049 Van graffiti tot guerilla
De muren van grote steden worden sinds de tweede helft van de vorige eeuw door straat- en graffitikunstenaars gebruikt. Muurschilderingen en graffiti bieden een kans om – anoniem en dus veilig – een politieke of maatschappijkritische bood- schap over te brengen. De straat kan voor kunstenaars bovendien een welkome vrijplaats zijn voor creativiteit, zonder tussenkomst van een galerie of een museum. Keith Haring (1958-1990) is
een voorbeeld van iemand die bekend werd door de straat- kunst die hij in New York maakte. We zouden hem nu eerder een guerillakunstenaar noemen. De bekendste guerillakunstenaars van nu, zijn de Brit Banksy, de Fransman JR en de Amerikaan Shepard Fairey. De pers en kunstverzamelaars zitten ze op de hielen. De muren die Banksy heeft beschilderd, worden soms zelfs voorzichtig los gebikt en geveild.
Muurschildering in Noord-Engeland
tes van het OLVG en VUmc. In New York werd de beeltenis zelfs geprojecteerd op het gebouw van het NYU Langone Hospi- tal in Brooklyn.
Ingelijste versie Ook kunst van andere streetartists met verpleegkundigen in de hoofdrol reisde via sociale media al snel de wereld over. In Groot-Brittannië ontdekten kunste- naars dat de letters NHS van National Health Service perfect passen in het Supermanlogo. En in Hamm in Duitsland was een verpleegkundige, inclusief mond- kapje en ‘superheldensymbool’, te zien op een grote graffitimuurschildering. “Für die echten Helden”, schreef de maker Kai Wohlgemuth (graffitinaam: Uzey) erbij. Wohlgemuth schonk bovendien een inge- lijste versie van zijn heroïsche verpleeg- kundige aan het ziekenhuis in de stad. Ook aan de andere kant van de oceaan
liet een straatkunstenaar zijn waardering voor de zorg blijken. Shepard Fairey – zelf zoon van een arts en vooral bekend van de Barack Obama-poster ‘Hope’ die hij maakte voor diens verkiezingscampagne van 2008 – kreeg van softwarebedrijf Adobe de opdracht om posters te ont- werpen voor het project Honor Heroes. Eén van Fairey’s posters toont een jonge vrouw met een stethoscoop om haar hals: een krachtig grafisch beeld in Fairey’s herkenbare stijl; een hedendaagse inter- pretatie van het sociaal-realisme. Een onbekende kunstenaar gaf de
afgelopen maanden bovendien een nieu- we interpretatie aan Fairey’s iconische Obama-poster, door in dezelfde stijl een
verpleegkundige te verbeelden, met in dikke letters het woord ‘HOPE’ eronder.
Soort engel De Australische Margaret McAllister, als Professor of Nursing verbonden aan Central Queensland University, doet al jaren onderzoek naar de beeldvorming rond verpleegkundigen in populaire cultuur, zoals televisieseries en films. Verpleegkundige-superhelden was McAllister in haar onderzoek nog niet eerder tegengekomen, vertelt ze aan de telefoon. “Maar het idee dat verpleeg- kundigen superhelden zijn, doet me denken aan het bekende stereotype van de verpleegkundige als een soort engel.” Hoewel dergelijke ‘eendimensionale stereotypen’ op het eerste gezicht positief lijken, doen ze allesbehalve recht aan de complexiteit en zwaarte van het beroep, vindt McAllister. Dat verpleegkundigen momenteel op een voetstuk worden geplaatst zal, zo vreest ze, van tijdelijke aard zijn – zolang de pandemie heerst. “In tijden van crisis zoekt men altijd naar mensen die inspiratie en troost bieden.” Op sociale media twittert iemand iets
soortgelijks. De twitteraar meent een nogal duistere toekomstvoorspelling in Banksy’s kunstwerk te zien en merkt op dat de tekening verbeeldt hoe onze maat- schappij met helden omgaat: ze worden ‘opgebruikt’ en vervolgens achteloos in de prullenmand gegooid. Het is te hopen dat Banksy het niet zo cynisch heeft bedoeld. En dat de pop met de witte cape niet hetzelfde lot wacht als Batman en Superman.
<
FOTO: ANP/PA MEDIA/ ANDREW MATTHEWS
FOTO: ALAMY STOCK PHOTO/ FRIEDRICH STARK
FOTO: HH/ OLI SCARFF/AFP
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100