Gevolgen van een vruchtgebruiklegaat voor de eigenwoningregeling
Indien de langstlevende partner door middel van een vruchtgebruiklegaat het vruchtgebruik van een woning krachtens erfrecht heeft verkregen, kan de woning fiscaal als eigen woning kwalificeren. Daartoe moet de woning voor de partner het hoofdverblijf zijn, moet hij de voordelen genieten en moeten de kosten en lasten van de woning op hem drukken. Is de vruchtgebruiker verplicht de kosten en lasten van de voor de woning aangegane schuld te betalen, dan kwalificeert de schuld voor de inkomstenbelasting als eigenwoningschuld, mits aan de overige voorwaarden wordt voldaan (waaronder de aflossingseis), waardoor de vruchtgebruiker recht heeft op renteaftrek. In dit PEN-artikel wordt ingegaan op de verschillende aspecten van de eigenwoningregeling die voor de hoofdgerechtigde(n) en de vruchtgebruiker(s) van belang zijn en op de vraag waarmee rekening moet worden gehouden bij het maken van een testament.
PEN e-learning 2022, nr. 27 Onroerendgoedrecht fiscaal
mr. A.J.M. (Xander) Arends is geruime tijd werkzaam geweest in de fiscale vaktechniek bij belastingadvieskantoren naast zijn docentschap bij de Erasmus Universiteit Rotterdam. Thans is hij adviseur bij FBN Juristen. Daarnaast publiceert hij geregeld in fiscale vakbladen, is hij als auteur verbonden aan de Cursus Belastingrecht Inkomstenbelasting en is hij vaste commentator in NTFR.
Vruchtgebruiklegaat en toepassing eigenwoningregeling
Het komt geregeld voor dat in een testament wordt bepaald dat in geval van overlijden van de testateur aan de partner een vruchtgebruik is gelegateerd van (onder meer) de eigen woning met de inboedel waarbij de partner gehouden is de kosten en lasten te dragen en waarbij de hoofdgerechtigdheid van de woning de erfgenamen toekomt. Het recht van vruchtgebruik (waaronder in het vervolg ook begrepen het zakelijk recht van bewoning en/ of van gebruik van art. 3:226 BW) ontstaat op het moment van afgifte van het vruchtgebruiklegaat. De eigenwoningregeling kan op grond van een goedkeuring (Besluit van 24 november 2009, nr. CPP2009/2342M, onderdeel 2.3) bij de vruchtgebruiker echter al worden toegepast vanaf het moment van overlijden van de erflater als wordt voldaan aan twee voorwaarden: 1. Het recht van vruchtgebruik, bewoning of gebruik van de woning wordt binnen 2 jaar na het overlijden van de erflater gevestigd.
2. Aan de overige voorwaarden van de eigenwoningregeling is voldaan.
Voor de inkomstenbelasting kan de woning voor de vruchtgebruiker als eigen woning worden aangemerkt wanneer de langstlevende partner de bewoning als hoofdverblijf voortzet en zo de voordelen van de woning geniet. Voorts stelt art. 3.111 lid 1 aanhef en onder b Wet IB 2001 de voorwaarde dat de kosten en lasten van de
woning op de vruchtgebruiker drukken. De waardeverandering van de woning hoeft de vruchtgebruiker niet aan te gaan. Bij de kosten en lasten van de woning gaat het om de zakelijke eigenaarslasten met betrekking tot de woning (onderhoudskosten, herstellingen, gemeentelijke eigenaarsbelastingen, verzekeringen) en de gebruikerslasten (gemeentelijke gebruikersbelastingen, water- en energiekosten). Voor een vruchtgebruiker zouden kosten van groot onderhoud (buitengewone herstellingen) daartoe niet moeten behoren gelet op het in art. 3:220 BW bepaalde. De financieringslasten behoren sowieso niet tot de kosten en lasten van de woning (Besluit van 24 november 2009, nr. CPP2009/2342M, onderdeel 1.4.1).
Financieringslasten van de woning Ervan uitgaande dat de vruchtgebruiker fiscaal een eigen woning heeft, rijst de vraag wie de financieringslasten draagt en wie de kosten en rentelasten fiscaal kan aftrekken. De vruchtgebruiker komt alleen voor renteaftrek in aanmerking wanneer de schuld die door de erflater voor de woning is aangegaan, voor de vruchtgebruiker als eigenwoningschuld in de zin van art. 3.119a lid 1 Wet IB 2001 kwalificeert. Een vruchtgebruiker die fiscaal een eigen woning heeft en de kosten en lasten draagt van de financieringsschuld, heeft zonder nadere wettelijke bepaling geen eigenwoningschuld. Voor de schuld die op de woning rust, zijn immers de hoofdgerechtigden verbonden. Dit geldt ook als de vruchtgebruiker krachtens het testament van de erflater gehouden is om behalve de kosten en lasten ook de aflossing op
fbn.nl/pe-notariaat 29
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52