Gevolgen van een vruchtgebruiklegaat voor de eigenwoningregeling


Opdracht Welke van onderstaande stellingen is juist?


Stelling A: Een krachtens erfrecht verkregen vruchtgebruik van een woning kwalificeert voor de vruchtgebruiker sowieso niet als eigen woning indien de vruchtgebruiker wel de kosten en lasten van de woning draagt maar niet de financieringslasten.


Stelling B: Het is voor een vruchtgebruiker met een eigen woning alleen mogelijk om de rente over de aan de woning verbonden hypothecaire schuld waarop het overgangsrecht niet van toepassing is, in box 1 af te trekken wanneer de vruchtgebruiker de draagplicht heeft van zowel de rente als de aflossingen.


Stelling C: Indien in 2022 krachtens erfrecht een vruchtgebruik van de woning ontstaat ten behoeve van de bewoner die ten tijde van het overlijden niet langer de fiscaal partner van de erflater was, en de vruchtgebruiker ook is verbonden voor de schuld die op de woning rust en waarop bij de erflater het overgangsrecht van toepassing was, hoeft de vruchtgebruiker om de schuld als eigenwoningschuld te kunnen aanmerken niet te voldoen aan de aflossingseis.


Stelling D: Vormt voor de langstlevende partner het vruchtgebruik van een woning fiscaal een eigen woning en heeft de vruchtgebruiker het recht van vervreemding en vertering, dan wordt in geval van vervreemding van de woning en de daaropvolgende vertering van de verkoopopbrengst bij de vruchtgebruiker geen vervreemdingsvoordeel eigen woning aan de eigenwoningreserve toegevoegd.


Maak de opdracht en verdien PE-punten! Vraag een abonnement aan op fbn.nl/pe-notariaat


Tips 1 2 3 Bij het opstellen van een testament met een vruchtgebruiklegaat van een woning verdient het aanbeveling om de


verdeling van de kosten en lasten van de woning tussen vruchtgebruiker en hoofdgerechtigden in het testament vast te leggen. Om als eigen woning te kunnen kwalificeren is van belang dat de vruchtgebruiker de kosten en lasten van de woning moet dragen.


Wordt beoogd dat de vruchtgebruiker van de woning de rentekosten van de daaraan verbonden schuld in box 1 kan


aftrekken, dan verdient het aanbeveling in het testament duidelijk te verwoorden op wie de aflossingsverplichting rust en wat de gevolgen zijn wanneer deze verplichting op de hoofdgerechtigden rust en zij daaraan niet of onvoldoende voldoen.


Indien een vruchtgebruiker van een eigen woning wil verhuizen naar een andere veelal kleinere woning is van


belang dat eerst de oude woning wordt verkocht en pas daarna een nieuwe woning wordt gekocht. Bij de omgekeerde volgorde is geen sprake van herbesteding en van zaaksvervanging.


Externe bronnen • • • •


Besluit van staatssecretaris van Financiën van 24 november 2009, nr. CPP2009/2342M, Stcrt. 2009, 18386 Nota n.a.v. Verslag wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2017, Kamerstukken II 2016/17, 34553, nr. 7, p 3 Nota n.a.v. Verslag wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2017, Kamerstukken II 2016/17, 34553, nr. 7, p 44 M.S. van Gaalen, ‘Vruchtgebruik’, Ars Notariatus XCI, Kluwer 2001


fbn.nl/pe-notariaat 33


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52