014 Interview
Kinderarts en schrijver Paul Brand
‘Om gehoord te worden, moet je luisteren’
Na twee romans bracht kinderarts Paul Brand onlangs zijn eerste non-fictieboek uit. Voor artsen en patiënten. In Dansen met de Dokter pleit hij voor samenwerking en gedeelde besluitvorming in de spreekkamer.
E
r verschijnt een lach op het gezicht van Paul Brand (55). “Of ik goed kan dansen? Ik denk dat mijn kinderen zullen zeggen van niet. Maar ik houd wel van dan- sen. Als er op een feestje disco- muziek uit de jaren tachtig wordt
gedraaid, dan vind je mij op de dansvloer.” De vraag is naar aanleiding van de titel van zijn nieuwe boek, Dansen met de Dokter. Inhoude- lijk gaat het niet letterlijk over dansen; Brand gebruikt de dans als metafoor voor een consult. “Ik ervaar het contact tussen dokter en patiënt als een dans”, legt de kinderarts uit. “Je bent allebei voortdurend in beweging. Het is geven en nemen. Dokter en patiënt moeten elkaars basispassen aftasten en leren kennen, omdat ze anders op elkaars tenen gaan staan. Dat komt vaak voor, te vaak. En het leidt alleen maar tot gedoe. Klachten, tuchtzaken; negen van de tien keer ligt de oorzaak in de communicatie.”
De eerste keer dat Brand een consult mee- maakte waarbij het helemaal misging in de communicatie, was hij twaalf jaar oud. “Op vakantie in Frankrijk was ik knetterbenauwd geweest. Terug in Nederland ging ik met mijn moeder naar de longarts. Die arts had totaal geen aandacht voor mij. Hij was lomp en zei: ‘Het voorstel voor de behandeling stuur ik naar de huisarts. Hij legt het wel uit.’ Ik nam mezelf voor dat later als dokter heel anders te doen.” Brand, geboren in het Groningse Haren, wilde
aanvankelijk traumachirurg worden. Maar na een dag co-schappen kindergeneeskunde was hij om. “Omdat het bij kinderen zo voelbaar is dat het niet om de ziekte maar om de zieke gaat.” Ondanks zijn goede voornemen heeft hij als kinderlongarts weleens op de tenen van, in zijn geval, ouders van patiënten gestaan. Zeker in het begin van zijn loopbaan. “Een vrouw met een zoon van een jaar of tien”, herinnert hij zich nog goed. “Zij was ervan overtuigd dat hij
<
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100