1050 | WEEK 38-39 18 SEPTEMBER 2024


Beschikbaarheidsplatform voor werkboten op SMM gelanceerd


19


CO2-uitstoot met 35.000 ton per jaar omlaag Containerterminals ECT gaan over op walstroom


ROTTERDAM De containerterminals van Hutchison Ports ECT Rotterdam (ECT) wor- den de komende jaren voorzien van walstroomvoorzieningen.


De lancering van Nauticworx.com op het open podium van vakbeurs SMM. Foto Nauticworx


HAMBURG Het onlangs opgerichte Nederlandse digitale bedrijf Nauticworx heeſt op de vakbeurs SMM in Hamburg met trots de officiële lancering aangekondigd van zijn plat- form voor de beschikbaarheid van werkboten.


Het virtuele platform heeſt tot doel de manier te vergemakkelijken waarop offshore- en maritieme professionals hun vlootactiviteiten beheren. De databank biedt een naadloze – en veilige – oplossing voor het charteren van regionale werkboten op de spotmarkt in een digitale omgeving die deelnemers anoniem houdt totdat ze ervoor kiezen om dat niet te doen. Door al- leen werkboten aan te bieden binnen een beperkte straal worden aanzienlijke tijd- en brandstofbesparingen gerealiseerd bij de inzet van schepen op de spotmarkt.


“We zijn opgetogen om Nauticworx.com te mogen onthullen op SMM 2024”, zegt Friso Visser, medeoprichter en algemeen direc- teur van Nauticworx. “Geweldig om te zien dat de ideeën die we een jaar geleden had- den tot leven zijn gekomen – en live gaan – waarvoor we gedeeltelijk onze digitale


technologiepartner iQuality en John van Beek moeten bedanken met wie we zo hard hebben samengewerkt in de afgelopen maanden.”


Waardevol hulpmiddel Visser: “Ook ben ik alle mensen in de char- ter-, makelaardij-, offshore-bouw-, olie- en gas-, sleep-, toeleverings- en windenergie- sector zeer dankbaar die ons hebben gead- viseerd en geholpen bij het definiëren van de meest urgente behoeſten van de sector, zowel wat betreſt de beschikbaarheid van activa en de daarmee samenhangende commerciële processen.


Al hun feedback is in het platform verwerkt, waardoor het, naar onze mening, een echt waardevol hulpmiddel is geworden voor mensen die een spotwerkboot nodig heb- ben of mensen die downtime hebben.”


Hierover heeſt ECT afspraken gemaakt met Rotterdam Shore Power (RSP), samenwer- kingsverband van energiebedrijf Eneco en Havenbedrijf Rotterdam. De eerste schepen worden naar verwachting in 2028 op wal- stroom aangesloten. Als de voorzieningen op beide terminals in 2030 operationeel zijn, kunnen jaarlijks zo’n 5000 zeeschepen op de walstroom worden aangesloten. Dit vermindert de CO2-uitstoot in de haven met zo’n 35.000 ton per jaar.


RSP zal de walstroomvoorzieningen aanleg- gen en exploiteren, terwijl ECT en Havenbedrijf Rotterdam zorgdragen voor de civiele inpassing van de faciliteiten op kade en terminalterrein. De projecten


behoren tot de grootste walstroomprojec- ten in Europa en omvatten gezamenlijk zo’n 5 kilometer aan havenkade. Leo Ruijs, CEO van ECT: “De projecten sluiten aan bij onze doelstelling om vanaf 2035 emissievrij te zijn.”


Drempels weg Rotterdam Shore Power is trots om wal- stroom als een service aan te bieden op de Maasvlakte, aldus Tiemo Arkesteijn en Ina Barge, die leiding geven aan RSP: “Hiermee nemen we investeringsdrempels weg en ontzorgen we onze klanten en partners, ter- wijl we tegelijkertijd de vergroening van de haven en de maritieme sector versnellen.” Robert Simons, havenwethouder van de ge- meente Rotterdam: “Een prachtige mijlpaal voor de haven van Rotterdam en een be- langrijke stap richting ons doel om alle schepen aan de Rotterdamse kades te voor- zien van walstroom.”


Tiemo Arkesteijn (directeur RSP), Leo Ruijs (CEO van ECT) en Ina Barge (directeur RSP) bij de ondertekening van der overeenkomst.


Geef de binnenvaart een schone hoogwaardige brandstof


“In de aanloop naar het Scheepsmotoren Event is er al menig artikel verschenen in de verschillende bin- nenvaart-nieuwsmedia. Gemene deler daarin lijkt de biobrandstof FAME, als de ‘heilige graal’ op weg naar de reductie van emissies. De ASV maakt zich ernstig zorgen over de manier waarop deze B-kwaliteit brandstof geleidelijk aan onze binnenvaartsector wordt opgedrongen.


