search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
034 Interview


Tekst: Wout de Bruijne Beeld: De Beeldredaktie/ Marco Okhuizen


‘Ik heb wel iets met contrasten’


Wat hebben orthopedie en muziek met elkaar te ma- ken? Voor Boni Rietveld (67) álles. De gepensioneerde orthopedisch chirurg, zelf ook musicus, heeft vrijwel zijn hele carrière gewijd aan blessures bij dansers en musici. ‘Alles staat of valt met vertrouwen.’


B


oni – ‘van Bonifatius’ – Riet- veld is nu twee jaar met pen- sioen, maar heeft zij n draai daarin nog steeds niet hele- maal gevonden. “Soms heb ik het gevoel mij n identiteit


kwij t te zij n. Ik was dé orthopeed voor dansers en musici in Nederland. Maar als ik nu foto’s uit die tij d zie van mezelf in witte jas, staat dat al zo ver van me af. Ben ik dat? Daar kun je je makkelij k van alles bij voorstellen wanneer Rietveld vol vuur vertelt over de bij zondere carrière die nu achter hem ligt. “Ik behaalde in de tweede helft van de jaren zeventig zowel mij n artsenbul in Leiden als mij n conservatoriumdiploma – hoofdvak solotrompet, bij vak harp – in Den Haag.” Hoewel de combinatie van twee studies de nodige energie en tij d kost, zag de jon- ge Boni ook nog kans om te sporten, een andere grote passie van hem. “Ik speelde rugby, roeide bij studentenvereniging Njord, liep marathons, tenniste en zat graag op de racefi ets die ik ook gebruikte om van mij n woonplaats Leiden naar Den Haag te gaan.” Rietveld geeft toe


dat hij ook weleens ‘een stukje afsneed’. “Dan viel mij n koorpracticum in Den Haag toevallig net samen met mij n ana- tomiepracticum in Leiden en zegde ik allebei af...”, schaterlacht hij . Zij n aanstekelij ke lach klinkt geregeld


tij dens het interview. Ook wanneer Riet- veld verhaalt hoe hij na zij n studies eerst in militaire dienst moest en daar zij n wilde haren kwij traakte. “Ik ging bij de commando’s, lekker parachutespringen en diepzeeduiken. Ik heb wel iets met contrasten: aan de ene kant harp spelen, aan de andere kant rugby en een groene baret.” Na zij n militaire dienst koos Rietveld


ervoor om orthopedisch chirurg te wor- den. “Mij n vader was dat en het leek mij een fantastisch vak.” Tij dens de voorop- leiding algemene chirurgie was Rietveld nooit helemaal gelukkig. “Ik ben meer iemand van langdurige contacten. Bot gezegd: snij den en daarna iemand niet meer terugzien, is niks voor mij . Ik ben geïnteresseerd in de hele mens.” Na zij n opleiding orthopedie in Leiden ging Rietveld aan de slag in het St. Elisa-


beth Gasthuis (nu Spaarne Gasthuis) in Haarlem. Naast zij n werk en zelfs in de pauze óp zij n werk bleef Rietveld muziek maken. “De trompet is een onlosmake- lij k deel van mij n persoonlij kheid. Ik studeer iedere dag, ik kan niet zonder.” Met bewegen op muziek, dansen, had


de orthopeed daarentegen weinig, in tegenstelling tot zij n vrouw Marij ke met wie hij weleens naar ballet ging kij ken. “Het raakte mij niet.” Dat veranderde toen hij door een tip van een collega eens een kij kje ging nemen in Amerika bij Bill Hamilton, orthopedisch chirurg van het gerenommeerde New York City Ballet. De Nederlander mocht dagelij ks met Hamilton meelopen bij zij n werk in het Lincoln Center. Tij dens een solo-uit- voering van de zwarte zwaan uit Het Zwanenmeer van Tsjaikovski werd Riet- veld wél geraakt en zelfs tot tranen toe geroerd. “Het was een derde dimensie waarbij muziek en dans elkaar verhef- fen. Wat daarbij ook meespeelde, was dat Bill en ik die ochtend in het zieken- huis de choreograaf van de uitvoering,


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100