Diversen
Een verdeling van de nalatenschap kan de
rechtsverhouding tussen de overgebleven deelgenoten zo wijzigen, dat niet meer van een bijzondere gemeenschap kan worden gesproken
situatie aantrekkelijk zijn om de nalatenschap voorlopig zo te verdelen, dat de erfgenaam in kwestie ten aanzien van het huis wordt uitgeboedeld, maar voor het overige gerechtigd blijft tot de nalatenschap.
De opvolgende verdeling kan de deelgenoten dus de nodige flexibiliteit bieden, maar kan ongewenste gevolgen met zich meebrengen. Hoe wordt voorkomen dat men ongewild in een eenvoudige gemeenschap belandt?
III. Wanneer leidt een verdeling van een bijzondere gemeenschap tot een eenvoudige gemeenschap? Beslissend voor de vraag of een gemeenschap als een bijzondere gemeenschap moet worden gekwalificeerd, is de rechtsverhouding tussen de deelgenoten die tot het bestaan van de gemeenschap heeft geleid (HR 30 maart 2001, ECLI:NL:HR:2001:AB0805). Een verdeling van de nalatenschap kan de rechtsverhouding tussen de overgebleven deelgenoten zo wijzigen, dat niet meer van een bijzondere gemeenschap kan worden gesproken.
Wanneer is dat het geval? Ter illustratie het volgende voorbeeld uit de jurisprudentie. In 1985 overlijdt vader (M). Zijn echtgenote (V) en zijn twee zonen (A en B) zijn als wettelijke erfgenamen, ieder voor een derde gedeelte, gerechtigd tot de nalatenschap van M. In 1986 wordt de nalatenschap als volgt verdeeld: A en B krijgen ieder de onverdeelde helft van het huis en V krijgt het recht van gebruik en bewoning van het huis. In de akte van verdeling verklaren de deelgenoten dat zij ‘voormelde ontbonden algehele gemeenschap van goederen en de daarin begrepen nalatenschap van erflater naar ieders volkomen
genoegen’ hebben gescheiden en gedeeld en dat ‘zij elkander terzake over en weer volledige kwijting en décharge’ verlenen.
In 1997 overlijdt V. De broers verdelen de gemeenschap zo dat A het huis krijgt toebedeeld. De Hoge Raad bevestigt dat het Hof met juistheid heeft overwogen dat door de akte van verdeling in 1986 de verdeling van de nalatenschap was voltooid. Gevolg daarvan is dat A en B vanaf dat moment het huis in een eenvoudige gemeenschap hielden (HR 16 september 2005, ECLI:NL:HR:2005:AU2781). A moet overdrachtsbelasting betalen over zijn verkrijging.
Leidt een verdeling tot een voltooide verdeling van de nalatenschap, dan is de rechtsverhouding tussen de overgebleven deelgenoten gewijzigd, waardoor niet meer kan worden gesproken van een bijzondere gemeenschap.
IV. Verdelen zonder transformatie Hoe moeten de deelgenoten nu verdelen zonder dat de verdeling van de bijzondere gemeenschap wordt voltooid? In Hof Den Bosch (Hof Den Bosch 14 mei 2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:1720) stond de volgende casus centraal:
M erft in 2011 samen met zijn twee zussen onder meer vier lidmaatschapsrechten onder uitsluitingsclausule. De drie erfgenamen hebben blijkens een (eerste) verdelingsakte, verleden in augustus 2013, twee lidmaatschapsrechten toegedeeld aan M en aan één van zijn zussen, ieder voor de onverdeelde helft. De overige twee lidmaatschapsrechten worden toegedeeld aan de andere zus van M. M heeft hierdoor de helft van ieder lidmaatschapsrecht onder uitsluitingsclausule verkregen.
44
PE Notariaat 2022/4
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52