search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
030 Ondernemen


Tekst: Martijn Reinink Beeld: Annebel Eppinga


Instagramdokter


Waar SEH-arts Heleen Lameijer zich met haar bedrijf Make Science Work eerst alleen op het algemene publiek richtte, zet zij nu een online academy voor zorgprofessionals op.


Z


e is SEH-arts in het Medisch Centrum Leeuwarden, waar ze ook een wetenschappelijke aanstelling heeft; bij het gro- te publiek is Heleen Lameijer


(32) bekend als ‘instagramdokter’. In 2017 maakt de Groningse spoedarts het instagramaccount @makesciencework aan. “Als ik het met vriendinnen over ge- zondheid had, werd me duidelijk dat veel dingen die voor mij logisch zijn, voor hen helemaal niet logisch zijn. Naïef wellicht, maar ik was me daar niet van bewust.” Het brengt haar op het idee om ‘medi-


sche kennis begrijpelijk te maken’. Niet alleen voor haar vriendinnen, maar voor een breder publiek. En via instagram kan ze generatiegenoten bereiken. Ze deelt er medische weetjes, onderscheidt feiten van fabels, geeft volgers een inkijkje in het werk op de spoed én maakt een reani- matiecursus. “Zes modules met elk een kwartier aan videomateriaal. Opgeknipt in filmpjes van tien tot vijftien seconden, want zolang mag een ‘story’ op Instagram duren.” Het vergt een flinke investering, vooral in tijd. Lameijer richt een bedrijf op en haar ‘Insta Life Saver Cursus’ slaat


aan. Anderhalf jaar na de oprichting hebben er drie edities plaatsgevonden. Elke keer doen zo’n 150 instagrammers mee. “Nadat ze betaald hebben (€ 29,95, red.), krijgen ze toegang tot een besloten account. Daar komt een week lang elke dag een nieuwe module online. Alle filmpjes kunnen ze drie weken kijken en terugkijken.” Waarom ze de cursus niet continu aanbiedt? “Bij elke editie pas ik iets aan, op basis van nieuwe inzich- ten en vragen die ik krijg. En je moet schaarste creëren: als er geen limiet is, wachten mensen en blijven ze het voor zich uitschuiven.” Hier spreekt een doorgewinterde on-


dernemer. “Doorgewinterd niet hoor”, lacht Lameijer, “wel heb ik onwijs veel geleerd tijdens de VIVA400 Visionista- masterclass waaraan ik heb meegedaan. Over personal branding, storytelling, pitchen. Die lessen gebruik ik nu ook bij subsidieaanvragen voor onderzoek.” Omdat ze tijdens de reanimatiecursus


ontdekt dat veel cursisten niet weten hoe een AED werkt, gaat haar tweede insta- gramcursus daarover. De ‘AED-kenner cursus’ is gratis. “Enige voorwaarde is dat


ze mijn account moeten volgen, dus het levert me veel nieuwe volgers op.” Voor wie hierin thuis is: @makescience- work heeft een engagementrate van 11 procent en een IPM van 62. Het maakt Lameijer een interessant uithangbord voor merken. “Je kunt veel verdienen met influencer-marketing. Ik word geregeld benaderd, bijvoorbeeld om reclame te maken voor huidverzorgingsproducten, maar dat houd ik af. Ik ben superkritisch in het aangaan van samenwerkingen.” In plaats van haar populariteit op insta-


gram uit te melken, boort de spoedarts begin dit jaar een nieuwe doelgroep aan. Met de Make Science Work Academy houdt Lameijer webinars voor zorgprofes- sionals over spoedeisende geneeskundige onderwerpen. “Ik heb een programma gekocht voor webinars tot honderd deel- nemers, anders werd het te duur.” Tot nu toe heeft ze er twee gehouden. “De eerste was bijna vol, de tweede uitverkocht. Het zijn vooral verpleegkundigen, huisartsen en physician assistants die zich aanmel- den.” Hoe ze die werft? “Via instagram. Ik heb een polletje gedaan: de helft van mijn volgers is werkzaam in de zorg.” Nu zijn de webinars nog niet geaccre-


diteerd, maar Lameijer is druk bezig een eigen leerplatform op te zetten – “dan is er geen limiet aan aantal deelnemers meer” – en als dat gereed is, wil ze accre- ditatie aanvragen.


<


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100