Tekst: Daphne Voormolen
063
meer bochten door en komen hobbels tegen die snelheid afremmen en zo is de weg naar de overkant een stuk uitdagen- der. ‘Dat is oneerlij k!’ staat er op de muur naast het tafeltje. Roze staat al bij voor- baat 1-0 achter. Ik grij ns, ben direct nieuwsgierig naar het vervolg en loop de volgende ruimte in. Aan de hand van prachtige anatomische
tekeningen wordt daar geïllustreerd hoe het mannelij k lichaam tot in detail is bestudeerd. De gespierde lichamen zij n niet in een anatomisch neutrale houding weergegeven maar nemen een artistieke pose aan. De gestalte van een
Vervolgens worden er bij zondere objec- ten, medische hulpmiddelen en kunst- werken getoond die duidelij k maken hoe diepgeworteld de ongelij kheid is. Mij n mond valt open bij een wand met reclameaffi ches die het in een wedstrij d stereotypering ver zouden schoppen. Zo wordt Gynex (een hormoonpreparaat om oestrogeendaling tij dens de menopauze te compenseren) niet aangeprezen om fysiek ongemak van de vrouw te vermin- deren, maar om ‘echtelij ke harmonie’ te bewerkstelligen. Werkelij k! Kij ken naar het verleden leert ook dat zorg nooit losstaat van de tij dgeest en dat medische vooruitgang samenhangt met sociale en culturele ontwikkelingen. In de tentoonstelling voert verbazing
de boventoon, niet zozeer verwij ten. Het doel is geen oordeel maar inzicht en het aanzetten tot een gesprek. De aard van de vroegere intenties wordt niet bevraagd, maar de spanning wordt wel kundig opgebouwd door de veelheid aan voorbeelden van ongelij kheid. De groene zone wordt afgesloten
met een infographic over hedendaagse genderongelij kheid in wetenschap en
Tentoonstelling
‘Ongezien. Ongelijkheid in Geneeskunde’
nog t/m 8 maart 2026.
rijksmuseumboerhaave.nl
Kunst en wetenschap gaan hand in hand (zij n ‘branches of the same tree’ in de woorden van Einstein). Als bezoeker ervaar je nu hoe kunst kan bij dragen aan bewustzij n en verandering. Kun- stenaars die een persoonlij ke ervaring verbeelden, of die met hun kunst een heel systeem bevragen. De beelden zij n indrukwekkend, veroorzaken misschien ook een beetje ongemak maar kunnen zo wel een gesprek op gang brengen. De laatste zaal is hoopgevend. Positieve
ontwikkelingen op het gebied van zorg, onderzoek, techniek en kunst worden uiteengezet. Voor mij wordt hier ook duidelij k hoe waardevol kruisbestui- vingen tussen verschillende domeinen zij n. Samen komen we hopelij k tot een gelij ke verbeelding en behandeling. Aan de hand van een kabinet met
Alles wat niet een witte man was, week af van de norm
witte man van 20-40 jaar als ideaal- beeld. Een getekende vertekening. Masculiene tunnelvisie zorgde ervoor
dat de man niet alleen als referentie- punt voor anatomie diende, maar ook voor fysiologie, pathologie en medische behandeling. Echte patiënten, en ook echte dokters, waren witte mannen. Alles wat niet een witte man was, week dus af van de norm, was abnormaal.
kliniek. Gevoel en verstand zij n nu bij het onderwerp betrokken, hoofd en hart zij n geraakt. En zo ontstaat er diepgang. Inmiddels heb ik het schaamrood op de kaken. Een goed moment dus voor een kanteling in de tentoonstelling. En zie, de zalen worden nu rood. De kleur van gevaar en woede, maar ook van liefde en passie. Het verhaal gaat over in bewust- wording en verzet.
de tekst ‘Maak het beter’ word je als bezoeker tot slot op een speelse manier uitgedaagd een concrete gedachte te verwoorden over wat er anders moet. Dat kun je op een blanco etiket schrij ven, op een pillendoosje plakken en mee naar huis nemen. Een museale nabehan- deling. Mij n oog valt op een etiket in het kastje waarop staat ‘Dagelij kse dosis denkverruiming’, en dat is exact de kuur die ik iedereen voor zou willen schrij ven. Kunst op recept. Het medicij ndoosje zit in mij n zak,
klaar om voor te schrij ven aan het eerst- volgende jongetje dat denkt dat meisjes geen dokter kunnen zij n.
<
Daphne Voormolen is arts foetale geneeskunde in het UMC Utrecht, voorzitter van Stichting Kunst Salon en blogger over kunst op
artsenauto.nl.
FOTO: DAPHNE VOORMOLEN
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92