879 | WEEK 08-09 21 FEBRUARI 2018


BETROKKEN PARTIJEN DISCUSSIËREN OVER GEZAMENLIJKE DOELEN EN FINANCIERING Vergroening binnenvaart is financiële uitdaging


AMSTERDAM Vanuit de stelling ‘vergroe- ning van de binnenvaart is vooral een fi- nanciële uitdaging’ discussieerden op 8 fe- bruari op initiatief van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) in het WTC in Amsterdam reders, verladers en financiers over technologie-opties, gezamenlijke doe- len en financiering.


WILFRIED VELDHUIJZEN


‘Een sluitende businesscase bij vergroening is niet onmogelijk’ was een van de stellingen waar Wim Onderdelinden van Advieskantoor Stichting Abri op in ging. Onderdelinden haal- de de politiek aan en noemde de motie van D66 van begin dit jaar over het meten aan de pijp en de mogelijke oprichting van een duur- zaamheidsfonds, maar ook de ‘green deal’ die werd genoemd in het regeerakkoord.De uit- voering is volgens de Abri-directeur nu nog ‘de kat uit de boom kijken’ met mogelijkheden als keuze uit brandstoffen, ‘groene’ motoren tot aan (semi) autonoom varen. Daarmee wilde hij een financieel / fiscaal zonnige doorkijk op de verduurzaming van de binnenvaart geven.


Subsidies en fiscaliteiten Onderdelinden zette vervolgens de huidige faciliteiten bij verduurzaming op een rijtje. De Subsidieregeling duurzame scheepsbouw (SDS) is van toepassing bij het omzetten van restwarmte, reduceren van uitstoot, energie- opslag in batterijen en bij elektrische voort- stuwing. Het betreſt een regeling van de mi- nisteries van Infrastructuur en Waterstaat en Financiën, uitgevoerd door zogenoemde ‘groenbanken’. De in de binnenvaart actieve banken hebben allen een ‘groenbank’. Voor de regeling dient een zogeheten groenverkla- ring te worden aangevraagd, waarvoor een project- en een investeringsplan benodigd zijn. Het ‘Groenfonds’ van de bank leidt de aanvraag verder naar de RVO, die de groen- verklaring afgeeſt. Volgens Onderdelinden zijn duurzaam ondernemen en innovatief on- dernemen relevante investeringscategorieën voor de binnenvaart en bedraagt het gemid- delde rentevoordeel op dergelijke groenlenin- gen 0,75 procent.


Ook op het gebied van fiscaliteiten is van alles mogelijk. Zoals afschrijving op duurzame in- vesteringen. Speerpunt van MKB Nederland is het van toepassing verklaren van ‘willekeurige afschrijvingen’. Onderdelinden lichtte de be- staande investeringsaſtrekmogelijkheden met rekenvoorbeelden toe: 1. Kleinschaligheidsinvesteringsaſtrek (KIA) De KIA kent een degressieve staffel: 28 procent tot € 56.642; € 15.863 voor in- vesteringen van € 56.643 tot € 104.891; € 15.863 minus 7,56 procent van investerin- gen boven € 104.891 tot € 314.673, . 2. Energie-investeringsaſtrek (EIA)


17


Bijvoorbeeld voor energiezuinige scheeps- motor onder technische voorwaarden. EIA 54,5 procent over maximaal € 125 per kW motorvermogen.


3. Milieu-investeringsaſtrek (MIA) Bijvoorbeeld bij hybride systeem voor voortstuwing, MIA 13,5 procent over investering.


De investeringsaſtrekmogelijkheden kunnen ook in combinatie met vervroegde afschrijving (Vamil) worden toegepast.


Tot slot vuurde Onderdelinden samen met dagvoorzitter Gert-Jan Jansen een vijſtal stel- lingen op de toehoorders af, hetgeen een le- vendige discussie op gang bracht: 1. ‘Verladers hebben beperkt interesse in vergroening’ 2. ‘Verduurzaming kan niet op eigen kracht’ 3. ‘Innovatie is alleen voor grote schepen economisch haalbaar’


4. ‘Kennis over vergroening is te beperkt bij ondernemers’


5. ‘Financieringsmogelijkheden moeten beter’


Financiering is uitdaging Na de technische uitleg legde de dagvoorzit- ter de vraag ‘Is vergroening van de investe- ringsportefeuille binnenvaart een uitdaging?’ voor aan de binnenvaartbankiers Marco van Beek (Rabobank), Gerard Pols (ABN AMRO) en Dirk Jan van Swaay (ING) en ook aan verlader Adrie Kuiper (Tata Steel). Daarbij bleef de stel- ling ‘elke procent brandstofbesparing is een- zelfde procent daling CO2


’ duidelijk in beeld.


