016 Interview
anderhalve meter afstand. Het heeft iets van een verwend kind dat zijn speelgoed niet krijgt. Natuurlijk is het rampzalig, maar het overkomt ons nu eenmaal allemaal. Het is wat het is.” Hoewel Krabbé zegt ‘niet van de partij van
Rutte te zijn’, noemt hij het ‘fantastisch’ hoe de premier het tot nu toe heeft gedaan. “En het hele team daaromheen. De regering heeft zich laten adviseren door experts die weten waar ze het over hebben. Maar mensen zien toch overal complotten, ik begrijp dat niet. Een regering, en al helemaal niet met de VVD erin, neemt deze economisch schadelijke maatregelen niet lichtzinnig.” Krabbé zegt zelf niet veel anders te hebben
gehad dan de normale griepjes en ook niet stil te staan bij allerlei mogelijke gezondheids- bedreigingen. En als het anders was, zou hij het nog niet zeggen: “Ik kan niet goed tegen men- sen die voortdurend over hun ziektes praten, ik ben daar niet zo van.” Toch heeft de beroemde acteur zich voor zijn laatste twee films wel grondig verdiept in een ziekte: Alzheimer. In de bioscoopfilm De Liefhebbers uit 2018 speelt hij de vader van een gezin dat uiteen dreigt te vallen wanneer Alzheimer zijn verwoestende intrede doet. En in een korte film die begin dit jaar werd gestart, is Krabbé de echtgenoot van een vrouw, Olga Zuiderhoek, met die ziekte. De op- names lagen lang stil vanwege COVID-19, maar inmiddels wordt er voorzichtig weer gedraaid. “Als voorbereiding op de rol in De Liefhebbers heb ik een Alzheimerpatiënt met begeleidster hier in het atelier op bezoek gevraagd. Hij kon zijn leven van dat moment nog goed onder woorden brengen en noemde de eenzaamheid en isolatie het ergste. Lange tijd had hij mensen niet om hulp gevraagd, niet gezegd dat hij Alzheimer had. Want wanneer je zégt dat je de aandoening hebt, maakt dat het voor jezelf ook definitiever dat je de ziekte hebt. Toen hij eens totaal verlo- ren op een station stond en niet meer wist waar- om, vroeg hij hulp en zei hij dat hij Alzheimer had. Hij wilde daarna dat hij dat veel eerder had gedaan.”
Voorbereiding Zich grondig voorbereiden op zijn rol is ken- merkend voor de beroepsethiek van acteur Krabbé. “Ik wil tot in detail van alles weten over het leven en zelfs de omgeving van het karakter dat ik speel, ook als veel daarvan niet eens in de film voorkomt.” Wanneer voor dit interview met Arts en Auto
de vraag wordt gesteld hoe hij zich prepareer- de op zijn rollen als arts in zijn filmcarrière, komen twee producties ter sprake. “De eerste keer dat ik een dokter speelde, was in 1993 in The Fugitive, waarin Harrison Ford en Tommy Lee Jones de hoofdrollen vertolkten. Mijn voor-
CURRICULUM VITAE
Jeroen Krabbé
wordt op 5 december 1944 geboren in Amsterdam.
Vader en grootvader zijn be- kende schilders, moeder is filmvertaalster en schrijfster
1965
Voltooit de toneelacademie. Speelt al vanaf 1963 in tal van Nederlandse films o.a. Soldaat van Oranje en De vierde man 1981
Voltooit de kunstacademie en heeft exposities in bin-
nen- en buitenland. Veel van zijn kunstwerken zijn te zien en te koop via
jeroenkrabbe.com 1984
Speelt Willem van Oranje in de gelijknamige tv-serie 1985
Regisseert toneelbewerking Dagboek van Anne Frank 1986
Speelt vanaf dit jaar in
diverse buitenlandse films, waaronder Prince of Tides, The Fugitive, The Living Daylights 1998
Regisseert film Left Luggage 2001
Regisseert de verfilming van De ontdekking van de hemel van Mulisch 1999
Commandeur in de Orde van de Nederlandse Leeuw. 2015
Start met de AVROTROS tv-serie Krabbé zoekt
over o.a. Van Gogh, Picasso, Gauguin en Chagall
Jeroen Krabbé is al 55 jaar getrouwd met Herma van Geemert en is vader van Martijn, Jasper en Jakob
bereiding op mijn rol in die film was tegen mijn gewoonte in nul komma nul.” Krabbé herinnert zich de geschiedenis gniffelend. “Ik stond aan de vooravond van een gezinsvakantie toen om 03.00 uur ’s nachts de telefoon ging. Mijn agent in Los Angeles belde dat de tegenspeler van Harrison Ford zich ernstig ziek had afgemeld, dat de laatste scenes nog gedraaid moesten wor- den en dat Ford mij, ‘the dutch guy’, wilde als vervanger. Geen idee in welke film hij mij had gezien, maar ik moest de rol van een corrupte arts spelen.” The dutch guy moest om 11.00 uur diezelfde
dag naar Chicago vliegen en het script zou op zijn stoel in de businessclass van het vliegtuig klaarliggen zodat hij onderweg zijn rol kon leren. Krabbé vroeg een half uurtje bedenktijd. “Het was natuurlijk een enorme kans, maar we zouden met de kinderen een dag later naar Italië gaan en alles was al geregeld en geboekt. Ik maakte mijn vrouw wakker om te vertellen over het telefoontje en de kans die ik had en dat ik het wilde doen. Ze zei alleen maar ‘okay’, draaide zich om en sliep verder. Krabbé, hard lachend, “zij was dit soort plotselinge acties inmiddels wel van mij gewend.” Eenmaal in Chicago werd de acteur onderaan
de vliegtuigtrap opgewacht. Hij hoefde zijn bagage zelf niet op te halen en niet langs de douane, maar werd direct per limousine naar de filmset gereden. “Daar was ik even helemaal plaats en tijd kwijt, maar Harrison Ford die dat merkte, sloeg zijn arm om mij heen en zei I’ll help you through buddy. Goeie vent, we zijn altijd bevriend gebleven.” De andere bioscoopfilm waarin Jeroen Krabbé
een arts speelt, is Albert Schweitzer uit 2009. Hij heeft daarin de hoofdrol als de gelijknamige medicus, theoloog, filosoof, schrijver, musicus en Nobelprijswinnaar. “Daarvoor heb ik me wel goed kunnen voorbereiden”, zegt Krabbé. De film speelt zich vooral af in de tijd dat
Schweitzer als arts in Lambaréné, een stadje in Gabon, werkte. Het dorp werd voor de opna- men in Zuid-Afrika grotendeels nagebouwd. Er werden enkele scenes gedraaid in het Groote Schuur ziekenhuis in Kaapstad waar hart- chirurg Barnard in 1967 de eerste geslaagde harttransplantatie van mens op mens uitvoerde. Krabbé: “Die operatiekamer is, als een soort museum, gebleven zoals die destijds was. Daar heb ik als Schweitzer een ‘echte’ operatie uit- gevoerd. Ik was twee maanden in Zuid-Afrika, las alles over Schweitzer, sprak met artsen en leerde allerlei handelingen, zelfs hechten met een ronde naald. En ik leerde zogenaamd orgel- spelen. Natuurlijk kon ik de camera wel op mijn gezicht laten richten en dan andermans handen over de toetsen laten filmen, maar dat is”, lacht Krabbé, “beneden mijn stand.”
<
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100