De digitale oprichting van een BV: wanneer is het eindelijk zover?
bewijsbaar vast te leggen dat het niet tijdig afronden van het oprichtingsproces niet aan hem te wijten is.
Aangenomen mag worden dat met name in internationale verhoudingen gebruik zal worden gemaakt van de digitale oprichting. In puur Nederlandse verhoudingen zal eerder gebruik worden gemaakt van de traditionele wijze van oprichten, eventueel via een volmacht, zij het dat ook in dat geval een volledig digitale oprichting mogelijk moet zijn. Wanneer sprake is van een (digitale) oprichting in internationale verhoudingen waarbij meerdere nationaliteiten zijn betrokken, is de notaris gehouden een tolk in te schakelen (art. 42 WNA). Een voorbeeld van een casus waarin een notaris in strijd met zijn zorgplicht handelde door geen tolk in schakelen, is te vinden in een uitspraak van de Kamer voor het Notariaat Arnhem-Leeuwarden (20 september 2019, ECLI:NL:TNORARL:2019:74). Uit deze uitspraak
blijkt dat die verplichting zelfs bestaat bij het opmaken van een onderhandse akte. Het is daarom uitgesloten dat de verplichting om een tolk in te schakelen niet zou gelden voor een digitale notariële akte. De partij bij de onderhandse akte was de Nederlandse taal ten tijde van het ondertekenen van die akte niet machtig en de notaris kon daarom niet volstaan met bespreking van de onderhandse akte in het Engels.
De notaris zal, voor het bewijs dat hij aan zijn zorgvuldigheidsplicht heeft voldaan, gespreksaantekeningen moeten bijhouden (Hoge Raad 19 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:288). De verplichte tolk zal onder omstandigheden een grote druk leggen op de hiervoor bedoelde termijn van vijf respectievelijk tien werkdagen. Als de cliënt uit een land met een weinig gesproken taal komt, zal het vinden van een tolk binnen de voorgeschreven termijn wellicht onmogelijk zijn.
gebeuren in een taal die de meeste grensoverschrijdende gebruikers begrijpen, Het zou dan ook logisch zijn geweest wanneer onze nationale wetgever daarbij zou aanhaken door toe te staan dat de oprichtingsakte in het Engels mag worden opgemaakt. Niets is echter minder waar: enkel het Nederlands is toegestaan. Dit is naar mijn mening een gemiste kans. In dat verband vraag ik mij écht af of het inderdaad wel een belangrijke stap voor de modernisering van het ondernemingsrecht betreft, zoals de GCV in haar consultatie aangeeft. Hoe serieus neemt de wetgever die ‘Europese roep’ eigenlijk? Uit de toelichting bij het Voorontwerp blijkt overigens dat het model van de oprichtingsakte ook in het Engels beschikbaar wordt gesteld.
Doorlooptijd oprichting Ook op de termijn waarbinnen de oprichting moet zijn afgerond, valt wel iets aan te merken. De volledige digitale oprichting zou moeten plaatsvinden binnen 5 respectievelijk 10 dagen (zie hierover ook het onderdeel ‘Verdieping’). Het Voorontwerp bepaalt dat de oprichting binnen deze termijn moet zijn ‘afgewikkeld’. Dat is afkomstig uit de richtlijn, maar voor ons schept het onduidelijkheid. Is dat het moment waarop de digitale notariële akte wordt getekend? Of is dat het moment waarop de inschrijving in het handelsregister plaatsvindt? Ook de GCV geeft in haar consultatie aan dat de termijn ‘afgewikkeld’ vaag is.
De techniek van de digitale oprichting Hoe zit het eigenlijk met de technische kant? Want, hoe werkt dat nu, zo’n digitale oprichting? In art. 53d Wna (Voorontwerp) wordt een tipje van de sluier opgelicht, namelijk door te bepalen dat alle notarissen aangesloten moeten zijn op het gegevensverwerkingssysteem van de KNB. Deze bepaling houdt verband met de ministerieplicht van art. 21 Wna. Dit betekent dat de wetgever de notaris verplicht om de digitale oprichting te faciliteren in plaats van op de ‘ouderwetse’ papieren manier. De GCV vraagt zich in haar consultatie af of de ministerieplicht wel zover moet gaan dat ook de manier van werken (dus digitale oprichting) daaronder valt. De GCV vraagt zich zelfs af of het wel nodig is dat iedere notaris op het gegevensverwerkingssysteem is aangesloten. Ik ben het niet eens met de GCV. De wijze van werken voor de notaris wordt immers al jaren vastgesteld. Als we zover zijn gekomen dat we als notaris een keuze hebben (wel of niet aangesloten zijn), dan hoort daar wellicht ook geen ministerieplicht meer bij. En ik vrees dat we dan het domeinmonopolie voor wat betreft de oprichting van BV’s (of meer in het algemeen: rechtspersonen) wel eens snel kwijt zouden kunnen raken.
www.pe-notariaat.nl
33
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44