Van Beek wees op het ‘green shipping guaran- tee program’, waarbij bij retro-fit oplossingen 100 procent dekking mogelijk is. Als voorwaar- de noemde hij eenduidige certificering. Pols gaf aan dat een rendabele exploitatie vereist is en Van Swaay bracht de discussie, op welk niveau in de keten de kosten ‘gesocialiseerd’


moeten worden onder de aandacht. De laat- ste gaf ook andere financieringspartners aan, zoals netwerkbeheerders en handelspartijen. Verlader Kuiper ging in op de vraag of de op- drachtgever initiatief moet nemen en wees er op dat Tata Steel zich al inzet voor duur- zaam energiegebruik. Berkhout gaf aan dat scheepseigenaren streven naar een multifunc- tioneel schip, waar je alles mee kan doen en dat daardoor altijd inzetbaar is.


Raymon Berkhout


Elke procent brandstofbesparing is eenzelfde procent daling CO2


Onderdelinden opperde, dat er een soort ‘Deltaplan’ zou moeten worden ontworpen, waarin alle betrokken partijen verantwoorde- lijkheid nemen voor de transitie naar duurza- me brandstof. “Misschien een brandstofplat- form?” daagde hij zijn discussiepartners uit.


Ook de zaal werd bij de discussie betrokken. Zo merkte Hans Hulsker (PTC) op, dat hij na 2020 en de nieuwe motorregels een probleem ziet voor schepen kleiner dan 1.500 ton. “Wat doen we met kleine schepen? Die kunnen een dure nieuwe motor niet betalen”. Volgens hem zijn er verschillende uitgangspunten voor een schip van 500 ton of een van 3.500 ton. Pols reageerde: “Willen we de vergroening versnel- len, dan moeten er middelen uit Brussel ko- men, financiële steun is een vliegwiel”. Ook Van Beek gaf toe dat een groot deel van de bestaande vloot die kosten niet kan dragen.


Wordt vervolgd


De bedoeling is dat er ook een oplossing komt en vervolgstappen. “Waarmee moeten we be- ginnen?” vroeg de dagvoorzitter aan de deel- nemers. Jacco Theunisse merkte namens Koninklijke BLN Schuttevaer op, dat de bin- nenvaart met het EICB al een platform voor duurzaamheid in de binnenvaart heeſt. Kuiper reageerde, dat de brancheverenigingen meer moeten samenwerken en ook de overheid mee moet. Dat beaamde Pols: “Ga in gesprek, de samenwerking dient verbeterd te wor- den”, was het advies van de bankman. “Dat gaan we dit jaar doen”, besloot Lucia Luijten, hoofd afdeling Binnenvaart en Vaarwegen van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, deze discussie kort maar krachtig en zij kondigde aan dat er reeds op 8 maart in Zoetermeer een vervolgbijeenkomst over ver- groening in de binnenvaart zal plaatsvinden.


Ervaringen uit de praktijk Inzake de toepassing van diverse technologie- opties in de transitie naar klimaatneutraal en emissievrij varen gaf Raymon Berkhout, hoofd operatie van Scheepvaartbedrijf Dari nadere uitleg over hybride aandrijving. Daarbij ging hij vooral in op hun ervaringen in de praktijk van de afgelopen jaren.


Dari is voortgekomen uit het familiebedrijf Werkman en de broers Danny en Rino Werk- man en hun team hebben nu het manage- ment over ruim dertig schepen. Zij hebben thans drie hybride aangedreven schepen va- ren, de ‘Felicia’, ‘Martinique’’ en ‘Guadeloupe’. De laatste is een dubbelschroef bunkerschip van 8.678 ton. De keuze voor hybride is vol- gens Berkhout enerzijds ingegeven door ver- duurzaming, maar ook door de aantrekkelijke fiscaliteiten. De extra investeringen bedroe- gen resp. € 80.000 en € 100.000 en € 250.000 voor de dubbelschroef tanker Guadeloupe.


Met de Martinique zijn geladen snelheden gehaald van 10,7 km/u met één generator, 12,2 km/u met twee en 16,9 km/u met twee plus hoofdmotor. Het varen op de generato- ren betekent een brandstofbesparing van 17 procent rekende Berkhout zijn toehoorders voor. Bij de Guadeloupe is dit een bespa- ring van 130 liter per uur, hetgeen bij 2.000 draaiuren neerkomt op 260 m3 per jaar à € 350 per m3 = € 91.000. Naast brandstofbespa- ring ziet hij ook andere voordelen, zoals stil varen, soepele overgang en koppel en redelijk onderhoudsvrij gebruik. Daar tegenover staat volgens hem naast de investering, dat er meer draaiende delen zijn, dus gevoeliger voor storing en anders varen en manoeuvreren.


Voor de toekomst kijkt Scheepvaartbedrijf Dari ook naar de mogelijkheden van ‘meten aan de pijp’ en vergroening via waterstoſtoe- voeging, restwarmtesysteem en gebruik van GTL, biobrandstof en katalysator. Dit onder het motto ‘elke procent brandstofbespa- ring is eenzelfde procent daling van de CO2 uitstoot’.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68