search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
017


voorvrouw, de ouderwetse hoofdzuster, dus ik zag nog wel patiënten, maar op een gegeven moment kreeg ik meerdere afdelingen onder mijn hoede en werd het steeds meer administra- tie, steeds meer management en steeds minder patiëntcontact. En daar ligt mijn hart.” Als ze de opleiding tot verpleegkundig speci-


alist GGZ heeft afgerond, begint ze als behan- delaar op een gesloten afdeling voor langdurig verblijf. “Met medicatie is er bij die patiënten- groep vaak niet meer zoveel te halen, maar met training kun je nog wel veel bereiken. Dat is echt verpleegkundig werk. We hebben voor elkaar gekregen dat patiënten na jaren opname, terug konden naar een beschermende woonvorm.”


Ongeschreven beroepscode De collega’s reageren destijds wisselend op De Hoop en haar nieuwe rol. “De verhouding met de meeste psychiaters, vooral de wat jongere, was heel gelijkwaardig. Ik vroeg hen om aanvulling, zij vroegen mij om mee te kijken. De wat oudere psychiaters vonden dat ik veel vrijheid kreeg.” De verpleegkundigen moeten, op zijn zachtst gezegd, erg wennen. “Als verpleegkundige is het niet gebruikelijk je hoofd boven het maaiveld uit te steken. Het is een soort ongeschreven beroeps- code: hard werken en geen collega’s aanspreken op keuzes die ze maken. Dat deed ik wel. ‘Is er wel gehandeld volgens het signaleringsplan? Dat hebben we niet voor niks.’ En als er een patiënt was gesepareerd, dan wilde ik weten waarom er niet voor alternatieven was gekozen, want die zijn er vaak wel degelijk. Maar dan kreeg ik een blik van: en wie denk jij wel dat je bent?” Inmiddels merkt De Hoop dat de ggz-collega’s


gewend zijn en dat de verpleegkundig specialist wordt geaccepteerd. “Wat niet wegneemt dat we het beroep meer moeten vermarkten, in alle sec- toren. Dat klinkt commercieel, maar er zijn nog zoveel meer patiënten die profijt kunnen hebben van wat een verpleegkundig specialist kan.” Daar wil ze zich voor inzetten en dat is de


reden dat ze in oktober 2015 voorzitter van V&VN VS wordt. “Ik denk dat ik verbindend kan zijn, maar ook dat ik eigenwijs genoeg ben en de brutaliteit heb om de boer op te gaan.” In dat opzicht lijkt ze op haar vader, die vroeger een autorijschool had, maar óók een branchevereni- ging voor autorijschoolhouders oprichtte. Haar moeder was verpleegkundige. “Ik hoop dat ik haar milde wijsheid heb”, zegt ze. Hoe ziet de ‘marketingstrategie’ van De Hoop


eruit; hoe wil ze collega-zorgprofessionals over- tuigen van de (meer)waarde van de verpleegkun- dig specialist? “We kunnen aan bestuurstafels mooie dingen zeggen, we kunnen beleidsnoti- ties schrijven, dat helpt om er een beeld van te krijgen, maar je gelooft het pas als je het ziet. We moeten ons en onze waarde op de werkvloer


‘Er wordt weleens gezegd: als verpleegkundige ben je de ogen en de oren van de arts. Maar als ik dat hoorde, dacht ik: tussen mijn oren zit ook wat’


laten zien. Aan zorgverleners en ook aan patiën- ten, zodat iedereen straks weet dat we er zijn en wat we doen. Ik geef mijn patiënten dikwijls een folder mee over de verpleegkundig specialist en vertel ze wat mijn functie inhoudt.” Zijn er patiënten die dan aangeven dat ze lie-


ver door de dokter worden gezien? “Een enkele keer. Maar dat is helemaal niet erg. Het geeft alleen maar vertrouwen wanneer de dokter hetzelfde zegt als ik. En het geldt voor mijzelf ook: als een familielid van mij acuut ernstig ziek is, wil ik dat een dokter ernaar kijkt, maar voor mildere klachten of de vervolgbehande- ling weet ik dat diegene bij een verpleegkundig specialist in uitstekende handen is.”


<


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92