In gesprek met de expert: Arianne de Leeuw
‘‘Het is de vraag in
hoeverre een beroep op de legitieme portie zal slagen, in de zin dat de inbreng kwalificeert als een in aanmerking te nemen gift’’
Het gebruik van trusts roept vragen op rondom het leerstuk van de legitieme portie. Kunt u aangeven op welke wijze men hieraan in de estateplanningspraktijk en de notariële praktijk aandacht moet besteden?
Ingeval een significant deel van iemands vermogen wordt ingebracht in een trust, rijst de vraag of deze inbreng gekwalificeerd kan worden als een gift in de zin van artikel 7:186 lid 2 BW en in het verlengde daarvan de vraag of dan sprake kan zijn van een gift die in aanmerking genomen moet worden bij de eventuele bepaling van de legitieme portie van een legitimaris als bedoeld in artikel 4:67 BW. Een legitimaris kan voordeel hebben bij het doen van een beroep op zijn legitieme portie indien de erflater (nagenoeg) zijn gehele vermogen in een trust heeft ondergebracht en dus een geringe nalatenschap resteert. Uitgaande van een discretionary trust, oftewel de situatie waarin de legitimaris geen afdwingbare aanspraken jegens de trust heeft, moet de legitimaris maar afwachten of en, zo ja, wat, hij of zij uit de trust zal ontvangen.
Het is de vraag in hoeverre een beroep op de legitieme portie zal slagen, in de zin dat de inbreng kwalificeert als een in aanmerking te nemen gift. Naar mijn mening zou dit niet het geval moeten zijn, omdat de insteller weliswaar verarmt, maar er op het moment van de inbreng nog geen persoon is die verrijkt: de trustee niet, omdat die geen economisch belang heeft bij het ingebrachte vermogen en de beneficiaries (nog) niet, omdat zij geen afdwingbare aanspraken hebben. Op basis van de huidige jurisprudentie is dit echter nog geen uitgemaakte zaak en niet iedere auteur is deze mening toegedaan.
16 PE Notariaat 2022/4
Voor de praktijk hanteer ik als uitgangspunt dat niet uitgesloten kan worden dat een legitimaris door middel van een beroep op diens legitieme portie de inbreng van vermogen in een trust effectief deels ongedaan kan maken. Mijns inziens dient men in de estate plannings- / notariële praktijk derhalve bij dit risico stil te staan. Daarnaast, en dan kom ik terug op het evenwicht tussen de verschillende betrokken belangen, is het mijns inziens goed om zich allereerst als insteller, maar zeker ook als adviseur van de insteller, de vraag te stellen wat het betekent om als legitimaris geconfronteerd te worden met de situatie dat de erflater het gehele vermogen in een trust heeft ondergebracht en er voor de legitimaris geen (concreet) perspectief op uitkeringen aanwezig is. Dat heeft vermogensrechtelijk uiteraard grote impact, maar naar alle waarschijnlijkheid ook emotioneel. Er kunnen uiteraard goede redenen zijn om desalniettemin een trust in het leven te roepen, maar in mijn ogen zou men zich in elk geval rekenschap moeten geven van dit perspectief.
Was u al aan het begin van uw middelbareschooltijd van plan om notarieel recht te gaan studeren?
Nee, eerlijk gezegd niet. Aan het einde van mijn basisschooltijd / begin middelbare schooltijd was de som van mijn ambities om als secretaresse voor mijn vader te gaan werken. Hij was overigens op dat moment wel notaris.
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52