search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
STOVEN


'WERKVLEES'


Stoofvlees is werkvlees, oftewel vlees met spieren die veel bindweefsel bevatten. Dit kun je lang laten garen. Lekker stoofvlees bevat altijd vet. Snijd het er niet af, want het zorgt voor malsheid en smaak. Gebruik je vlees met bot, laat dit er dan aan zitten. Ook dat geeft smaak.


STOOFTIJD


Er zijn geen algemene 'regels' voor stooftijden. Hoewel op verpakkingen van vlees vaak wel algemene richtlijnen staan, is de precieze


stooftijd van veel factoren afhankelijk. Het hangt onder andere af van de grootte van het vlees, het soort vlees, de hoeveelheid vocht en welk vocht je gebruikt. Wat je het best kunt doen, is regelmatig proeven of het vlees zacht genoeg is.


tips


VAN WIJN TOT KOKOSMELK Om te kunnen stoven heb je vloeistof nodig.


Bijvoorbeeld wijn, bouillon, cider, bier of kokos- melk. Daarnaast heb je zuur nodig, zoals azijn, mosterd of citroensap. Wijn en bier hebben uit zichzelf al een zuurtje, maar extra azijn, mosterd of citroensap toevoegen kan altijd. Dat zuurtje helpt het bindweefsel uit het vlees af te breken, wat zorgt voor malser vlees.


+ & Materiaal methoden


PAN Belangrijk is dat je een pan hebt met een goed sluitende deksel, zodat het vocht niet verdampt. Verder is het handig als de pan een dikke bodem heeft, omdat die de warmte goed verdeelt. Ideaal is een pan van gietijzer.


WAT IS STOVEN?


Stoven betekent: langzaam garen, tegen de kook aan met toegevoegd vocht.


OPEN OF DICHT? Houd tijdens het stoven de deksel op de pan. Je verliest dan geen vocht. Doe op het laatst, als je stoofgerecht nog erg vochtig is,


de deksel van de pan. Zo kan het vocht verdampen.


LAAG VUUR & LANG GAREN


Stoven doe je op laag vuur. Vroeger


werd er wel gestoofd op een petroleumstel, tegenwoordig kun je een vlamverdeler gebruiken. Door het vlees lang te garen op een lage temperatuur of de laagste stand op inductie, lost het bindweefsel uit de spieren op. Dat zorgt voor mals vlees en een lekkere smaak. Braad het vlees altijd aan voordat je het vocht erbij doet. Dit geeft kleur, maar ook meer smaak.


KRUIDEN & SPECERIJEN


Behalve vocht heb je bij stoofvlees smaakmakers nodig. Dat zijn kruiden en specerijen, maar ook


gedroogde paddenstoelen. Harde kruiden als roze- marijn en tijm kun je meestoven. Zachte kruiden zoals peterselie en koriander kun je beter pas op het laatst toevoegen, omdat anders de smaak verloren gaat.


Voeg specerijen al toe als je het vlees gaat aanbraden, want dan komen de smaken het beste vrij.


OVEN Stoven in de oven is heel handig, omdat die een constante tempera- tuur heeft. 120 -140 ºC is ideaal. Gebruik dan een ovenbestendige pan of een braadslee met deksel.


SLOWCOOKER Omdat je de temperatuur van een slowcooker heel laag kunt zetten, is dit apparaat heel geschikt om in te stoven. Het vlees wordt door deze langzame bereiding lekker mals.


ONTDEK HE T SEIZOEN


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100  |  Page 101  |  Page 102  |  Page 103  |  Page 104  |  Page 105  |  Page 106  |  Page 107  |  Page 108  |  Page 109  |  Page 110  |  Page 111  |  Page 112  |  Page 113  |  Page 114  |  Page 115  |  Page 116  |  Page 117  |  Page 118  |  Page 119  |  Page 120  |  Page 121  |  Page 122  |  Page 123  |  Page 124  |  Page 125  |  Page 126