Scheiding van zeggenschap en belang in de familiesfeer
ook geïmplementeerd kan worden zonder dat de fiscale gevolgen (veel) nadeliger zijn dan die van de situatie zonder beheersstructuur. Er kunnen uiteraard goede redenen zijn voor fiscale verschillen, zoals de bestrijding van misbruik, maar er zijn mijns inziens ook onnodige fiscale belemmeringen. Dit speelt zeker bij de APV-regeling, die mijn bijzondere belangstelling heeft, enerzijds vanwege de civielrechtelijke veelzijdigheid van rechtsfiguren die als APV kwalificeren en anderzijds vanwege de omstandigheid dat de APV-regeling door de relatief recente invoering nog veel onontgonnen terrein biedt.
Waarin onderscheidt u zich van andere experts die ook hebben gepubliceerd over de scheiding van zeggenschap en belang?
Mijns inziens in de omvattendheid van mijn onderzoek. Dit betreft niet alleen een combinatie van civielrechtelijke en fiscale aspecten, maar ook binnen de verschillende deelonderwerpen heb ik beoogd meerdere raakvlakken te belichten. Aangezien promoveren ook betekent dat je op enig moment grenzen moet stellen zijn er echter, met name op fiscaal gebied, nog genoeg mogelijkheden voor verder onderzoek. Dan denk ik bijvoorbeeld aan de toepassing van de APV-regeling in combinatie met belastingverdragen, die heel snel complex wordt.
Welke boodschap zou u aan het notariaat willen meegeven inzake het onderwerp scheiding van zeggenschap en belang in de familiesfeer?
Bewaar evenwicht. Bij het aanbrengen van een scheiding tussen zeggenschap en belang moeten verschillende belangen in het oog worden gehouden: allereerst dat van de insteller, in de vorm van het doel dat die wil bereiken door middel van een scheiding van zeggenschap en belang. Daarnaast is er het belang van de beoogde economisch belanghebbende, bijvoorbeeld om zicht te hebben op termijn wel (mede)zeggenschap over het beheerde vermogen te verkrijgen en, zolang het beheer voortduurt, in de vorm van voldoende mogelijkheden om de beheerder zo nodig ter verantwoording te roepen. Ten slotte zou je een eigen belang kunnen zien voor de beheerder, in de vorm van een duidelijke doelstelling en ‘spelregels’ voor het beheer. Zeker indien meer tijd verstrijkt na het overlijden van de insteller neemt de meerwaarde van dit soort richtlijnen toe.
In het identificeren van deze belangen en ook de onderliggende beweegredenen van met name de insteller, alsmede het treffen van een beheersregeling die recht doet aan die belangen, kan het notariaat mijns inziens van grote meerwaarde zijn.
‘‘Naast de mogelijkheden om tot een civielrechtelijk
evenwichtige oplossing te komen, vind ik de fiscale gevolgen interessant’’
fbn.nl/pe-notariaat 15
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52