This page contains a Flash digital edition of a book.
interview 15


“ Eén tandarts die zelf alles kan, dat is in deze tijd bijna onmogelijk”


CV


Joost Roeters (60) 1978: Afgestudeerd als tandarts aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. 1992: Proefschrift Prediction of future caries prevalence in preschool children. 1978-2013: Universitair docent bij kinder- tandheelkunde en centrum voor bijzon- dere tandheelkunde en later universitair hoofddocent bij de afdeling Cariologie en Endodontologie van RadboudUMC, met als aandachtsgebied adhesieve tandheel- kunde en composieten. 2010: Bijzonder hoogleraar Adhesieve tandheelkunde aan ACTA. April 2015: Hoogleraar Integrale tand- heelkunde aan ACTA.


onmogelijk. Je kunt gewoonweg niet alles zelf altijd op het gewenste niveau uitvoeren én ook nog eens de regie voeren. Het is wel belangrijk dat je goed getraind bent in het stellen van een goede diagnose en indicatie, zodat je gericht kunt verwijzen voor onderdelen die buiten je eigen competentie vallen. De regie blijſt dan bij de tandarts. Maar ik denk niet dat er snel een einde zal komen aan de tandarts-solist; wel zal die steeds vaker patiënten voor specifi eke behandelingen moeten verwijzen.”


Met welk onderzoek gaat u zich als hoogleraar bezighouden? “Ik werk al met de groep Tandheelkundige Materiaal- wetenschappen van Cees Kleverlaan samen aan onder- zoek naar tandheelkundige materialen. Ik hield mij daar als bijzonder hoogleraar Adhesieve tandheelkunde al mee bezig. Een gedegen kennis van de materialen vind ik heel belangrijk om vroegtijdig falen van restau- raties tot een minimum te beperken. Daarnaast wil ik mij onder meer gaan toeleggen op onderzoek naar de vraag hoe je als tandarts je administratie zodanig kunt opzet en dat de klinische gegevens hieruit bruikbaar


NEDERLANDS TANDARTSENBLAD > 12 juni 2015


worden voor wetenschappelijk onderzoek, bijvoorbeeld naar de toepassing van bepaalde materialen en tech- nieken. Dat zou de tandheelkunde meer evidence- based maken, iets dat in ons vakgebied vaak nog niet het geval is. Tegenwoordig zijn er allerlei concepten in de restauratieve tandheelkunde waarbij een echte wetenschappelijke onderbouwing ontbreekt of wordt de wetenschap gemanipuleerd om kwalitatief mindere producten naar voren te schuiven. Voorbeelden daar- van zijn digitale occlusie-analyse en smile design, en het concept van de 'Zwitserse school'. Hierdoor worden naar mijn mening behandelingen al snel onnodig com- plex en duur en dreigt het gevaar van de restorative repeat cycle. Dit betekent dat iedere nieuwe restauratie, uitbreiding of vervanging slechts zelden tot een betere levensduur van de restauratie zal leiden. Ik ben altijd bezig geweest met 'no nonsense'-tandheelkunde waar- bij je op een zo simpel mogelijke manier iedere patiënt zo goed mogelijke zorg verleent”.


Meer wetenschappelijke onderbouwing past ook bij de ontwikkeling van het Kwaliteitsinstituut Mondzorg (KiMo). Wat vindt u hiervan? “De komst hiervan is absolute noodzaak. De tandheel- kundige professie zal op het terrein van richtlijnontwik- keling echt meer moeten gaan doen. We kunnen niet achterblijven, dat wordt niet langer geaccepteerd. Van- uit de overheid, verzekeraars en patiëntenorganisaties wordt steeds vaker gevraagd om richtlijnen. Als we het zelf niet oppakken, zullen anderen dat voor ons doen. Het belang van richtlijnen is dat er meer uniformiteit in behandelingen komt. Dat betekent niet dat je star moet zijn, maar wel dat je als praktijk moet laten zien waar je voor staat en hoe je iets aanpakt. Richtlijnen voorko- men willekeur. Als je je handelen met resultaten van klinisch onderzoek kunt onderbouwen, dan zul je daar als tandarts gebruik van moeten maken.”


NEDERLANDS TANDARTSENBLAD > 12 juni 2015


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44