This page contains a Flash digital edition of a book.
achtergrond 23


constructie in een verpleeghuis werken. Ze is van me- ning dat het behandelen van een geriatrische patiënt zich niet leent voor deze constructie, omdat het vaak om complexe problematiek gaat. Het behandelen van een oudere moet door een tandarts, mondhygiënist of tandprotheticus worden gedaan, aldus Van Bruggen. Ook Schaub maakt zich zorgen over de deskundigheid van mondzorgverleners, omdat mondzorg voor kwets- bare ouderen steeds meer een markt lijkt te worden voor commerciële partijen. Hij vindt het van belang dat er een leidende rol is voor tandartsen bij het behande- len van kwetsbare ouderen.


Leerstoel Op het gebied van scholing is er ook het nodige werk aan de winkel om de mondzorg voor kwetsbare oude- ren in een verpleeghuis en thuiswonend goed te reali- seren. Volgens specialist ouderengeneeskunde Gert Jan van der Puten – in 2012 gepromoveerd op mondzorg voor ouderen – is de wereld van artsen en tandartsen nog te veel gescheiden. Veel artsen en dus ook huisart- sen en specialisten ouderengeneeskunde weten te wei- nig van de mond en de mogelijke relatie met de alge- mene gezondheid, omdat dit in hun opleiding te wei- nig aan bod is gekomen. Anderzijds weten tandartsen weinig van geriatrie omdat dit niet in hún opleiding aan bod is gekomen. Dit zou moeten veranderen. Voor adequate, integrale (mond)zorgverlening voor geriatri- sche patiënten wordt multidisciplinair overleg gevoerd. Hierbij ontbreekt nog vaak een mondzorgverlener. Om de mondzorg in verpleeghuizen te verbeteren moet dit structureel veranderen. De Baat vindt dat mondhygiënisten een veel belang- rijkere rol dan nu het geval is moeten spelen in de mondzorg bij ouderen. Hij pleit voor het oprichten van een opleiding voor mondhygiënist-geriatrie. Sowieso zou geriatrische tandheelkunde een veel belangrijkere rol moeten krijgen in de opleiding tandheelkunde, al- dus de Baat, die in 2014 afscheid nam als hoogleraar gerodontologie in Nijmegen. Na zijn vertrek is er geen opvolger aangesteld, zodat er in Nederland momenteel geen hoogleraar in dit vakgebied is. “Dit wordt ken- nelijk niet als belangrijk genoeg gezien”, zegt De Baat. In ieder geval zou de NVGd het zeer toejuichen dat er weer een hoogleraar gerodontologie komt, zegt Van Bruggen.


Alliantie In november 2014 reageerde VWS-staatssecretaris Mar- tin van Rijn in een brief aan de Tweede Kamer op het IGZ-rapport en op de motie Leijten-Bergkamp. Hierin schrijſt hij ernaar te streven de kwaliteit van de mond- zorg binnen de langdurige zorg te verbeteren. Dit is onderdeel van een breder plan gericht op de kwaliteit van verpleeghuizen. Om dit op korte termijn te berei-


NEDERLANDS TANDARTSENBLAD > 12 juni 2015


KNMT-actieplan Het actieplan voor ouderen, dat de KNMT in mei presenteer- de, richt zich op voorlichting, hulp bij de dagelijkse mondver- zorging en de periodieke tandheelkundig zorg bij ouderen. Zo is de KNMT aangehaakt bij TNO ern Zorg voor Beter, bij de ontwikkeling en verspreiding van poetsinstructiekaarten voor personeel van verzorgings- en verpleeghuizen. Daarnaast heeft de KNMT de praktijkwijzer Zorg aan ouderen in de algemene mondzorgpraktijk opgesteld. Hierin staan voor de tandarts en zijn team handvatten om mondzorg voor ouderen zo adequaat mogelijk te organiseren.


Kwetsbare ouderen


Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) hanteert de volgen- de werkdefinitie voor ‘kwetsbare ouderen’: “Kwetsbaarheid bij ouderen is een proces van het opeenstapelen van licha- melijke, psychische en/of sociale tekorten in het functione- ren dat de kans vergroot op negatieve gezondheidsuitkom- sten.” Volgens het SCP zijn er in Nederland momenteel zo’n drie miljoen ouderen van 65 jaar en ouder, waarvan zo’n ze- venhonderdduizend kwetsbaar zijn. In 2030 is het totaal aantal ouderen gestegen tot ruim vier miljoen. Hiervan zul- len dan naar schatting meer dan een miljoen kwetsbaar zijn.


ken, heeſt de staatssecretaris een aantal zorgaanbieders en brancheverenigingen in de zorg – waaronder ActiZ, Verenso en V&VN – gevraagd een ‘Alliantie mondzorg’ op te richten, wat inmiddels is gebeurd. Deze alliantie richt zich op de verpleeginstellingen. Daarnaast is er een bestuurlijk overleg opgestart tussen de mondzorg- koepels en het Ministerie van VWS om tot een actie- plan voor de (eerstelijns) mondzorg voor ouderen te komen.


Of alle initiatieven voldoende gaan opleveren, moet zich nog uitwijzen. Desgevraagd laat de IGZ weten in 2016 weer een grote toezichtronde te gaan houden naar mondzorg in verpleeghuisinstellingen. Overigens heeſt de IGZ tot nu toe nog geen handhavende maatregelen opgelegd aan verpleeghuizen vanwege tekortschie- tende mondzorg. Dat de IGZ eveneens de mondzorg voor thuiswonende kwetsbare ouderen onder de loep neemt, valt niet te verwachten, aangezien ze hierop in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) geen toezicht houdt.


NEDERLANDS TANDARTSENBLAD > 12 juni 2015


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44