search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
017


Brand verbaast zich erover dat in de opleiding bijna alle tijd en energie wordt gestoken in het begrijpen en analyseren van ziekten en dat er nauwelijks aandacht is voor relationele vaardig- heden. “Natuurlijk mogen we geen concessies doen aan de medische kennis van onze artsen, maar om die kennis te kunnen gebruiken moet je die ook kunnen verkopen. En ik denk niet dat het een ten koste gaat van het ander. Bij de huisartsen is dat toch ook niet het geval? Die krijgen wel onderwijs over communicatie en die verstaan ook hun vak. Op het gebied van com- municatie kunnen specialisten nog veel leren van de eerste lijn.”


Drijfzand Niet alle medisch specialisten geloven in ge- deelde besluitvorming. In een column op de site van Medisch Contact die veel stof deed opwaaien, noemde psychiater Esther van Fenema shared de- cision making ‘drijfzand’. Brand: “Haar premisse is dat artsen de verantwoordelijkheid moeten nemen omdat patiënten daar zelf vaak niet toe in staat zijn. Wat mij betreft berust die premisse op drijfzand. Elke patiënt is de expert op het gebied van zichzelf. Ik reik mijn kennis en expertise aan, maar ik kan voor niemand beslissen.” Brand noemt nog twee argumenten voor ge-


deelde besluitvorming. “De wet schrijft het ons voor. Volgens de WGBO (Wet op de Geneeskun- dige Behandelingsovereenkomst, red.) moeten we onze patiënten goed voorlichten over alle be- handelopties en tot een besluit komen waar de patiënt mee instemt. Bovendien is het evidence based. Het wetenschappelijk bewijs stapelt zich op dat samen beslissen in medische consulten niet alleen de patiënttevredenheid verbetert, maar ook de therapietrouw en, het allerbelang- rijkste, de medische uitkomsten van de patiënt. Door gedeelde besluitvorming toe te passen word je dus een betere en effectievere dokter.” Er zijn collega’s van Brand, zoals Van Fenema,


die stellen dat veel patiënten te ziek of te ang- stig zijn om betekenisvol aan gedeelde besluit- vorming te kunnen doen. Bovendien heeft drie op de tien Nederlanders moeite met het begrij- pen van gezondheidsinformatie en het toepas- sen van medicatie en therapie. Kunnen zij wel meebeslissen? “Ook met die patiënten kun je samenwerken”, zegt Brand. “Dat ervaar ik in de praktijk, en het blijkt ook uit onderzoek. Samen beslissen is ook succesvol gebleken bij ouderen met complexe multimorbiditeit en bij laaggelet- terden.” Brand ziet de belangrijkste uitdagin- gen voor meer gedeelde besluitvorming dan ook niet bij de patiënten, maar bij zijn col- lega’s. “Die zullen we beter moeten gaan oplei- den in samenwerken in de spreekkamer.” Van het argument dat artsen geen tijd hebben voor samenwerking met patiënten en gedeelde


‘Natuurlijk mogen we geen concessies doen aan de medische kennis van onze artsen, maar om die kennis te kunnen gebruiken moet je die ook kunnen verkopen’


besluitvorming in de spreekkamer, wil Brand niets weten. “Dat is lulkoek. Het is een kwestie van tijd maken en het belangrijk vinden. Als iemand trouw is aan therapie bespaart dat uiteindelijk tijd. Wij roosteren twintig minuten per controlepatiënt in. Daardoor zien we min- der patiënten op een ochtend, maar toch lopen de wachttijden niet op. Is dat wel het geval, dan gaan we niet korten op die twintig minuten, maar meer spreekuren draaien. Ik wil niet zeg- gen dat wat wij doen zaligmakend is, hoor. Ik wil zeker niet voorschrijven hoe het moet, maar ik gun het iedereen dat een consult als een vloeiende dans verloopt.”


<


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100