ervaring.
heeſt verlaten via Amelander Zeegat. Dat be- tekent dat het schip haar route in oostelij- ke richting heeſt vervolgd, bijvoorbeeld rich- ting Groningen of Kleine Oost (Bremen of Hamburg). De inventaris van het wrak ver- schaſt ons bijzondere informatie over de thuishaven van het schip. Tinmerken op een schaal geven aan dat ze zijn gemaakt in de stad Groningen. Het gaat om de tinnegieters P.H. Bleeker en vader Wolbenius Rienewerf en zoon J.H. Rienewerf. Ook een aantal voorraad- potten, geproduceerd te Duingen langs de Weser in Duitsland, wijzen op een Groningse herkomst, omdat dit aardewerk alleen in de provincie Groningen te verkrijgen was.
De tentoonstelling is te zien t/m 7 janua- ri 2018 bij Batavialand, locatie Nieuw Land Erfgoedcentrum.
Vanaf de start van het Zuiderzeeproject zijn alle scheepsvondsten onderge- bracht in het Maritiem Depot. Dit depot is in de twintigste eeuw uitgegroeid tot één van de grootste en rijkste archeo- logische collecties ter wereld op het ge- bied van het maritieme verleden van Nederland. Met de tijdelijke tentoon- stelling ‘Gezonken Schatten’ worden de topstukken uit dit depot getoond. Het Maritiem Depot is sinds eind 2016 onder- gebracht bij Batavialand (locatie Nieuw Land Erfgoedcentrum in Lelystad).
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84