search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Tekst: Monique Bowman Fotografie: De Beeldredaktie/Evert van Moort


043


Vanwege haar eigen verdrietige jeugdervaringen én een dochter die op een dorpsschool het leven tot hel werd gemaakt, heeft fysiotherapeut Fiona Hack (53) de strijd tegen pesten tot haar missie gemaakt. Voor de kinderen die het overkomt, maar vooral ook voor hun ouders.


O


p een dag stelt het dochtertje van Fiona Hack (53) een vraag die het hart van de fysio- therapeut breekt en alle alarmbellen doet rinkelen. De 7-jarige


wil van haar moeder weten ‘of het pijn doet als je voor de trein springt’. Een angstig vermoeden dat Hack al heeft, wordt door de vraag indirect bevestigd: haar dochter wordt op haar Zeeuwse dorpsschool gepest door klasgenootjes. Nu, 13 jaar later, gaat het ‘best goed’


met haar, vertelt Hack. Maar het had ook heel anders kunnen aflopen, beseft ze. “Een zoon van een collega is, vanwege een pestverleden in zijn basisschooltijd, alsnog op 19-jarige leeftijd voor de trein gesprongen.” Ze vertelt dat haar dochter onlangs de opleiding dierenartsassistent paraveterinair heeft afgerond. “Ze heeft gelukkig een vrij hechte vrienden- groep waar ze bij terecht kan. Maar mijn vorig jaar verschenen debuutroman Droommoord, die is gebaseerd op wat we hebben meegemaakt, heeft ze nog niet gelezen. Ze is bang dat de wond weer opengaat.” Hacks eigen leven leest ook als een boek.


Ze is de dochter van een Jamaicaanse moe- der en Nederlandse vader, die elkaar in 1964 ontmoetten in Florida. “Mijn vader maakte deel uit van de eerste mariniers die een kikvorsopleiding kregen bij de Navy Seals. Hij ontmoette mijn moeder in Miami. Het was liefde op het eerste gezicht, ze was een heel mooie vrouw, de eerste zwarte Miss Jamaica.” In 1966 komt de jonge Jamaicaanse, die


vanwege de gewonnen missverkiezing een ‘erebaan’ krijgt als stewardess bij de Britse airline BOAC, naar ons land om te trouwen met haar Nederlandse liefde. “Mijn moeder was een trotse vrouw uit


een gegoede familie, haar ouders hadden personeel. Maar hier werd ze behan- deld als een inboorling.” In 1972 wordt Fiona geboren. Haar vader is inmiddels beroepsbrandweerman in Den Haag; haar moeder secretaresse in het Vredespaleis. “We woonden in De Lier, een dorp waar iedereen ons kende, ik had een harts- vriendinnetje en mijn huidskleur speelde daar geen rol. Op de basis- en middelbare school in Delft veranderde dat.”


‘Iedere dag moet je je kind naar het hol van de leeuw brengen’


Wanneer Fiona 10 jaar is, gaan haar ouders uit elkaar; haar vader verhuist naar Zeeland. Hoewel ze met hem de beste band heeft, woont ze het grootste deel van de tijd bij haar moeder, die steeds verder de maatschappelijke lad- der beklimt. “Als je tot een minderheid behoort, moet je altijd een stapje harder zetten, leerde zij me.” Een allesbehalve fijne schooltijd en een steeds moeiza- mere relatie met haar moeder: het zijn factoren die meespelen bij haar keuze voor een studie fysiotherapie. “Ik wilde graag weg, en ik had gehoord dat je als fysio naar het buitenland kon. Maar na een jaar in de Canadese Rockies begon ik Nederland te missen.”


11 september In januari 2005 krijgt Hack een dochter, die ze alleen opvoedt. Haar moeder over- lijdt datzelfde jaar, in september. “Ik was haar 4 jaar eerder al bijna kwijtgeraakt,


want in 2001 zou ze eigenlijk in een van de vliegtuigen zitten die 11 september het WTC binnenvlogen. Ze verloor die dag zeven collega’s, haar eigen vliegreis was een dag uitgesteld.” De vroege jeugdjaren van Hacks dochter


worden getekend door pesterijen die zelfs worden ‘gevoed’ door enkele moeders. “Omdat mijn dochter een lichte huid en blauwe ogen heeft, had ik gehoopt dat zij nooit gepest zou worden. Maar groep 5 en 6 waren een hel voor haar.” Het aantal gesprekken dat Hack met


de leerkrachten heeft, is niet op de vingers van één hand te tellen. Ze zoekt zelfs omroep Zeeland op, als ‘wanhopige moeder’ die een oplossing zoekt tegen pesten. En ze stelt een bundel samen met verhalen en gedichten van pest- slachtoffers: Antipesto. Terugkijkend op die tijd, die uiteindelijk leidt tot een verhuizing, weet ze dat ze alle registers heeft opengetrokken om een einde aan het gepest te maken. “Maar achteraf besef ik dat ik één moeder nooit echt heb durven aanpakken, die had zó veel macht en aanzien in het dorp.”


Altijd aanstaan Vanwege haar eigen ervaringen heeft Hack de strijd tegen pesten als haar missie gemaakt. Niet alleen voor al die kinderen die het overkomt, maar vooral ook voor hun ouders. “Want je voelt je zó machteloos, iedere dag moet je je kind naar het hol van de leeuw brengen.” Ook in haar werk merkt ze dat ‘ouder-


pijn’ vaak een levenslang trauma oplevert. Met alle gevolgen van dien. “Je blijft, als je kind eenmaal een pestverleden heeft, áltijd ‘aanstaan’. Als ze gaan studeren, als ze gaan werken, voortdurend voel je als ouder de angst dat ze opnieuw te maken krijgen met gepest. Niet alleen psychisch, ook fysiek kan dit zich uiten in klachten.” Zelf heeft ze schrijven als uitlaatklep.


En ze verzorgt lezingen en webinars, onder meer voor het Kenniscentrum Omgaan met pesten. “Ik pleit ook voor meer onderzoek naar pesten. En betere informatie wáár en bij wie ouders terecht kunnen, wie ze kan helpen overeind te blijven. Want pesten maakt zó veel levens kapot. Dit móet gewoon een keer stoppen.”


<


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92