Opvolgende verdeling van een bijzondere gemeenschap: transformatiegevaar?
Opdracht
A, B, C en D zijn erfgenamen van Y. In de nalatenschap van Y zitten twee huizen, huis 1 en huis 2. A en B hebben interesse in huis 1 en C en D hebben interesse in huis 2. In de akte van verdeling staat dat de verdeling niet tot gevolg heeft dat de verdeling van de nalatenschap is voltooid. Hoe moet de gemeenschap van huis 1 respectievelijk huis 2 als gevolg van die verdeling worden gekwalificeerd?
Welke van deze stellingen is juist? A: Huis 1 is object van een bijzondere gemeenschap, huis 2 is object van een eenvoudige gemeenschap. B: Zowel huis 1 als huis 2 worden in een eenvoudige gemeenschap gehouden. C: Zowel huis 1 als huis 2 worden in een bijzondere gemeenschap gehouden. D: Zowel huis 1 als huis 2 zijn object van één en dezelfde bijzondere gemeenschap.
Maak de opdracht en verdien PE-punten! Vraag een abonnement aan op
fbn.nl/pe-notariaat
Tip
Indien u de verdeling van een bijzondere gemeenschap in meerdere fases wilt laten verlopen zonder het bijzondere karakter van de gemeenschap prijs te geven, moet in de akte van verdeling duidelijk naar voren komen dat geen sprake is van een definitieve afwikkeling van de bijzondere gemeenschap.
Externe bronnen • • •
Hof Den Bosch, 14 mei 2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:1720 HR 16 september 2005, ECLI:NL:HR:2005:AU2781 HR 30 maart 2001, ECLI:NL:HR:2001:AB0805
fbn.nl/pe-notariaat
47
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52