De digitale oprichting van een BV: wanneer is het eindelijk zover?
Welnu, in art. 2:4 BW is bepaald dat voor de oprichting van een rechtspersoon (en daarmee ook voor een BV) een notariële akte is vereist. Van inschrijving in het handelsregister rept de huidige wetgeving niet. Het is echter wel gebruik geworden dat de notaris zorg draagt voor die registratie in het handelsregister, hoewel het formeel een verplichting is van het bestuur van de eenmaal opgerichte BV, zie art. 2:180 lid 1 BW. Het begrip ‘oprichting’ heeft dus een ruimere strekking dan die welke wij nu kennen. Uit de richtlijn en de preambule blijkt dat nationale rechtstradities ongemoeid blijven, hetgeen zou impliceren dat het bepaalde in art. 2:4 BW in stand kan blijven. Tóch is het zo dat de richtlijn duidelijke bewoordingen hanteert en dat het daarom noodzakelijk zal zijn om onze huidige wettelijke regeling op dat punt aan te passen. En wat zou daar eigenlijk op tegen zijn? Het is al sinds jaar en dag gebruik dat de notaris zorg draagt voor inschrijving in het handelsregister. Waarom zouden we dat bestendige gebruik dan ook niet codificeren? Uit de consultatie van het Voorontwerp is echter af te leiden dat onze wetgever die regeling niet aan zal passen. Naar mijn mening een gemiste kans; zeker als bedacht wordt dat de gedachte van de richtlijn is dat nationale rechtstradities niet aangetast worden. En het is nu juist gemeengoed (zeg maar: ‘rechtstraditie’) dat de notaris óók de inschrijving in het handelsregister regelt.
Richtlijnvoorschriften betreffende de online oprichting
De richtlijn verplicht de lidstaten in art. 13 octies lid 2 tot het voorzien in nadere voorschriften inzake de online oprichting van vennootschappen. Deze vallen uiteen in voorschriften die verplicht zijn en die welke dat verplichte karakter niet hebben maar in plaats daarvan facultatief zijn. De voorschriften die verplicht zijn, betreffen:
• Procedures teneinde de handelingsbekwaamheid respectievelijk vertegenwoordigingsbevoegdheid te waarborgen;
• De middelen teneinde de identiteit van de aanvragers te verifiëren;
• De voorschriften voor aanvragers om gebruik te maken van bepaalde vertrouwensdiensten zoals in een Europese Verordening bedoeld (eIDAS-verordening);
• Procedures om de rechtmatigheid van het doel van BV te verifiëren;
• Procedures om de rechtmatigheid van de naam van de BV te verifiëren; en
• Procedures om de benoeming van bestuurders te verifiëren.
Daarnaast zijn er dus ook voorschriften die facultatief zijn, namelijk: • Procedures om de rechtmatigheid van de oprichtingsakte van de BV te waarborgen, onder andere via een controle op het correcte gebruik van de modellen;
• Gevolgen van het opleggen van een bestuursverbod aan een bestuurder;
• De rol van de notaris; en • Uitsluiting van de mogelijkheid van de online oprichting wanneer het aandelenkapitaal in natura wordt volgestort.
Ik meen dat de laatste vier facultatieve punten in het kader van de ‘poortwachtersfunctie’ van de notaris als wezenlijk zijn te bestempelen. Gelukkig blijkt uit het Voorontwerp dat er in Nederland voor gekozen is om die punten om te zetten in nationale wetgeving.
VNO-NCW en MKB-Nederland hebben eerder al aangegeven dat zij met name de procedures omtrent een rechtmatig gebruik van de modellen van eminent belang achten. Ik onderschrijf dat volledig. Ook zou ik ervoor willen pleiten dat onze wetgever ervoor kiest om uitsluitend de oprichting
www.pe-notariaat.nl 31
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44