‘Good housekeeping.’ Deze term wordt vrijwel altijd in een adem genoemd met FAME (Fatty Acid Methyl Ester). Dit wordt door sommigen ‘goede opslag’ ge- noemd. Daar waar je met de reguliere diesel B0 hoog- uit preventief je bunkers aſtapt en op tijd je filters wisselt, is het met FAME wel anders gesteld. Good houskeeping of goede opslag, betekent in feite niets anders dan dat de binnenvaartondernemer met een hoop extra kosten opgezadeld wordt om de brandstof op een acceptabel kwaliteitsniveau te houden. Dit zou wellicht nog te verteren zijn, als het milieu en klimaat er echt mee geholpen zouden zijn. Maar niets is min- der waar.


Wanneer je bedenkt wat voor extra energie (lees brandstof) het kost om de FAME, wanneer het kouder wordt, op een bepaalde temperatuur te houden, dan is je fictieve reductie - want dat is het nuchter bekeken - al teniet gedaan door de extra brandstof die het kost om je generator te moeten laten draaien. En in het geval van walstroom vliegen de kilowatturen x 35 eurocent je portemonnee uit. Daarbij moet je maar zo rekenen dat in de winter de groene stroom ook niet bepaald overtollig voorradig is. Dus tel uit je milieu- klimaatwinst! En dan laten we het extra filtergebruik, kortere standtijd van de smeerolie en in het ergste


geval de extra slijtage aan de motoren nog buiten beschouwing.


Goede bedoelingen Het EICB pleit voor het ontwikkelen van een uitstoot- strategie. Gezien de maatschappelijk ontwikkelingen is dat absoluut nodig. Ondanks het feit dat de bin- nenvaart per ton/km nog altijd een van de minst mi- lieu- en klimaatbelastende vervoersmodaliteiten is. Maar de ASV is daarin van mening dat FAME niet de juiste weg is. Al blijſt de keuze natuurlijk altijd aan de ondernemer.


Daar waar FAME nog steeds een slecht imago heeſt door de ervaringen in het verleden, en de aanpassin- gen die vergt wanneer je het nu wilt kunnen gebrui- ken, is dat met HVO-100 tegenovergesteld het geval. Uit het werkveld horen we alleen maar positieve ge- luiden over HVO-100. Met name op de CO- (roet) emis- sies, doet deze brandstof het enorm goed. Bijkomend voordeel is dat rekenkundig ook een veel hogere CO2- reductie behaald wordt en is het een op een toepas- baar ten opzichte van de huidig diesel.


Maar waarom lezen we weinig meer over deze hoog- waardige biobrandstof? Een reden dat ondernemers niet kiezen voor HVO-100, zou de meerprijs zijn die het kost ten opzichte van de gewone diesel. Maar dat be- treſt de keuze tussen HV0-100 en gewone diesel. Maar geloof maar gerust dat wanneer de ondernemer straks de keuze heeſt tussen een kwalitatief goede biobrand- stof ten opzichte van een biobrandstof die potentieel voor problemen (lees extra kosten) kan zorgen, graag die meerprijs betaalt, omdat het hem onder aan de streep veel minder kost.


Belangen De vraagt rijst hier welke belangen er spelen. In een eerder artikel was te lezen dat ook andere vervoers- modaliteiten aanspraak maken op HVO-100. De zorg van de ASV is, dat de binnenvaartsector hierin het on- derspit gaat delven en opgezadeld wordt met een kwa- litatief inferieure brandstof ten gunste van de andere modaliteiten. En dat onder de schone schijn van emis- siereductie. Dat dan weer wel… Maar een ieder die op school scheikunde heeſt gehad, weet dat je nooit een schoon resultaat kan verwachten aan de uitlaat, wan- neer je er aan de voorkant iets smerigs ingooit. Tenzij je allerlei dure toeters en bellen aan filters voor en na gebruikt. Maar dat basisprincipe der scheikunde lijkt steeds meer vergeten, net als dat twee maal twee vier blijſt en niet drie of vijf. En gezien het feit dat de mees- te binnenvaartschepen nog geen uitlaat-nabehande- lingssysteem, of Stage V-motor hebben, zullen ze met FAME effectief alleen maar meer vervuilende emissies uit gaan stoten.


Beerput Nederland Dit doet denken aan een tv-documentaire van Zembla, die een aantal jaar geleden uit is gezonden met boven- genoemde titel. Een van de minst schandalige onder- werpen (ja u leest het woordje ‘minst’ goed) hierin was het bijmengen van chemische troep in de stookolie van zeeschepen. Erg genoeg met medeweten van de diverse overheden! Wordt de gasolie voor de binnenvaart straks eenzelfde dankbaar product om maar alle denkbare rommel waar we niets mee kunnen, of te duur is om op een fatsoenlijke manier te verwerken, in bij te mengen?”


Machiel Smitsman, bestuurslid schippersvereniging ASV


Foto Marc Nolte


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64