Tekst: Martijn Reinink
Financiën
Steeds meer slachtoffers van spoofing
Cybercriminelen gaan steeds gewiekster te werk. Waardoor ze nog meer slachtoffers maken en almaar hogere bedragen buitmaken. Dat blijkt uit cijfers van de Fraudehelpdesk.
Waar in de eerste helft van 2019 zeven meldingen van ‘spoofing’ binnen- kwamen bij de Fraudehelpdesk, waren dat er in de eerste zes maanden van dit jaar maar liefst 162. De totale schade: ruim 1,5 miljoen euro. Ook de afdeling Juridisch Advies en Rechtsbijstand van VvAA ziet een stijging in het aantal leden dat zich meldt na digitaal te zijn opgelicht. “Maar dan is het kwaad al geschied”, zegt Mark Benning, juridisch adviseur bij VvAA. “Banken worden hiervoor niet aansprakelijk geacht en wij kunnen helaas ook niets meer betekenen voor gedupeerde leden. We kunnen alleen waarschuwen om te voorkomen dat anderen in een dergelijke situatie belanden.” Onder ‘spoofing’ wordt het vervalsen van kenmerken verstaan, met
als doel het aannemen van een valse identiteit. Deze zomer kwamen bij de Fraudehelpdesk bijvoorbeeld veel meldingen binnen over sms’jes en mailtjes die van DigiD afkomstig lijken te zijn, waarbij wordt gevraagd in te loggen via een link. Maar DigiD stuurt nooit een e-mail of sms met een link. Ook uit naam van de Belastingdienst sturen oplichters valse berich- ten: men dreigt in een e-mail dat ‘de gerechtsdeurwaarder zal overgaan tot executoriale beslaglegging’ als een zogenaamde belastingschuld niet onmiddellijk, via een iDEAL-betaling, wordt voldaan.
Telefoonspoofing Naast deze ‘e-mailspoofing’ lijkt ‘telefoonspoofing’ eveneens aan een opmars bezig. Oplichters doen zich aan de telefoon voor als een mede- werker van de bank en trachten de beschikking te krijgen over de com- puter of de banktegoeden. “Bij controle van het telefoonnummer blijkt het nummer zelfs te kloppen”, zegt Benning. “Maar bedrijven of banken zullen niet vragen om toegang tot de computer of om bedragen op ande- re bankrekeningen over te maken. Wie met zo’n verzoek geconfronteerd wordt, kan het beste gewoon ophangen. Ook bij twijfel. En anders vragen om een schriftelijke bevestiging van het verzoek, uiteraard zonder gehoor te geven aan dat telefonische verzoek en zonder verdere (persoons)- gegevens met de beller te delen. Neem vervolgens zelf contact op met de partij die zou hebben gebeld, door bijvoorbeeld te bellen met het bekende nummer van het betreffende bedrijf.”
Lennard Werner is bedrijfskundig adviseur bij VvAA
Succesvolle praktijk start met een plan
Werkt u in loondienst of als zzp’er en heeft u zich weleens afgevraagd hoe het zou zijn om zorgonder- nemer te worden? Ik krijg regelmatig de vraag wat er hierbij allemaal geregeld moet worden. Ik merk dat de eerste reflex vaak is te denken aan praktische zaken, zoals het opstellen van een contract. Ik raad iedereen aan om voorafgaand aan het proces naar onderne- merschap een plan te maken, waarin u een aantal elementaire vragen beantwoordt. In dit plan beschrijft u wat de missie, visie en strategie van uw zorgonder- neming zijn. Een missie is wat uw organisatie naar buiten wil
uitdragen. Dat gaat over waarden en identiteit en geeft aan waarvoor de organisatie staat. Succesvolle organisaties hebben vaak een herkenbare uitstraling, zoals bijvoorbeeld Coolblue of Philips. Vragen die u zich kunt stellen, zijn bijvoorbeeld: waar sta ik voor en waarvoor ga ik aan de slag? Als visie geeft u uw
Wat wilt u binnen 5 jaar met uw praktijk bereiken?
missie concreter weer en formuleert u doelen die u met uw praktijk wenst te bereiken: wat wilt u binnen 5 jaar met uw praktijk bereiken? Waar dient uw praktijk aan te voldoen? Welke praktijkgrootte streeft u na? Hoe beter u in staat bent om de richting van uw
praktijk aan te geven, hoe eenvoudiger het wordt voor uzelf – maar ook voor iedereen om u heen – om te volgen. Tot slot volgt de uitwerking van uw missie en visie
in een strategie. Hierin schrijft u zo concreet mogelijk op wat u gaat doen. Waar wilt u zich vestigen? Wilt u samenwerken met andere zorgverleners of wilt u een solopraktijk? Wat voor personeel heeft u nodig? Wie verricht welke taken? Hopelijk heeft u hiermee handvatten om goed voor-
bereid van start te gaan. Uiteraard zijn de praktische zaken ook belangrijk, maar een duidelijk plan helpt u op weg naar een succesvolle praktijk.
lennard.werner@vvaa.nl
Column 031
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100