search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Tekst: Theodor Holman Beeld: Quintalle Nix


Spiegel 037


Op deze plek verhalen schrijvers, journalisten en publicisten over een persoonlijke ervaring met de gezondheidszorg en houden ze (para)medici een spiegel voor.


Schaamte


Waarvoor schaam ik me eigenlijk?


Ondertussen heb ik de leeftijd bereikt dat ik elk vernederend onderzoek wel heb ondergaan. Van onderen en van boven zijn er camera’s in mijn lichaam gestoken, ik ben ondersteboven gehouden in een of andere machine die wilde kijken hoe vocht door mijn darmen stroomde, ik ben in scans geweest, ik heb met kastjes om gelopen voor de hart- en bloeddrukmeting, en altijd voelde ik schaamte. Schaamte is het je plotseling bewust worden van je weerloosheid. Het is iets wat je overkomt en je kunt je er niet tegen wapenen. Ik heb dan het idee dat de natuur zegt: ‘Luister, je denkt dat je een moedige knul bent, maar het wordt nu tijd om echt angstig te worden, er staat nogal wat op het spel. Je leven namelijk.’ Niemand is zo angstig voor een onderzoek als ik. Ik herinner me nog die hartscan waarbij ik werd volgepropt met een of ander geneesmiddel dat de hartslag naar beneden moest brengen, en het lukte maar niet. Hup, weer een prik. Mijn angst verdween niet, hoe graag ik dat ook wilde. Pas toen een ervaren zuster mijn hand vasthield, lukte het en – dat zul je altijd zien – achteraf schaamde ik me dan weer voor mijn kinderachtigheid. Geruststelling is vermoedelijk een van de best werkende medicijnen. Waar komt mijn schaamte vandaan? Waarvoor schaam ik me eigenlijk? Ik had ouders die er een progressieve levensstijl op nahielden. Op naakt rustte geen taboe en er is een aantal gebieden des levens waarin ik schaamteloos ben en waarover ik een te grote mond heb; ik strooi wellicht te vaak met kwetsende visies, en mijn eigen eigenwijsheid presenteer ik regelmatig ten onrechte met een zekere trots en arrogantie (‘Schaam je je niet?’ ‘Nee!’), maar


Theodor Holman (1953) is schrijver, columnist, scenarioschrijver en radiopresentator. In oktober 2017 verscheen zijn roman Voorbijgewaaid geluk.


zodra ik een dokterswachtkamer of een ziekenhuis betreed, verschrompel ik tot iets nietswaardigs. “U kunt u in het hokje uitkleden en u daarna melden bij de zuster.” Het is misschien wel gerechtvaardigde doodsangst; altijd heb je de vrees dat je iets onherstelbaars wordt aangezegd. Mijn ouders hadden daar totaal geen last van. Ze hadden beiden te lang in Japanse krijgsgevangenschap gezeten, de oorlog had familieleden en vrienden van ze weggenomen en terug uit Indië in Nederland meenden ze dat ze een puzzelstukje waren geworden dat nergens in de samenleving paste. Ze waren tegelijkertijd nederig, bescheiden en cynisch; ze hadden de dood regelmatig ontmoet en onder ogen moeten zien. Als geen ander beseften ze hoe breekbaar, hoe tijdelijk, hoe flinterdun het leven kon zijn. Ze waren vertrouwd met het meedogenloze lot. Maar ik was hun naoorlogse goedmakertje; ik werd gekoesterd en beschermd. Is dat het waarom ik zo bang ben voor alles wat met artsen te maken heeft? Mijn schaamte onthult schuldgevoel. Angst en schaamte lijken een gerechtvaardigde straf voor een weinig oppassend leven. Te veel gegeten, zeker dokter, en ook te veel gedronken, inderdaad, en wat u zei over te weinig lichaamsbeweging klopt eveneens. Daarvoor schaam ik me diep. Zo relativeert je schaamte je onmatige gedrag. Je weet dat je niet in evenwicht bent; je geniet meer dan goed voor je is. Schaam je!


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92