Tekst: Shirin Slabbers
Juridisch 033
VRAAG
Hoe lang geldt een concurrentiebeding?
Een tandarts wil zijn lidmaatschap van een maatschap voor mondziek- ten, kaak- en aangezichtschirurgie opzeggen. Zijn plan is om bij een tandartsenpraktijk niet-specialis- tische verrichtingen te gaan doen. In zijn overeenkomst met de maat- schap is een concurrentiebeding van tien jaar opgenomen. De vraag is of de concurrentiebeperking van tien jaar in dit geval rechtmatig is, in plaats van bijvoorbeeld een termijn van twee of drie jaar. In maart 2020 oordeelde de Rechtbank Overijssel hierover in een kort geding.
ANTWOORD Knowhow and goodwill spelen ook mee
Volgens de voorzieningenrechter gaat het concurrentiebeding van tien jaar verder dan redelijkerwijs noodzakelijk kan worden geacht. De rechter verwijst naar een Mededeling van de Europese Commissie over neven- restricties, waarin is bepaald dat concurrentiebedingen tot maximaal drie jaar na de overgang van de onderneming gerechtvaardigd zijn, mits bij die overname goodwill én knowhow is overgedragen. Wanneer een overname alleen betrekking heeft op goodwill, zoals in de zorg gebruikelijk is, dan mag de termijn maar maximaal twee jaar zijn. In bijzondere omstandigheden kunnen concurrentiebedingen met een
langere duur gerechtvaardigd zijn, aldus deze uitspraak. De maatschap had evenwel niet gemotiveerd waarom een concurrentieding voor de duur van tien jaar noodzakelijk zou zijn. De reden van de tijdsduurbeperking van het concurrentiebeding is dat
concurrentie in principe niet mag worden belemmerd. Dat staat in artikel 6 van de Mededingingswet. Als partijen dit door middel van afspraken toch doen, dan zijn die afspra- ken nietig. Dat betekent dat een dergelijke afspraak geen waarde heeft. Dit is de hoofd- regel. De Europese Commissie heeft in de boven genoemde
De rechter besliste dat het concurrentiebeding geheel van tafel ging
mededeling meer gedetailleerd omschreven wat wel en wat niet is toege- staan. De rechter past die omschrijving in deze casus toe. Naast een beperkte duur, mag een concurrentiebeding de activiteiten
van de vertrekkende maat niet verder limiteren dan het soort verrichtingen dat hij daarvoor al deed. Ook mag de geografische beperking zich niet verder uitstrekken dan het gebied waarin de vertrekkende maat actief was. De Overijsselse rechter, die dus oordeelde dat de tienjaarstermijn
ontoelaatbaar was, besliste vervolgens niet dat het concurrentiebeding in duur werd teruggebracht tot twee jaar. Het beding ging geheel van tafel; het werd nietig verklaard. Hierdoor mocht de tandarts direct aan het werk bij de tandartsenpraktijk.
Shirin Slabbers is juridisch adviseur gezondheidsrecht bij VvAA Juridsch Advies en Bijstand
Juristen en
advocaten van VvAA ondersteunen leden bij uiteenlopende problemen
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100